13e openbaar verslag - 22 februari 2008 - CMS Derks Star Busmann
13e openbaar verslag - 22 februari 2008 - CMS Derks Star Busmann
13e openbaar verslag - 22 februari 2008 - CMS Derks Star Busmann
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
20300560/MVZ/cp<br />
Dit verweer dient te worden verworpen. Het was Heineken bekend dat curanda als<br />
zekerheid voor de met Rabobank gesloten kredietovereenkomst moest overgaan tot<br />
verpanding van haar rechten uit hoofde van de Sponsorovereenkomst. Daarmee moet<br />
het Heineken ook bekend zijn geweest dat beslag onder deze crediteur van curanda<br />
geen doel zou kunnen treffen. Het enige dat bereikt kon worden, en ook werd, was een<br />
blokkade van het onbenutte deel van de kredietruimte, c.q. de nog door de bank te<br />
accepteren overstand. Daaruit had curanda aan haar verplichtingen jegens haar<br />
crediteuren kunnen voldoen. De stelling van Heineken dat zij niet in staat zou zijn<br />
geweest aan haar verplichtingen te voldoen omdat het beslag onder Rabobank geen<br />
doel heeft getroffen is dan ook onjuist. Dit verweer is voorts ook in strijd met de<br />
verklaringen van Van Hoorn en mr Schaap.<br />
6.5 Heineken stelt dat curanda zelf verantwoordelijk is voor schade en kosten omdat zij<br />
met het annuleren van het evenement toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming<br />
van haar verplichtingen.<br />
Dit verweer dient te worden verworpen. Curanda heeft het evenement niet<br />
geannuleerd. Na afzegging van de twee belangrijkste artiesten deed zich de tussen<br />
partijen besproken situatie voor die zou moeten leiden tot verplaatsing naar september<br />
2003. Van annulering door curanda was geen sprake. Uit het vorenstaande blijkt<br />
genoegzaam dat het Heineken is geweest die het evenement heeft afgelast. Curanda<br />
wenste het evenement te verplaatsen.<br />
6.6 Heineken beschikt slechts over verklaringen van haar eigen (voormalige)<br />
medewerkers, de heren H.H.F. Jansen en P. Vertregt. De curator acht deze<br />
verklaringen onbetrouwbaar, omdat deze door werknemers van gedaagde zijn afgelegd<br />
die (in ieder geval indirect) belang hebben bij de uitkomst van deze procedure.<br />
Bovendien zijn deze verklaringen op meerdere punten strijdig met elkaar én de inhoud<br />
van de andere, meer objectieve bewijsmiddelen zoals de correspondentie tussen<br />
partijen en de verklaringen van mr. Schaap, Rabobank en Van Hoorn. De verklaringen<br />
van Heineken zijn bovendien zelfs strijdig met de standpunten die Heineken zelf, bij<br />
monde van dezelfde medewerkers, heeft ingenomen in een gerechtelijke procedure<br />
tegen ENECO. Aldus lijkt Heineken er in dit opzicht twee waarheden op na te houden<br />
en kunnen deze verklaringen het verweer van Heineken niet met succes ondersteunen.<br />
6.7. De verklaring van getuige Vertregt met betrekking tot de wijze waarop door Heineken<br />
werd omgegaan met de bevestigde afspraak ter zake van overmacht is voor de<br />
beoordeling van het geschil relevant en verdient derhalve opname in de dagvaarding.<br />
De getuige verklaart namelijk:<br />
“U houdt mij voor een e-mail van Van Hoorn aan Ruijgrok van 3 maart 2003, productie 6 bij<br />
het verzoekschrift, waarin Van Hoorn mailt dat het evenement in april doorgaat behoudens<br />
onvoorziene omstandigheden zoals een oorlog tussen de V.S. en Irak of een grote<br />
terreuraanslag. Ik ben niet op de hoogte van deze e-mail. Dit kan in elk geval geen weergave<br />
zijn van de woorden van Ruijgrok. Ik wil benadrukken dat Heineken nooit Van Hoorn heeft<br />
verplicht tot het contracteren van artiesten uit de V.S. Dat was haar eigen keuze. Voor ons was<br />
een eventuele oorlog tussen de V.S. en Irak dan ook niet relevant en wij zijn dan ook niet<br />
ingegaan op dit kunstje. We hebben steeds tegen Van Hoorn gezegd dat wij wilden dat het<br />
49