potentieel voor VOS-emissies naar het compartiment lucht - LNE.be
potentieel voor VOS-emissies naar het compartiment lucht - LNE.be
potentieel voor VOS-emissies naar het compartiment lucht - LNE.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
7.4.2.2 Nageschakelde technieken:<br />
7.4.2.2.1 Ver<strong>be</strong>terde stortgasonttrekking tijdens en na exploitatiefase<br />
Beschrijving(Borstlap, 2003)<br />
Stortgasonttrekking <strong>be</strong>staat erin dat door middel van een netwerk van “bronnen”<br />
<strong>het</strong> in de stortplaats geproduceerde (methaan)gas opgevangen wordt. Door<br />
middel van een pomp wordt <strong>het</strong> <strong>naar</strong> een verwerkingsinstallatie gestuurd. Deze<br />
verwerkingsinstallatie kan <strong>be</strong>staan uit:<br />
- Een fakkel, waarin de gassen eenvoudigweg verbrand worden;<br />
- Een installatie waarin <strong>het</strong> gas nuttig wordt aangewend als brandstof.<br />
Deze verwerkingsmethoden worden <strong>be</strong>sproken in punt 7.4.2.2.3.<br />
De specifieke stortgasproductie is <strong>het</strong> hoogst kort na <strong>het</strong> storten. Daarom is <strong>het</strong><br />
interessant om reeds tijdens de exploitatie aan stortgasonttrekking te doen. Dit kan<br />
ge<strong>be</strong>uren door middel van volgende maatregelen (ERM, 2000):<br />
- Aansluiten van bronnen langs de onderzijde<br />
- Plaatsing van tijdelijke bronnen<br />
- Onttrekking via de taluds<br />
Na de exploitatiefase is <strong>het</strong> zo snel mogelijk aanbrengen van een gasdichte<br />
eindafdeklaag <strong>be</strong>vorderlijk <strong>voor</strong> <strong>het</strong> verhogen van <strong>het</strong> captatierendement.<br />
Technische toepasbaarheid<br />
Onttrekking van stortgas tijdens <strong>het</strong> storten is, vanwege de leidingen die nodig<br />
zijn om de bronnen aan te sluiten, vaak problematisch, en wordt daarom maar<br />
<strong>be</strong>perkt toegepast, of volledig achterwege gelaten (ERM, 2000). Dit probleem kan<br />
eventueel verholpen worden door bronnen langs de onderzijde aan te sluiten In<br />
plaats van langs boven. Zo worden de stortactiviteiten niet gehinderd. (ERM, 2000)<br />
Het plaatsen van een onttrekkingsinstallatie, na <strong>het</strong> <strong>be</strong>eindigen van de<br />
stortactiviteiten, stelt in principe geen probleem. Een noodzakelijke <strong>voor</strong>waarde is<br />
wel dat de laagdikte van <strong>het</strong> gestorte materiaal minstens 15 à 20 m <strong>be</strong>draagt om<br />
een goede stortgasproductie en –opvang mogelijk te maken. Wanneer achteraf<br />
extra lagen gestort worden, kunnen de bronnen eenvoudig verlengd worden.<br />
Verder kunnen ook problemen optreden bij zetting van de stortmassa. Op dat<br />
ogenblik zullen verschuivingen optreden in de massa, die kunnen leiden tot<br />
plooien in of breuken van de onttrekkingsbronnen of –leidingen.<br />
Implementatiegraad<br />
VLAREM II <strong>voor</strong>ziet de verplichting tot <strong>het</strong> installeren van een<br />
stortgasonttrekkingssysteem, bij <strong>voor</strong>keur met valorisatie van <strong>het</strong> stortgas als<br />
energiebron. Deze <strong>voor</strong>waarde is van toepassing sinds 01/01/1993 <strong>voor</strong> nieuwe<br />
stortplaatsen en sinds 01/01/1999 <strong>voor</strong> <strong>be</strong>staande stortplaatsen.<br />
Men kan dus redelijkerwijze aannemen dat alle reglementaire stortplaatsen op dit<br />
ogenblik minstens zijn uitgerust met een stortgasonttrekkingssysteem.<br />
ENVIRONMENTAL RESOURCES MANAGEMENT - ERM N.V. AMINAL, SECTIE LUCHT – PB 6323<br />
118