Een ingebeelde kwaal
Een ingebeelde kwaal - School voor Openbaar Bestuur
Een ingebeelde kwaal - School voor Openbaar Bestuur
- No tags were found...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1 Strategisch vermogen<br />
Strategie is een omstreden begrip zonder eenduidige definitie. Het is een begrip dat<br />
in diverse verbanden verschillend wordt gebruikt, niet zelden op een wijze die op<br />
dat moment het beste uitkomt, zonder dat iemand eigenlijk precies goed weet wat<br />
ermee wordt bedoeld. Het heeft het karakter van een plastic word; woorden die zich<br />
in hun betekenis plooien naar de omstandigheden waarin ze worden gebruikt, als<br />
plastic Lego-stenen die eindeloos kunnen worden gecombineerd, gevarieerd en<br />
ingewisseld, net zoals begrippen als proces, management of communicatie.<br />
De vraag is dan wat strategie in het kader van de Rijksoverheid eigenlijk is.<br />
In dit hoofdstuk verkennen we aan de hand van de wetenschappelijke literatuur<br />
het thema strategie en duiden we de context waarin strategie bij de overheid vorm<br />
krijgt. Op basis hiervan definiëren we het begrip strategisch vermogen.<br />
1.1 strategie in de overheidsomgeving<br />
Het is niet goed mogelijk om het begrip strategie te definiëren zonder te kijken naar<br />
de context waarin die strategie tot stand moet worden gebracht. Veel wetenschappelijke<br />
literatuur over strategie en strategievorming gaat over de private sector (Porter,<br />
1980; Mintzberg, 1987). De private sector en de overheidssector zijn echter beperkt<br />
vergelijkbaar. In het bedrijfsleven is strategie gericht op het vergroten van het marktaandeel,<br />
het maximaliseren van de winst. Bij het formuleren van een bedrijfsstrategie<br />
worden vragen beantwoord als: Welke producten en diensten brengen we op de<br />
markt? Voor welke markt kiezen we? Zaken die te maken hebben met effectiviteit en<br />
efficiency. De strategie is vervolgens het geheel van samenhangende keuzes met<br />
betrekking tot de inzet van middelen om tot die doelen te komen. En die doelen worden<br />
vervolgens gehaald, of niet. Die benadering is niet zonder meer of - misschien<br />
wel - zonder meer niet toepasbaar op de overheid. Departementen werken in een<br />
ambtelijke én politieke context; plannen, strategieën, beleidsvoorstellen worden al<br />
dan niet gevoed door en uiteindelijk gewogen en beoordeeld vanuit een bredere politieke<br />
rationaliteit. De Rijksoverheid moet vorm geven aan zijn strategie en daarover<br />
publieke verantwoording afleggen in een politieke arena. <strong>Een</strong> omgeving die wordt<br />
gekenmerkt door een (steeds sneller) ritme van opeenvolgende electorale cycli, politiek<br />
risicomijdend gedrag, begrotingskaders, beeldvorming, de druk van de media,<br />
incidenten en snel wisselende maatschappelijke opvattingen. Anders geformuleerd:<br />
de wisselwerking tussen de politieke hit-and-run die veelal, en niet onbegrijpelijk, op<br />
korte termijn succes is gericht kan ten koste gaan van lange termijn doelen en continuïteit<br />
van het overheidsbeleid (In ’t Veld, 2010; van Eeten, 2010, Castells, 2007,<br />
De Bruijn, 2011a).<br />
Het gevolg is dat overheidsorganisaties, anders dan het bedrijfsleven, zelden op effectiviteit<br />
of efficiëntie alleen zijn gericht maar hun effectiviteit in belangrijke mate ontlenen<br />
aan de interactie met de politieke rationaliteit (Van Twist e.a., 2007). Het succes<br />
van ‘de strategie’ van een departement wordt dan bepaald door een min of meer<br />
toevallige wisselwerking die tussen de ambtelijke en de politieke rationaliteit kan<br />
Strategisch vermogen<br />
11