13e openbaar verslag - 22 februari 2008 - CMS Derks Star Busmann

20300560/MVZ/cp
gezet. De afzegging door artiesten in verband met de actuele toestand in de wereld wordt door
Van Hoorn Company aangemerkt als (tijdelijke) overmacht. Van Hoorn Company staat voor de
concerten te verplaatsen naar een later tijdstip dit jaar. Op dit moment kan echter geen
zekerheid worden verstrekt of, hoe en wanneer de concerten door gaan.”
In de periode waarin Heineken deze brief heeft geschreven aan ENECO had Heineken
aan curanda reeds duidelijk aangegeven dat zij niet wil en (mede in verband met
ENECO) niet kan meewerken aan verplaatsing naar september. Begin april had curanda
Heineken reeds bericht dat het evenement verplaatst kon worden naar 23-25 september
2003 in AHOY. In deze periode heeft Heineken ook beslagmaatregelen getroffen
jegens curanda en vordert zij in de uitgebrachte dagvaarding onder meer ontbinding van
de overeenkomst met curanda. Heineken informeert ENECO hierover niet. Voorts heeft
Heineken geschreven:
“Gelet op het bovenstaande achten wij het op dit moment vooralsnog niet opportuun u te
houden aan de met u gesloten sponsorovereenkomst.
Gelet op bovenstaande berichten wij u hierbij dat wij geen rechten zullen ontlenen aan het
gewezen kort geding vonnis van 13 februari jl. Wij zullen de door u uit hoofde van dat vonnis
betaalde bedrag, te weten Euro 192.983,08 restitueren.”
Uit het vorenstaande blijkt dat Heineken, zonder daartoe door ENECO te zijn verzocht,
laat staan gesommeerd, en geheel onverplicht overgaat tot terugstorting van de van
ENECO ontvangen sponsorbijdrage en (onverplicht) geen rechten meer ontleent aan het
kort geding vonnis. Zij laat na zich te beroepen op de overmachtclausule van art. 8 van
de sponsorovereenkomst die zij heeft gesloten met ENECO en heeft voorts nagelaten
met ENECO overleg te voeren over de door curanda begin april 2003 voorgestelde
verplaatsing. Onduidelijk is derhalve of ENECO inderdaad, zoals Heineken had gesteld,
bezwaar zou hebben gehad tegen de verplaatsing. Heineken stuurt op dat moment reeds
aan op een volledige afwikkeling van het dossier zonder zich in deze fase van de zaak
te richten op een mogelijke verplaatsing van het evenement. Voorts heeft Heineken
geschreven:
“Wij nemen aan dat met het bovenstaande er evenmin nog reden is om het door u ingestelde
hoger beroep voort te zetten.
Ter vermijding van misverstanden wijzen wij u er op dat, mocht Heineken NightLive alsnog
later in het jaar doorgang vinden, wij ons het recht voorbehouden alsdan alsnog aanspraak te
maken op de lopende sponsovereenkomst en uw bijdragen daaruit.”
2.61 Bij brief van 29 april 2003 (productie 79) heeft ENECO gereageerd op de brief van
Heineken van 24 april 2003. ENECO heeft, naar aanleiding van een telefoongesprek
met Heineken van die dag, onder meer het navolgende aan Heineken geschreven:
“Je gaf zelf al aan niet te verwachten dat het evenement dit jaar nog doorgaat. Is het dan niet
beter af te spreken dat wij ons geld terugkrijgen en de sponsorovereenkomst daarmee is
beëindigd zonder verdere verplichtingen over en weer?
Zolang dat laatste niet vaststaat moeten we helaas verder met de zaak (hoger beroep).”
Hieruit blijkt dat Heineken, zonder overleg met curanda, zich jegens ENECO op het
standpunt heeft gesteld dat het evenement niet doorgaat, terwijl curanda de verplaatsing
27