10.07.2015 Views

NTvO JUN 2006 ED_2 - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

NTvO JUN 2006 ED_2 - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

NTvO JUN 2006 ED_2 - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tabel 1. PatiëntkarakteristiekenGroep1 (N=40)Groep 2 (N=40)Leeftijd (jaren) 66,4 (51-85) 67,9 (53,5-81)Geslacht V 25 28M 15 12Lengte (cm) 170 (154-196) 168,2 (150- 195)Gewicht (kg) 88,5 (59-130) 79,1 (45-124)Primaire artrose 37 35Secundaire Artrose 3 5ASA groep 1/2/3 9/28/3 11/27/2De NRS gedurende de eerst 24-uur was gemiddeld 3,3(2-8) bij deze groep. 1 patiënt ging naar huis op de 3epostoperatieve dag, 8 patiënten op de 4e, 13 patiëntenop de 5e, 9 patiënten op de 6e en 9 op de 7e postoperatievedag of later (gemiddeld 6,6 dagen opname;spreiding 4-11). Allen waren op de dag van ontslag goedgemobiliseerd met krukken en hadden een flexie vangemiddeld 90 graden (80-110) en een volledige of bijnavolledige extensie. Bij 2 patiënten ontwikkelde zich 2weken postoperatief een haemarthros in de geopereerdeknie als gevolg van doorgeschoten antistolling, waar<strong>voor</strong>de knieën gepuncteerd werden en de antistolling werdgecoupeerd. 1 van deze patiënten en 1 andere patiënt(reactieve knie) moest na 4 weken onder anesthesiedoorbewogen worden. Andere complicaties werdengedurende een follow-up van 3 maanden niet gezien.Groep 2. Bij 36 van de 40 patiënten functioneerde depijnkatheter goed en hoefde naast de protocollair afgesprokenorale analgetica geen intramusculaire morfineals pijn medicatie gegeven te worden. Bij 5 patiënten,waarvan 4 in subgroep 2a, werd met goed resultaat 20cc 0,75% ropivacaïne extra intra-articulair ingespotenvanwege pijn gedurende de avond/nacht.Forse misselijkheid en braken werden in deze groep nietgezien. 10 patiënten klaagden over misselijkheid, echterzonder dat dit hun functioneren in de weg stond.Complicaties gerelateerd aan de ropivacaïne infiltratiewerden niet gezien, noch locaal, noch algemeen.De NRS gedurende de eerste 24-uur was gemiddeld 2(0-7) bij deze groep. Relevante verschillen tussensubgroep 2a en 2b waren <strong>voor</strong> ons niet meetbaar.5 Patiënten gingen op de 1e postoperatieve dag naarhuis, 11 patiënten (29%) op de 2e, 12 op de 3e, 4 op de4e en 8 op de 5e postoperatieve dag of later (gemiddeld3,8 dagen opname; spreiding 1-7) Allen waren op dedag van ontslag goed gemobiliseerd met krukken enhadden een flexie van gemiddeld 90 graden (80-110)en een volledige of bijna volledige extensie. 1 patiëntwerd 6 weken postoperatief doorbewogen onder anesthesiena terugval van de kniefunctie door een reactieveknie. Andere complicaties werden niet gezien gedurendeeen follow-up van 3 maanden.De wondgenezing was in beide groepen vergelijkbaaren wondgenezingstoornissen werden niet gezien. Inbeide groepen waren de wonden na gemiddeld 2 dagen(1-5) droog.De KSS score was na 3 maanden in beide groepen vergelijkbaaren in alle gevallen goed tot zeer goed (85-100punten <strong>voor</strong> alignement en geen pijn en 85-100 punten<strong>voor</strong> de functionele score).De patiënttevredenheid was in beide groepen vergelijkbaar.72 van de 80 patiënten (90%) waren tevreden totzeer tevreden, 6 patiënten waren matig en 2 (in groep1) waren ontevreden over de mate van pijn.DISCUSSIEIn deze studie leidde een nieuw pijnprotocol metcontinue intra-articulaire ropivacaïne bij de Oxford ®mUKP tot snelle mobilisatie en tot een gemiddeldehalvering van de opnameduur. De direct postoperatievemorbiditeit was beduidend minder, doordat geenmorfine werd gebruikt. De kniefunctie was onveranderdgoed en het complicatiepercentage bleef onveranderdlaag.Ropivacaïne is een langwerkend anestheticum met mindercardiovasculaire en neurotoxische bijwerkingen danbupivacaïne. 9 Lokale bijwerkingen van de ropivacaïne infiltratie,zoals wondgenezingstoornissen of ischemierondom de wond werden niet gezien. Mogelijke systemischereacties op ropivacaïne, zoals wazig zien, stoornissenvan het gehoor, tintelingen, duizeligheid, spierspasmen,convulsie, hypotensie, bradycardie, hoofdpijn enjeuk kwamen bij onze patiënten niet <strong>voor</strong>. Wij gingenmet onze toegepaste doseringen niet boven het door defabrikant geadviseerde maximum van 3 mg/ kg, maarzelfs hogere doseringen zijn beschreven als veilig. In eenstudie naar een pijnprotocol <strong>voor</strong> de totaleknieprothesevan Vendittoli worden geen complicaties gerelateerd aanropivacaïne-infiltratie, zelfs niet met een gemiddeldedosering van 4,7 ± 0,8 mg/ kg (3,3 – 6,9 mg/kg). 10De gemeten plasmaconcentraties bleven ook bij dieVol.13juni’06N<strong>ED</strong>ERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR ORTHOPA<strong>ED</strong>IE ■ 101

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!