10.07.2015 Views

NTvO JUN 2006 ED_2 - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

NTvO JUN 2006 ED_2 - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

NTvO JUN 2006 ED_2 - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

patiënten beneden de toxisch grens van 1,5 _g/ ml. 9,10Zij infiltreerden echter in combinatie met adrenaline(0,5 mg, 1:200.000 in 100 ml), hetgeen de release vande ropivacaïne in de bloedbaan vertraagd en de werkingsduurverlengd.De tevredenheid was in beide groepen goed; echter inde snelle groep was relatief een groter enthousiasmemerkbaar, maar niet objectief meetbaar. Datzelfde constateerdeReilly in een studie waarin UKP patiënten viaeen versneld protocol, gericht op snel ontslag, werdengemobiliseerd en ontslagen. 4 Zij hanteerden een leeftijdvan 75 jaar of ouder als exclusiecriterium. Hun gemiddeldeopnameduur bedroeg 1,5 dagen, waarbij echtereen andere telling werd gehanteerd. Gecorrigeerd naaronze tellingmethode zouden zij op gemiddeld 2,8dagen zijn uitgekomen, tegenover onze 3,8 dagen. (inonze telling worden de opnamedag/operatiedag en deontslagdag als volledige opnamedagen geteld). In onzestudie werden patiënten met hoge leeftijd gewoon geïncludeerd.Wij voerden een liberaal ontslagbeleid nietgericht op snel ontslag, waarbij meer dan gebruikelijkaan de patiënt werd gevraagd of hij /zij er al aan toe wasnaar huis te gaan. Wij kozen <strong>voor</strong> dit beleid om denieuwe procedure beter te kunnen observeren enmeten. Bij een meer gebruikelijk directiever ontslagbeleiden goede <strong>voor</strong>lichting op de te volgen procedurelijkt het zeer wel mogelijk in onze setting een verderereductie van opnameduur zonder kwaliteitsverminderingte bereiken.Een ‘rapid recovery’ protocol gebaseerd op een 24-uursopname waarbij gebruik gemaakt wordt van langwerkende locaal anesthetica (zoals bij onze subgroep2a) werd reeds in 2003 gepropageerd door Kohen enKerr. 11 Zij selecteerden gezonde patiënten, net alsReilly, die patiënten met diabetes mellitus, COPD eneen <strong>voor</strong>geschiedenis met hartoperatie of diepe veneuzetrombose excludeerde. 4 Wij maakten daarin geen onderscheid;slechts 11 van onze patiënten hadden eenblanco <strong>voor</strong>geschiedenis (ASA 1).Een belangrijke kostenreductie kan via deze behandelmethodehaalbaar zijn. Reilly (4) berekende <strong>voor</strong> deEngelse situatie een kostenreductie tot 27%. Andere<strong>voor</strong>delen van dit protocol zijn de gemakkelijke toepasbaarheiden efficiëntie in de operatiekamer. De operatietijdnam niet of nauwelijks toe door het aanleggen vande intra-articulaire katheter en de infiltratie. Dit is een<strong>voor</strong>deel boven het geven van perifere zenuwblokkades,hetgeen tijdrovend kan zijn. Bovendien kunnen die hetpostoperatieve mobiliseren vertragen.Onze studie kent een aantal methodologisch zwakkepunten. Beide groepen hadden een ander mobilisatieprotocol postoperatief, mogelijk gemaakt door anderepijnstilling. Dit zou op zichzelf de resultaten kunnenbeïnvloeden. De studie was niet gerandomiseerd; eenfactor die bij<strong>voor</strong>beeld van invloed kan zijn geweest ishet verschil in kalenderperiode waarin beide groepenzijn behandeld. Groep 1 was gemiddeld ±12% zwaarderdan groep 1; er blijkt echter in onze studie geen relatietussen overgewicht en de gemeten uitkomsten. Voorhet overige lijken beide groepen wel goed vergelijkbaar.De studie is niet geblindeerd; dit kan ook niet naar depatiënten toe, maar had wel gekund <strong>voor</strong> de bepalingvan de functie, de KSS en de patiënttevredenheid.Objectief maten wij geen verschillen in uitkomstentussen de subgroepen 2a en 2b. Subjectief kiezen wij nuechter <strong>voor</strong> de pijnbestrijding zoals toegepast bijsubgroep 2b welke een beter te controleren continuepijnvrij resultaat mogelijk lijkt te maken.Concluderend observeerden wij bij patiënten die eenmUKP geïmplanteerd kregen, met per- en postoperatieveintra-articulaire ropivacaïne als pijnbestrijding,goede resultaten. Wij zagen minder morbiditeit en pijn,een snellere mobilisatie met goed functiebereik, bij eenonverminderd laag complicatiepercentage en uitstekendepatiënttevredenheid.ABSTRACTGoal: to determine the effect of continuous intra articularinfusion of ropivacaine after the Oxford medial unicompartmentalknee arthroplasty (UKP) on morbidity and postoperativepain, range of motion and length of hospital stay.Method: in a prospective cohort-study we included 80 consecutivepatients, planned for an Oxford medial UKP. The firstgroup of 40 patients comprised of 25 women en 15 men with amean age of 66,4 years (51-85). A minimal invasive approachwas used, under spinal anesthesia with 2,5 cc bupivacaïne 0,5percent and 0,5 cc morphine 2 percent.They received standard postoperative analgesics and morphineintramuscular as needed. Physiotherapy started on the first daypostoperatively.The second group comprised of 28 women en 12 men with amean age of 67,9 years (53,5-81). They were operated, usingthe same minimal invasive approach, under the same spinal anesthesia,however without morphine, but combined with intraoperative local injection of 80 cc of ropivacaine 0,2 percent intoany damaged soft tissue and 3 cm out under the skin beforeclosing the wound. They received the same postoperative analgesics,but no morphine intramuscular. The next morning at 8am, while removing the intra articular catheter, 20 cc ropivacaine0,75 percent was injected, 10 cc intra articular en 10 cc subcutaneously(subgroup 2a, 25 patients). Subgroup 2b (15patients) received 4 cc ropivacaine 0,2 percent hourly intraarticular from the operation until six o’clock the next morning.Again while removing the intra articular catheter, 20 cc ropivacaine0,75 percent was injected, 10 cc intra articular en 10 ccsubcutaneouslyMobilisation started with active leg raising and knee flexion andextension on the bedside in the afternoon on the operation day.Walking with crutches followed on the next day.Results: Group 1: 8 patients lost a day of mobilisation postoperativelybecause of nausea and sometimes vomiting. The‘Numeric Rating Scale’ (NRS) during the first 24-hours was amean 3,3 (2-8) in this group. The mean hospital stay was 6,6Vol.13juni’06N<strong>ED</strong>ERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR ORTHOPA<strong>ED</strong>IE ■ 103

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!