13.07.2015 Views

over publieke en private verantwoordelijkheden - Oapen

over publieke en private verantwoordelijkheden - Oapen

over publieke en private verantwoordelijkheden - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>over</strong> <strong>publieke</strong> <strong>en</strong> <strong>private</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>4.3.2 mededinging <strong>en</strong> de uitoef<strong>en</strong>ing van <strong>over</strong>heidsgezagDe werkingssfeer van het Europese mededingingsrecht is e<strong>en</strong> ruime. Behoud<strong>en</strong>se<strong>en</strong> aantal uitdrukkelijke uitzondering<strong>en</strong> 5 , zijn de mededingingsregels in beginselop alle soort<strong>en</strong> van activiteit<strong>en</strong> van toepassing. Zo zijn de artikel<strong>en</strong> 85 <strong>en</strong> 86in het verled<strong>en</strong> reeds toegepast op sector<strong>en</strong> zoals het vervoer (zak<strong>en</strong> 209-213/84(Ministère Public), arrest van 30 april 1986, Jur. 1986 1425; zaak 66/86 (AhmedSaeed Flugreis<strong>en</strong>), arrest van 11 april 1989, Jur. 1989 803), de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing(Zaak C-393/92 (Almelo e.a.), arrest van 27 april 1994, Jur. 1994 I-1477), <strong>en</strong> hetbank- <strong>en</strong> verzekeringswez<strong>en</strong> (zaak 172/80 (Züchner), arrest van 14 juli 1981,Jur. 1981 2021).Niettemin zijn de mededingingsregels niet van toepassing op de ‘uitoef<strong>en</strong>ingvan <strong>over</strong>heidsgezag’ (arrest van 16 juni 1987, zaak 118/85 (Commissie/Italië),Jur. 1987 2599, rov. 7 <strong>en</strong> 8) of op organ<strong>en</strong> van de staat ‘handel<strong>en</strong>d’ in hun hoedanigheidvan <strong>over</strong>heid (arrest van 4 mei 1988, zaak 30/87 (Bodson), Jur. 19882479, rov. 18). In die situatie – e<strong>en</strong> <strong>over</strong>heid die binn<strong>en</strong> haar soevereine bevoegdheidoptreedt (zie ook Bellamy and Child 1993: 42) – is van ge<strong>en</strong> belang of destaat zijn <strong>over</strong>heidsgezag rechtstreeks via e<strong>en</strong> tot het c<strong>en</strong>trale bestuur behor<strong>en</strong>dorgaan uitoef<strong>en</strong>t, dan wel via e<strong>en</strong> afzonderlijk lichaam waaraan hij bijzondere ofuitsluit<strong>en</strong>de recht<strong>en</strong> heeft toegek<strong>en</strong>d (zaak 118/85 (Commissie/Italië), rov. 7 <strong>en</strong>8; arrest van 18 maart 1997, zaak C-343/95 (Calì <strong>en</strong> Figli), Jur. 1997 I-1547, rov. 16<strong>en</strong> 17).181E<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid handelt in de uitoef<strong>en</strong>ing van <strong>over</strong>heidsgezag wanneer de betrokk<strong>en</strong>activiteit “e<strong>en</strong> taak van algeme<strong>en</strong> belang (is) die behoort tot de kerntak<strong>en</strong>van de staat” <strong>en</strong> die “weg<strong>en</strong>s (zijn) aard <strong>en</strong> (zijn) doel <strong>en</strong> de regels waaraan hij(is) onderworp<strong>en</strong> neer(komt) op het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van prerogatiev<strong>en</strong> (...) dietypisch <strong>over</strong>heidsprerogatiev<strong>en</strong> zijn” (zaak C-364/92 (SAT Fluggesellschaft),reeds aangehaald, rov. 30; zaak C-343/95 (Calì <strong>en</strong> Figli), reeds aangehaald, rov. 22<strong>en</strong> 23). Voorts lijkt uit rov. 22 van het arrest in de zaak Höfner <strong>en</strong> Elser afgeleid temoet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat de mededingingsregels niet van toepassing zijn wanneer debetrokk<strong>en</strong> activiteit altijd in hand<strong>en</strong> is geweest van, <strong>en</strong> noodzakelijkerwijs moetword<strong>en</strong> verricht door, <strong>over</strong>heidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (arrest van 11 december 1991, zaakC-41/90 (Höfner <strong>en</strong> Elser), Jur. 1991 I-1979. Ook: conclusie Jacobs in de zak<strong>en</strong>C-67/96 e.a., par. 314). De vraag di<strong>en</strong>t dus te word<strong>en</strong> gesteld of e<strong>en</strong> bepaaldeactiviteit noodzakelijkerwijs door op<strong>en</strong>bare e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> of hun verteg<strong>en</strong>woordigerswordt verricht.4.3.3 het ondernemingsbegripIngevolge de jurisprud<strong>en</strong>tie van het Hof omvat het begrip ‘onderneming’ “elkee<strong>en</strong>heid die e<strong>en</strong> economische activiteit uitoef<strong>en</strong>t, ongeacht haar rechtsvorm <strong>en</strong>de wijze waarop zij wordt gefinancierd” (zaak C-41/90 (Höfner <strong>en</strong> Elser), reedsaangehaald, rov. 21). In zijn conclusie in de zak<strong>en</strong> C-67/76 e.a. memoreert Jacobsdat het begrip ‘onderneming’ e<strong>en</strong> dubbel doel di<strong>en</strong>t. Enerzijds wordt door het

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!