13e openbaar verslag - 22 februari 2008 - CMS Derks Star Busmann

20300560/MVZ/cp
d.d. 3 juli 2003 heeft Heineken een aanvullende vordering ad € 234.002,89 ter
verificatie ingediend. Totaal stelt zij derhalve € 885.001,55 te vorderen te hebben van
curanda. Bij brief d.d. 30 augustus 2004 heeft de curator bevestigd aan de advocaat
van Heineken dat de vordering van Heineken is geplaatst op de lijst der ingediende
betwiste crediteuren, zulks in afwachting van de uitkomst van de onderhavige
procedure.
Correspondentie curator-Heineken
2.67 Bij brief d.d. 18 augustus 2004 (productie 83) heeft de curator zijn voorlopig oordeel
bevestigd aan Heineken. In deze brief is Heineken nadrukkelijk aansprakelijk gesteld
voor de schade die curanda heeft geleden door de toerekenbare tekortkoming zijdens
Heineken. Immers, Heineken had gelet op de omstandigheden moeten meewerken aan
verplaatsing van HNL naar een later tijdstip, hetgeen reeds door curanda was
voorbereid, waarbij curanda bereid was de kosten te dragen. Van toerekenbare
tekortkoming aan de zijde van curanda is geen sprake. De beslaglegging op 2 april
2003 geeft aan dat Heineken de voor haar uit de Sponsorovereenkomst, alsmede uit de
redelijkheid en billijkheid, voortvloeiende verplichtingen niet wenste na te komen.
Voorts is Heineken aansprakelijk gesteld voor de schade die curanda lijdt ten gevolge
van het onrechtmatig handelen van Heineken, bestaande uit de beslaglegging op 2
april 2003.
Ten slotte is Heineken aansprakelijk gesteld voor de schade die curanda heeft geleden,
welke schade kan worden begroot op het tekort in het faillissement.
2.68 Bij brief van 15 september 2004 (productie 84) van haar advocaat heeft Heineken de
aansprakelijkheid betwist. Hierbij heeft Heineken onder meer gesteld dat curanda de
organisatie van HNL niet langer zou willen voortzetten wegens de geringe
kaartverkoop. Aangezien curanda op grond van financiële overwegingen zelf de
organisatie van het evenement op de overeengekomen dagen zou hebben beëindigd
zou curanda in verzuim zijn en zou het beroep van curanda op de latere beweerdelijke
afzeggingen van geboekte artiesten wegens de oorlog in Irak niet op gaan. Voorts
heeft Heineken gesteld dat zij niet goed kon zien hoe een verplaatsing van het
evenement mogelijk zou zijn zonder extra risico’s en kosten voor Heineken. Heineken
heeft betwist dat het in de branche gebruikelijk is dat indien er sprake is van een
gebeurtenis waardoor artiesten genoodzaakt worden hun concerten af te zeggen de
data van het evenement moeten worden verplaatst. Heineken heeft ook de afzegging
door Jay-Z en Erykah Badu betwist.
Met betrekking tot de vordering van de curator ter zake van het onrechtmatig handelen
van Heineken, bestaande uit de beslaglegging, heeft Heineken onder meer, gesteld dat
sprake was van een toerekenbare tekortkoming van curanda. Ontbinding werd in de
inleidende dagvaarding gevorderd. Heineken heeft betwist dat zij wist dat het beslag
onder de Rabobank voor haar geen verhaal van haar vordering zou kunnen opleveren.
Heineken heeft gesteld dat curanda niet in kort geding opheffing van de gelegde
beslagen heeft gevorderd. Indien de opzegging van de kredietovereenkomst door de
Rabobank onterecht was, dan dient de curator zich met de bank te verstaan in plaats
van met Heineken.
29