13e openbaar verslag - 22 februari 2008 - CMS Derks Star Busmann
13e openbaar verslag - 22 februari 2008 - CMS Derks Star Busmann
13e openbaar verslag - 22 februari 2008 - CMS Derks Star Busmann
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
20300560/MVZ/cp<br />
geen redelijke voorstellen. Het was mijn advocaat en mij duidelijk dat Heineken er vanaf<br />
wilde, het evenement de nek wilde omdraaien. Na een week of twee weken na de beslaglegging<br />
had ik een telefoongesprek met Vertregt waarin deze mij meedeelde dat er bezuinigd moest<br />
worden op de sponsorbudgetten en dat mr. Jansen tegen hem had gezegd dat Heineken<br />
eenvoudig van het contract met Van Hoorn Company af zou komen. Later werd ik nog<br />
geconfronteerd met boze schuldeisers die mij vertelde(n) dat Jansen had gezegd dat ik nog wel<br />
ergens geld had liggen. Het werd een nare zaak.” (p. 9/10)<br />
Uit deze verklaring alsmede uit de als productie 97 overgelegde verklaring van mr.<br />
J.A. Schaap d.d. 7 januari <strong>2008</strong> blijkt dat curanda er alles aan heeft gedaan ook na de<br />
beslaglegging nog te komen tot een oplossing. Tijdens het overleg met Heineken is<br />
gebleken dat onmogelijke eisen werden gesteld die ook geen recht deden aan de tussen<br />
partijen gemaakte afspraken. Bovendien werden ongefundeerde verwijten gemaakt ten<br />
aanzien van de heer Van Hoorn, kennelijk ingegeven door het feit dat hij in januari<br />
2003 op Costa Rica was getrouwd. Ten slotte blijkt uit deze verklaring omtrent de<br />
daadwerkelijke reden: Heineken wilde in verband met de bezuiniging op de<br />
sponsorbudgetten af van de Sponsorovereenkomst en meende kennelijk in de<br />
afzegging van de artiesten een stok te hebben gevonden om de hond te slaan. Een<br />
dergelijke handelwijze is te kwalificeren als toerekenbare tekortkoming danwel<br />
onrechtmatig jegens curanda.<br />
In haar verklaring onderschrijft mr. Schaap de hiervoor genoemde verklaring van<br />
getuige Van Hoorn. Mr. Schaap heeft (op pagina 3-4) onder meer het navolgende<br />
gesteld:<br />
“(…) Heineken wees echter mediation en bemiddeling telkens van de hand. Heineken ging ook<br />
niet in op voorstellen van onze kant, zij stelde slechts eisen waarvan zij wist dat deze niet voor<br />
Van Hoorn Company acceptabel waren.<br />
Op 4 april 2003 heeft er naar aanleiding van het gelegde beslag bij Van Hoorn Company een<br />
bespreking plaatsgevonden bij mr. Moons op kantoor. Ik ben daar samen met Frank van<br />
Hoorn van Van Hoorn Company naartoe gegaan. Ik kan de bespreking niet meer woordelijk<br />
herinneren, maar de sfeer van de bespreking staat mij nog goed bij. Die sfeer was zeer<br />
onvriendelijk en zelfs vijandig. Frank van Hoorn werd zeer badinerend tegemoet getreden en<br />
Heineken weigerde te geloven in wat hij ook zei. Heineken wilde niet geloven dat de twee<br />
hoofdacts hadden afgezegd en ook niet dat het beslag geen doel had getroffen omdat er een<br />
negatief banksaldo was. Er was een allesbehalve constructieve houding van Heineken, er was<br />
geen bereidheid om te luisteren naar de argumenten van Van Hoorn Company waarom uitstel<br />
van het evenement naar september de beste oplossing was voor alle partijen. Mijn indruk was<br />
dat wij voor niets naar de bespreking waren gekomen. Heineken wilde helemaal geen beste<br />
oplossing voor alle partijen, zij wilde van het contract, het evenement en Van Hoorn Company<br />
af en zag daarvoor nu de mogelijkheid. Het was een frustrerende bespreking, alles dat van de<br />
zijde van Van Hoorn Company werd gezegd ketste af op een muur van onwil en ongeloof.<br />
Heineken opperde slechts dat het beslag kon worden opgeheven bij het stellen van ‘voldoende’<br />
zekerheid en aan uitstel in september werden zodanige voorwaarden gesteld dat dit uitstel<br />
voor Van Hoorn Company onmogelijk was. De term ‘voldoende zekerheid’ heb ik opgevat als<br />
een bedrag dat de vordering zou dekken. Dit lijkt mij voor de hand liggen. Heineken heeft ook<br />
niet aangegeven wat daar dan anders onder verstaan zou moeten worden. Ik stelde duidelijk<br />
dat er geen ‘voldoende’ zekerheid kon worden gesteld omdat er geen geld was en de bank als<br />
gevolg van het beslag niet meer wilde meewerken.<br />
Er zat geen enkel schot in de bespreking. Toen mr. Jansen na mijn herhaling dat er geen geld<br />
was, insinueerde dat Van Hoorn wellicht geld in Costa Rica had (waarbij hij zinspeelde op de<br />
36