De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
88. de <strong>Elf</strong><br />
vol nieuwe wijn<br />
allen verstrooid<br />
behalve de<br />
apostelen<br />
‘hyperetai’<br />
fulakav<br />
‘phulakas’ =<br />
bewakers (van de<br />
gevangenis)<br />
vgl. “wachters”<br />
2Kon 17,9 LXX<br />
fulassontwn<br />
‘phulassontōn’=<br />
Jeruzalem<br />
alle volkeren<br />
tot het<br />
uiteinde der<br />
aarde<br />
Lu <strong>24</strong><br />
<strong>Hand</strong> 1,8 2,<strong>14</strong><br />
<strong>Hand</strong> 5,22-26<br />
(Jer 35,13-<strong>14</strong>)<br />
(Ro 13,1-6)<br />
<strong>Hand</strong> 8,1<br />
de Afvalpoort werd gerepareerd door de Rekabieten; de<br />
“vreemdelingen” Mt 27,6 waren waarschijnlijk dezelfde als de<br />
“bewoners”/“verblijvers” <strong>Hand</strong> 2,19; de taal van de “verblijvers”<br />
en de Aramese taal van Tofet was dezelfde als het Aramees van<br />
het Evangelie van de Hebreeën/Nazarenen en van de Peshitta; de<br />
plaatsnaam Tofet lijkt op de plaatsnamen Charoset en Nazaret.<br />
Al deze overeenkomsten bevestigen dat de “pottenbakker”<br />
(‘yotzer’ = vormer) in het Huis des Heren (Zach 11,13)<br />
waarschijnlijk een Rekabitische smid was die, als<br />
gevangenisbewaker, moest assisteren bij <strong>Jezus</strong>’ gevangenneming,<br />
en die toen door Judas was geassisteerd. (zie het intermezzo).<br />
Lu <strong>24</strong>,33.47-48 de elf met de mensen van hun groep bijeen …<br />
en dat in zijn naam bekering tot vergiffenis van de zonden<br />
gepredikt moet worden onder ALLE VOLKEN, te beginnen met<br />
Jeruzalem. Gij zijt getuigen hiervan<br />
<strong>Hand</strong> 1,8 om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel<br />
Judea en Samaria en tot het uiteinde der aarde<br />
Dit zou overeenkomen met de rondtrekkende en<br />
onafhankelijke levenswijze van de Rekabieten, en met hun<br />
kennis van de taal van alle volkeren, aangezien zij de<br />
internationale wapenleveranciers waren. Zij bekeerden zich tot<br />
het Christendom, maar bleven aanvankelijk bevelhebbers van de<br />
Joodse tempel in de Wachtpoort (vgl. de autoriteit die door God<br />
was aangewezen Rom 13,1-6); zij bleven ook in Jeruzalem<br />
ondanks de vervolging door Saul: “allen werden verstrooid over<br />
de streken van Judea en Samaria, met uitzondering van de<br />
apostelen.” (<strong>Hand</strong> 8,1 NBG): zij hadden dus vrede met Saul, de<br />
Joden en de Christenen. Paulus was een tentenmaker: misschien<br />
had hij al een goed contact met de Rekabieten (die in tenten en<br />
grotten woonden). <strong>De</strong> Rekabieten die geen tempelbeambten<br />
waren kunnen zijn begonnen met het evangelizeren onder alle<br />
volkeren.<br />
<strong>Hand</strong> 2,8-15 Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort<br />
spreken in zijn eigen moedertaal? 9 Parten, Meden en Elamieten,<br />
bewoners van Mesopotamie, van Judea en Kappadocie, van<br />
Pontus en Asia, 10 van Frygie en Pamfylie, Egypte en het gebied<br />
van Libie bij Cyrene, de Romeinen die hier verblijven, 11 Joden<br />
zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in<br />
onze eigen taal spreken van Gods grote daden.’ 12 Allen all (--<br />
buitenlanders uit vele verschillende landen --) waren buiten<br />
zichzelf, wisten niet wat ervan te denken en zeiden tot elkaar:<br />
‘Wat zou dit betekenen?’ 13 Maar anderen (-- Judeeërs --)<br />
zeiden spottend: ‘Ze zijn zich aan zoete wijn te buiten gegaan.’<br />
<strong>14</strong> Petrus trad naar voren met de elf en verhief zijn stem om het<br />
woord tot hen te richten: ‘Gij allen, joodse mannen en bewoners<br />
van Jeruzalem, weet dit wel en luistert aandachtig naar mijn<br />
woorden. 15 <strong>De</strong>ze mensen zijn niet dronken zoals gij<br />
veronderstelt, het is immers pas het derde uur van de dag.<br />
<strong>De</strong> Rekabieten, als de wapenleveranciers van alle volkeren,<br />
spraken waarschijnlijk ook de talen van alle volkeren. Petrus<br />
citeert Jeremia’s profetie over de Rekabieten (Jer 35,13) en<br />
verwijst niet naar zichzelf en de overige elf Galilese apostelen<br />
(wij), maar naar “deze mannen”: de Rekabitische <strong>Elf</strong>.<br />
Jer 35,13-<strong>14</strong> Dit zegt Jahwe van de machten, Israels God: Ga<br />
de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem zeggen: Hier<br />
kunt ge leren, hoe ge mijn woorden moet gehoorzamen -<br />
godsspraak van Jahwe. Het bevel van Jonadab, zoon van Rekab,<br />
die zijn zonen verbood wijn te drinken, wordt nageleefd. Tot<br />
vandaag toe drinken ze geen wijn, uit eerbied voor het bevel van<br />
hun stamvader. Maar naar de woorden die Ik telkens opnieuw tot<br />
u richt, luistert ge niet.<br />
Acts 5,22-26 Maar bij aankomst vonden de dienaren<br />
(‘hyperetai’) hen niet meer in de kerker. Zij keerden terug met<br />
het bericht: 23 ‘Wij vonden de gevangenis stevig op slot<br />
(‘kekleismenon’) en de wachten (‘phulakas’) voor de deuren op<br />
hun post, maar toen wij opendeden troffen wij niemand aan.’ …<br />
83