Een ingebeelde kwaal
Een ingebeelde kwaal - School voor Openbaar Bestuur
Een ingebeelde kwaal - School voor Openbaar Bestuur
- No tags were found...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De verhouding overheid-burger…<br />
De veronderstelling van een identiteitscrisis binnen de Rijksoverheid grijpt ook terug<br />
op het actuele politiek debat. Dit debat gaat voor een belangrijk deel over de veranderende<br />
verhouding overheid-burger. Waar de burger voorheen geneigd was te<br />
buigen voor de bestuurder, en een vierjaarlijkse mandatering via algemene verkiezingen<br />
volstond ter legitimering van het gezag, is die burger inmiddels ongeduriger,<br />
mondiger en electoraal minder honkvast geworden. Tegelijkertijd keert de overheid,<br />
na de hoogtijdagen van het overheidsingrijpen ter vervolmaking van de verzorgingsstaat<br />
die een ‘doelgerichte’ politiek met zich mee bracht, in ieder geval retorisch op<br />
zijn schreden terug. Die terugtrekking verloopt echter allesbehalve probleemloos.<br />
Dat heeft mede te maken met de macht der gewoonte, die ertoe leidt dat de overheid<br />
nog altijd reflexmatig vele beleidsopdrachten voor zichzelf ziet weggelegd. Maar de<br />
kritische burger laat de overheid ook niet zomaar gaan, want het verwachtingspatroon<br />
ten aanzien van zijn ‘democratisch verworven rechten’ blijft onveranderd<br />
hoog, zeker als zich ook nog beeldbepalende incidenten voordoen. In dit verband<br />
wordt wel gesproken van een governance gap: de kloof die gaapt tussen die hoog<br />
gespannen verwachtingen van de burger en het afnemende animo en vermogen van<br />
de overheid universele claims te leggen en complexe problemen tot een voor allen<br />
acceptabele oplossing te brengen. De ‘vermarkting’ van de publieke sfeer, waarbij de<br />
politiek zelf een aanbieder-klant relatie heeft gepropageerd, keert zich nu tegen het<br />
bestuur. De burger heeft immers onder het motto ‘klant is koning’ deze verhouding<br />
vooral in zijn eigen voordeel uitgelegd en heeft de wederkerige notie van burgerschap<br />
ingeruild voor een consumptief klantperspectief. De overheid wordt nu juist<br />
geacht te buigen voor de burger.<br />
De bedrijfsmatige kijk op de overheid dateert van eind vorige eeuw en begon als een<br />
reactie op de alomtegenwoordige overheid van de verzorgingsstaat. Grondgedachte<br />
hierbij was dat de overheid als het op efficiency en resultaatgerichtheid aankomt<br />
veel kon opsteken van het bedrijfsleven. Concepten als ‘de ondernemende overheid’<br />
winnen deze jaren veel terrein (Osborne en Gaebler, 1993) en er zou een stroming<br />
onder de naam New Public Management ontstaan die gekenmerkt werd door een<br />
sterk economische oriëntatie. <strong>Een</strong> aantal van de principes van deze school is nog<br />
altijd actueel: op output-legitimiteit gebaseerd overheidsoptreden, de verzelfstandiging<br />
van publieke diensten, een zo rigoureus mogelijke scheiding tussen beleid en<br />
uitvoering (inclusief een stevige rol voor de toezichthouder) en het decentraliseren<br />
van bestuur. Ondanks het feit dat het neoliberalisme onder druk van de financieeleconomische<br />
crisis veel van zijn glans heeft verloren, houdt het strikte bezuinigingsbeleid<br />
dat als crisismanagement wordt gevoerd veel van deze uitgangspunten<br />
overeind. Maar ook indertijd ontstond al kritiek op deze denkrichting door waarnemers<br />
die meenden dat de overheid nu juist niet als een bedrijf gerund dient te<br />
worden. Zo ontwikkelde de Amerikaanse bestuurskundige Robert Denhardt het<br />
‘tegenbegrip’ New Public Service (Denhardt & Denhardt, 2002). Bij hem staan begrippen<br />
als gerichtheid op waarden en missie, dienstbaarheid aan de burger en toewijding<br />
aan de publieke zaak centraal: principes die weliswaar gedeeld worden door<br />
veel npm-adepten maar die hier vanuit een andere benadering worden nagestreefd.<br />
Het gaat dan niet zozeer om een overheid als bespeler van een markt, maar als<br />
bemiddelende instantie die zich dienstbaar opstelt ten behoeve van een naar belan-<br />
50 <strong>Een</strong> <strong>ingebeelde</strong> <strong>kwaal</strong>