De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
The apostles<br />
including the<br />
Eleven<br />
Acts 2,<strong>14</strong><br />
Woestijvaders<br />
en monniken<br />
(en de orde<br />
van de<br />
Karmelieten)<br />
Er kunnen meer associaties en overeenkomsten zijn.<br />
Zij … smeekten de Heer eendrachtig:<br />
(<strong>Hand</strong> 1:<strong>14</strong> <strong>De</strong>ze allen bleven eendrachtig volharden in het gebed, met enige vrouwen en Maria,<br />
de moeder van <strong>Jezus</strong>, en met zijn broeders.<br />
<strong>Hand</strong> 2:1 En als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen.<br />
<strong>Hand</strong> 2:46 en voortdurend waren zij elke dag eendrachtig in de tempel, braken het brood aan huis<br />
en gebruikten hun maaltijden met blijdschap en eenvoud des harten,<br />
<strong>Hand</strong> 4:<strong>24</strong> En toen dezen het hoorden, verhieven zij eenparig hun stem tot God en zeiden: Gij,<br />
Here, zijt het, die geschapen hebt de hemel, de aarde, de zee en al wat daarin is;<br />
<strong>Hand</strong> 5:12 En door de handen der apostelen geschiedden vele tekenen en wonderen onder het<br />
volk; en zij waren allen eendrachtig bijeen in de zuilengang van Salomo.<br />
<strong>Hand</strong> 15:25 hebben wij eenstemmig besloten mannen te kiezen om die tot u te zenden met onze<br />
geliefden, Barnabas en Paulus,<br />
Tot de Heer jullie smeking hoort; we klaagden met groot geklaag en smeekten de Heer; er<br />
kwam … genade van de heer; En de koning zei tegen ons, Jullie hebben het goed gedaan. Meng<br />
jullie dan nu met mijn volk, en eet brood en drink wijn, en verheerlijk jullie Heer, en jullie zullen<br />
God en de koning dienen. Maar wij zeiden, We zullen God niet ongehoorzaam zijn. (“Maar Petrus<br />
en de apostelen antwoordden en zeiden: Men moet Gode meer gehoorzamen dan de mensen.”<br />
<strong>Hand</strong> 5,29);<br />
Toen werd de koning woedend en wierp ons in de gevangenis, en we brachten de nacht daar<br />
door. En zie, een licht scheen in het gebouw en een engel maakte de gevangenis open en pakte de<br />
kronen van onze hoofden vast en nam ons uit de gevangenis en zette ons neer naast het water van<br />
de rivier en zei tot ons, Waar het water ook naar toe gaat, ga jullie daar ook heen. En we reisden<br />
met het water en met de engel.<br />
(“Maar de hogepriester stond op en allen, die met hem waren … en zij sloegen de handen aan<br />
de apostelen en zetten hen in het huis van bewaring. Maar een engel des Heren opende des nachts<br />
de deuren van de gevangenis en leidde hen naar buiten … de hogepriester … en … zonden<br />
dienaars naar de kerker om hen te laten voorkomen. Doch de dienaars, daar aangekomen, vonden<br />
hen niet in de gevangenis. En zij keerden terug en brachten het bericht mede, Wij vonden wèl de<br />
kerker zeer zorgvuldig gesloten en de wachters voor de deuren op hun post, maar, toen wij hem<br />
openden, vonden wij er niemand in.” <strong>Hand</strong> 5,17-23)<br />
(“Hij (Koning Herodes) … ging hij voort en nam ook Petrus in hechtenis. … En hij liet hem<br />
grijpen en zette hem gevangen … maar door de gemeente werd voortdurend tot God voor hem<br />
gebeden. Toen nu Herodes van plan was hem te doen voorkomen, lag Petrus die nacht te slapen<br />
tussen twee soldaten, geboeid met twee ketenen, en schildwachten hielden voor de deur der<br />
gevangenis de wacht. En zie, een engel des Heren stond bij hem en er scheen licht in het vertrek,<br />
en hij stootte Petrus in zijn zijde om hem te wekken en zeide: Sta snel op! En de ketenen vielen<br />
van zijn handen. En de engel zeide tot hem: Omgord u en bind uw sandalen aan. En hij deed<br />
aldus. En hij zeide tot hem: Sla uw mantel om en volg mij. En hij volgde hem naar buiten en hij<br />
wist niet, dat het werkelijkheid was, wat door de engel gedaan werd, maar hij meende een gezicht<br />
(visioen) te zien. En toen zij langs de eerste en de tweede wacht gegaan waren, kwamen zij aan de<br />
ijzeren poort, die naar de stad leidde, welke vanzelf voor hen openging. En buiten gekomen,<br />
gingen zij één straat ver en terstond daarna verliet de engel hem.” <strong>Hand</strong> 12,3-10);<br />
Dag en nacht biddend, bleven we drie dagen en nachten waken: bij het feest van de verrijzenis van<br />
de heer; de Eucharistie van de Heer; <strong>De</strong>ze dingen geschreven hebbende, en het hele leven van de<br />
zaligen, gaven we ze – de beschreven tabletten – aan onze broeder Zosimus (een monastieke<br />
leefregel); de vaders in de woestijn, al de monniken (misschien al een monastieke gemeenschap<br />
vormend), de grot waar ik – Zosimus – heb verbleven; uw grot zal een getuigenis van de woestijn<br />
zijn; En ik, Cryseos, één van degenen in de woestijn, verspreidde het (een monastieke orde);<br />
water zoeter dan honing (als bijen van de Heer maakten zij de honing van geestelijke zoetheid)<br />
115