01.09.2013 Views

De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info

De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info

De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

tempeldienst, want het voorval met Jeremia vond enige tijd na de rebellie van Jojakim in 603<br />

voor Chr. plaats, en het voorval betreffende Jakobus de Rechtvaardig vond plaats in 62 AD. 27<br />

In 70 AD werd de tempel verwoest door de Romeinen.<br />

Uit de bijbelse geschiedenis is bekend dat de Kenieten en Rekabieten migranten waren (in<br />

bijbelse termen: hebreeërs (‘ibryi’ = voorbijganger), verblijvers/woners (‘yoshewim’) en<br />

vreemdelingen (‘ger’), in tenten en grotten leefden (bijv. in Charoset-haggojim bij de berg<br />

Karmel) en in ‘dubbelsteden’ in Gad en Judea, bijv. Gittaim, Machanaim, Beerot,<br />

Gederotaim, Bachurim (zie fig. 6), waarschijnlijk in een kampement naast een stenen stad),<br />

ambachtslieden waren (smeden die zwaarden en speren en andere wapens maakten en<br />

krijgswagens en werktuigen en instrumenten), vlakbij water woonden (ook voor het koelen<br />

van de metalen), vrede hadden met alle naties die in oorlog waren (aangezien zij de<br />

wapenleveranciers waren van alle naties), verraderlijk waren en geneigd tot desertie en<br />

gemakkelijk het strijdtoneel ontvluchtten, en in de context van muziek voorkomen. <strong>De</strong><br />

bijbelverzen waarin deze en andere karakteristieken gevonden kunnen worden, staan in tabel<br />

K, B en C (in deze laatste twee tabellen verwijzen de nummers naar de items van tabel K).<br />

Het blijkt dat deze karakteristieken van de Rekabieten ook gevonden kunnen worden in wat<br />

bekend is van de gevangenisbeambten en zelfs in wat we weten van de eerste Joodse<br />

Christenen (zie tabel A. “Coherentie tussen de Rekabieten, gevangenisbewaarders en Joodse<br />

Christenen”; ook in deze tabel verwijzen de nummers naar tabel K).<br />

Een zeer sterke aanwijzing voor het feit dat de Rekabieten de gevangenisbewaarders<br />

geworden waren, is dat er vijf Rekabieten bij naam genoemd worden in de bijbel, namelijk<br />

Jonadab, Jaazanja, Jeremia, Habazinia en Malkia (Ne 3,<strong>14</strong>), en dat de naam van deze laatste<br />

opduikt als de naam van de put in de gevangenishof van de tempel, waarin gevangenen<br />

werden neergelaten en achtergelaten om te sterven in de modder: “de put van Malkia” (Jer<br />

38,6). 28 En de enige naam van een gevangenisbewaarder die we kennen (nl. in de tijd van<br />

<strong>Jezus</strong>) is “Malchus” (Joh 18,10.26), de griekse versie van de hebreeuwse naam Malkia. Meer<br />

karakteristieken van de Rekabieten, die aantonen dat zij gevangenisbewaarders waren<br />

geworden, staan in tabel E.<br />

Er zijn bijv. een aantal aanwijzingen voor, dat de Rekabieten een ambt in de tempel hadden:<br />

de Rekabieten werden eens gewaarschuwd om “uit het midden van Jeruzalem weg te<br />

vluchten”, wat betekent dat zij daar woonden (als in een tijdelijk kampement) en<br />

waarschijnlijk “hen die voor het aangezicht des HEREN wonen (‘yoshewim’)” waren (Jes<br />

23,17-18 vgl. Zef 1,<strong>14</strong>-18 met vijf zinspelingen op de Rekabieten (zie tabel K, item 55)). En<br />

de Bijbel spreekt van “de ‘yotser’ in het Huis des Heren” (Zach 11,13), en ‘yotser’ betekent<br />

‘vormgever’ en wordt gebruikt voor zowel smeden (Jes 44,12 54,16 Hab 2,18) als<br />

pottenbakkers. Nu is het de Talmoed die zegt dat de ‘yotserim’ de Rekabieten waren (Bava<br />

Batra 5 (91b)). En toen Judas Iskariot het arrestatiegeld teruggooide in de tempel, vervulde hij<br />

de profetie dat het zou zijn voor “het veld van de ‘yotser’”: het veld van de Rekabitische<br />

smeden en gevangenisbewaarders, die <strong>Jezus</strong> hadden gearresteerd (dit wordt uitgewerkt in het<br />

intermezzo hieronder: “<strong>De</strong> smid in het Huis des Heren”). En de naam Jeremia van één van de<br />

Rekabieten betekent “die Jehovah heeft aangesteld”, namelijk in een tempelambt dat hem in<br />

staat stelde om voor altijd voor de Heer te staan.<br />

Er zijn ook veel aanwijzingen voor dat zij Nethinim waren, en dus een Levitisch ambt hadden<br />

in de tempel. In de tijd van Nehemia repareerden de Rekabieten de verblijven van de<br />

Nethinim tegenover de Gevangenispoort van de tempel. Malkia, de zoon van Rekab, was een<br />

27 Ook de Rekabieten keerden terug uit de Babylonische gevangenschap (1Kron 2,55).<br />

28 <strong>De</strong> put was niet in de binnenhof van het paleis van de koning, want toen Jeremiah nog steeds gevangen<br />

gehouden werd in de binnenhof van de put, was hij in staat om “tot het gehele volk” te spreken vanaf deze<br />

binnenhof (Jer 38,1-3 NBG). Later werd hij in de put gestopt, maar toen “trokken zij Jeremia aan de touwen op<br />

en haalden hem uit de put. En Jeremia bleef in de gevangenhof” (Jer 38,13 NBG).<br />

18

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!