De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4. <strong>De</strong> tempelorde in de eerste eeuw<br />
Op de noordwesthoek van de tempelberg had Herodes de Grote de burcht Antonia gebouwd,<br />
die de Romeinen in beslag hadden genomen (Josephus a: 15,11,4 (678) 18,4,3, (776)). Drie<br />
legers waren in Antonia gestationeerd: de tempelwacht, de stadswacht en een Romeinse wacht<br />
(Josephus b: 5,5,8 (234-<strong>24</strong>5)). Elke nacht werd de tempel bewaakt door tweehonderdveertig<br />
Levieten (een Leviet was een lid van de stam Levi, één van de twaalf stammen van Israel) en<br />
dertig priesters: tien Levieten voor elk van de eenentwintig wachten van de eenentwintig<br />
buitenpoorten en buitenste voorhoven en tien Levieten met tien priesters voor elk van de drie<br />
wachten van de drie binnenste voorhoven (Edersheim: 7,111). Een enkele persoon was<br />
aangesteld per wacht als de bevelhebber of het hoofd van die wacht. <strong>De</strong>ze vierentwintig<br />
bevelhebbers van de wachten lijken te hebben behoord tot de “bevelhebbers van de tempel”<br />
(meervoud Lu 22,4.52 Canis). “<strong>De</strong> bevelhebber van de tempel” (enkelvoud <strong>Hand</strong> 4,1 5,<strong>24</strong>.26)<br />
echter, “zo genoemd ter onderscheiding en ter verheffing”, was hij die in de Joodse<br />
geschriften ‘de overste van de berg van het huis’ (of ‘de bevelhebber van de berg van de<br />
tempel’) werd genoemd, en die de aanvoerder was van alle hoofden van de wachten, en die ’s<br />
nachts zijn rondes maakte met brandende fakkels voor zich uit (Lightfoot: 200 over Lu 22,4).<br />
Als hij naderde moesten de wachters opstaan en hem op een bijzondere manier groeten. Iedere<br />
wachter, die in slaap werd aangetroffen op zijn post, werd geslagen of zijn kleren werden in<br />
brand gestoken. <strong>De</strong> tempelwachters werden overdag afgewisseld, maar ’s nachts niet. Dag en<br />
nacht moesten zij voorkomen dat onreine personen de tempelhoven binnengingen. <strong>De</strong> wacht<br />
bij sommige poorten lijkt op een gegeven moment vererfd te zijn geworden in bepaalde<br />
families (Edersheim 7,111-113).<br />
Volgens de beroemde Joods-christelijke geleerde Alfred Edersheim waren de taken van de<br />
“tempelpolitie” ook toevertrouwd aan Levieten, en deze taken werden ook verricht onder<br />
bevel van de Bevelhebber van de Tempel (Edersheim 7,111). Dit sluit de mogelijkheid niet uit<br />
dat de tempelpolitie een apart lichaam was binnen of naast de tempelwacht. <strong>De</strong> taken van de<br />
tempelpolitie kunnen bijv. ook binnen bepaalde families of groepen families vererfd zijn<br />
geworden, net als de wacht bij sommige poorten. Dit wordt bevestigd door het feit dat twee<br />
van de ‘hyperetai’ die <strong>Jezus</strong> arresteerden, familie van elkaar waren: Malchus en zijn familielid<br />
in de binnenhof van de hogepriester (Joh 18,10.26). En de tempelpolitie kan bestaan hebben<br />
uit tien Levitische officieren, net als een gewone wacht, plus een leidinggevende secretaris<br />
(zoals in Athene) en een aantal lagere beambten (‘hyperetai’ genoemd zoals in Athene). Dan<br />
zouden de bevelhebbers van de tempelpolitie, die leiding gaven aan de ‘hyperetai’, “de <strong>Elf</strong>”<br />
geweest zijn, niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk. Het was niet ongebruikelijk in Israel<br />
om een afdeling soldaten te vernoemen naar hun aantal. Zo werd David’s legioen van<br />
(gedeeltelijk buitenlandse) ingehuurde machtige strijders “de dertig” genoemd (2Sa 23,23.<strong>24</strong><br />
1Kr 11,25), en zijn generaals werden “de drie” genoemd (2Sa 23,19.23).<br />
Sommige ‘hyperetai’ van de groep van de <strong>Elf</strong> moeten de Bevelhebber van de Tempel ’s<br />
nachts op zijn rondes hebben vergezeld, om de fakkels voor hem uit te dragen en om de<br />
wachters, die in slaap werden aangetroffen, onmiddellijk te slaan of hun kleren in brand te<br />
steken met de fakkels, en om de bevelhebber als lijfwacht te beschermen. Overdag was het<br />
Levieten, die als assistenten van de priesters in de offerdienst dienst deden, op straffe des<br />
doods verboden om het Heilige binnen te gaan of om het altaar aan te raken (Rops: 459-59),<br />
en ook hun terechtstelling kan onmiddellijk uitgevoerd zijn door de ‘hyperetai’ van de <strong>Elf</strong> en<br />
andere getuigen. “<strong>De</strong> wetten van Levitische reinheid … werden zeer streng opgelegd aan<br />
aanbidders en priesters. Als een melaatse, of wie dan ook die ‘onrein’ was, het heiligdom zelf<br />
was binnengekomen, of enig priester dienst deed in een staat van ‘onreinheid’, zou hij,<br />
wanneer ontdekt, naar buiten worden gesleept en gedood, zonder vorm van proces, door<br />
10