Een ingebeelde kwaal
Een ingebeelde kwaal - School voor Openbaar Bestuur
Een ingebeelde kwaal - School voor Openbaar Bestuur
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
5 Conclusies en aanbevelingen<br />
Teneinde een therapie te kunnen voorschrijven hebben we de onderzoeksvraag naar<br />
het strategisch vermogen van de Rijksoverheid op verschillende manieren benaderd.<br />
In de hoofdstukken 2 en 3 hebben we de vraag vanuit een onderzoeksperspectief behandeld.<br />
In hoofdstuk 4 hebben we een reflexief perspectief gekozen en nagedacht<br />
over wat het met enige regelmaat stellen van vragen over strategisch vermogen betekent.<br />
We komen nu toe aan het formuleren van een antwoord op de onderzoeksvraag<br />
en het schetsen van een aantal handelingsopties. We putten hierbij uit de resultaten<br />
van de survey, de door ons gevoerde gesprekken en onze bespiegelingen in het voorgaande<br />
hoofdstuk.<br />
‘Rijksbreed’<br />
De oorspronkelijke vraagstelling repte van versterking van het ‘algehele rijksbrede<br />
strategisch vermogen’. Wij hebben dit bewust geïnterpreteerd als ‘strategisch<br />
ver mogen van de Rijksoverheid’. Uit de survey komt het beeld van departementale<br />
homogeniteit naar voren, en blijkt dat er weinig heil wordt verwacht van meer interdepartementale<br />
samenwerking. ‘Rijksbreed’ blijft in de Nederlandse bestuursarchipel<br />
een moeizaam begrip. Het collegiale bestel, de gekoesterde autonomie van de departementen,<br />
de bescheiden opstelling van Algemene Zaken als het gaat om centrale aansturing,<br />
de verschillende tijdshorizonten die worden gehanteerd: het zijn alle elementen<br />
die aanleiding geven het vooral te zoeken in de intramurale zorg. Strategie als<br />
praktijk voltrekt zich amper boven de departementen, in mindere mate tussen de departementen<br />
en primair binnen de departementen. Het moet daarom in eerste instantie<br />
gaan om het verbeteren van het strategisch vermogen van het eigen departement, ook<br />
omdat dat een grotere eigen verantwoordelijkheid met zich meebrengt en de kansen<br />
op resultaten verhoogt. Bij het verbeteren van het strategisch vermogen van het eigen<br />
departement wordt overigens weinig waarde gehecht aan het veranderen van de<br />
bestaande organisatiestructuur. Meer heil wordt verwacht van het stimuleren van op<br />
samenwerking gericht gedrag van medewerkers.<br />
De ambtelijke top<br />
De rol van de ambtelijke top ter bepaling van het huidige strategisch vermogen is<br />
groot, zo blijkt uit ons onderzoek. Men zou dat kunnen lezen als een waardeoordeel,<br />
maar ook als een feitelijke constatering. Deze rol is echter ook een belangrijk verbeterpunt,<br />
wat de ambtelijke top een mandaat verschaft om aan de slag te gaan met strategisch<br />
vermogen. Uit het onderzoek blijkt dat er behoefte is aan ‘toekomstbestendiger<br />
beleid’. In gesprekken werd daar de notie aan toegevoegd dat ambtelijk leiderschap<br />
inhoudt dat er ‘koersvast’ beleid wordt gemaakt, met andere woorden dat de politiek<br />
bij de les wordt gehouden. De survey laat zien dat meer ruimte moet ontstaan voor<br />
verbinding met de maatschappij en voor het betrekken van afwijkende standpunten<br />
bij de beleidsvorming. De ambtelijke top dient ervoor te zorgen dat deze ruimte, waarin<br />
strategie als praktijk invulling krijgt, beschikbaar komt.<br />
Conclusies en aanbevelingen<br />
55