De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
) een gewone Levitische tempelwacht bestond uit tien personen. Ook de tempelpolitie kan<br />
hebben bestaan uit tien officieren plus een secretaris/hoofd (zoals in Athene) en kan “de <strong>Elf</strong>”<br />
genoemd zijn. In het Oude Testament werd David’s legioen van (ingehuurde) machtige<br />
strijders “de <strong>De</strong>rtig” genoemd, en zijn generaals “de Drie”.<br />
c) de stelling is gedeeltelijk gebaseerd op de organisatie van de Griekse stadstaat Athene, en<br />
<strong>Lucas</strong>’ Evangelie en <strong>Hand</strong>elingen werden geschreven door een Griekse (tempel-)arts voor een<br />
vergriekste hoogwaardigheidsbekleder (en Joodse ex-hogepriester).<br />
d) de stelling heeft één en dezelfde oplossing voor de zeven tegenstellingen tussen Johannes’<br />
en <strong>Lucas</strong>’ verschijningsverhalen, die opgenoemd zijn in de inleiding,<br />
e) het maakt ook de vier Evangelieverhalen over de gebeurtenissen op Paasmorgen volledig<br />
verklaarbaar en met elkaar overeenstemmend,<br />
f) het verklaart ook een deel van het Kerygma (“alle apostelen”) en<br />
g) wordt ondersteund door een grote hoeveelheid overig zich opstapelend bewijs uit het<br />
Nieuwe Testament, bijv: 1. <strong>De</strong> ‘hyperetes’ sloeg <strong>Jezus</strong> in het gezicht ten overstaan van Annas,<br />
omdat hij een ‘hyperetes’ van de tempel was. 2. Kleopas en Maria van Klopas en Simon (de<br />
zoon van Klopas) zijn allemaal in Jeruzalem in de periode van <strong>Jezus</strong>’ lijden en Pasen, en op<br />
zijn minst twee van hen zagen Hem na zijn verrijzenis. 3. <strong>De</strong> Syrische, Arabische en<br />
Perzische versies van het Nieuwe Testament (mogelijk overgeschreven door nakomelingen<br />
van de Arabische Rekabitische <strong>Elf</strong>, die naar Syrië en Perzië waren gemigreerd) leveren over,<br />
dat er “zekere anderen” en niet alleen maar Galilese vrouwen waren die ’s ochtends <strong>Jezus</strong>’<br />
graf bezochten en van wie sommigen aan de <strong>Elf</strong> over <strong>Jezus</strong>’ verrijzenis gingen vertellen. 4.<br />
<strong>De</strong> bevelhebber bij het kruis en allen die bij hem waren, waren zeer bevreesd bij <strong>Jezus</strong>’ dood<br />
en bij <strong>Jezus</strong>’ verschijning waren de <strong>Elf</strong> ontzet en zeer bevreesd. 5. <strong>Jezus</strong> zei tegen de<br />
bevelhebber en ‘hyperetai’, toen ze Hem arresteerden, dat de Schriften vervuld moesten<br />
worden, en Hij herinnert de <strong>Elf</strong> eraan, wanneer Hij op de avond van Pasen aan hen verschijnt,<br />
dat Hij hun dit had gezegd. 6. Aan de Galilese apostelen toont de verrezen <strong>Jezus</strong> zijn handen<br />
en doorstoken zijde (in plaats van zijn handen en voeten), om hen ervan te verzekeren dat Hij<br />
werkelijk gestorven was; voor de <strong>Elf</strong> eet Hij vis om hen ervan te verzekeren dat Hij niet de<br />
geest van een dode was. 7. <strong>De</strong> vrouwen, die op weg waren naar de Galilese apostelen, zagen<br />
de verrezen <strong>Jezus</strong>, maar de vrouwen, die op weg waren naar de <strong>Elf</strong>, zagen geen verschijning<br />
van <strong>Jezus</strong>. 8. <strong>De</strong> <strong>Elf</strong> zijn voortdurend in de tempel; de apostelen verborgen zich in het<br />
Cenakel. 9. <strong>Jezus</strong>’ verschijning aan Simon Petrus en enkele anderen in Galilea is zijn derde<br />
verschijning aan zijn leerlingen, wat onmogelijk zou zijn als <strong>Lucas</strong>’ Simon Simon Petrus was.<br />
10. Matthias wordt bij “de elf apostelen” gerekend en niet bij “de <strong>Elf</strong>”. 11. Op Pinksteren<br />
stond Petrus op met de <strong>Elf</strong>. 12. <strong>De</strong> buitenlandse Joden konden de prediking op Pinksteren<br />
“ieder in zijn eigen moedertaal verstaan” omdat de Rekabieten, als internationale<br />
wapenleveranciers, waarschijnlijk de talen van alle volkeren spraken. 13. <strong>De</strong><br />
(geheelonthoudende Rekabitische) apostelen worden belachelijk gemaakt en ervan<br />
beschuldigd dronken te zijn. 13. Petrus kon tot drieduizend mensen spreken omdat hij op de<br />
gevangenispoort van de tempel stond (en zo leek op Jeremia).<strong>14</strong>. Petrus citeert vervolgens<br />
Jeremia’s profetie (35,13-19), die de mannen van Judea en alle inwoners van Jeruzalem met<br />
de Rekabieten vergelijkt. 15. Petrus citeert ook Joel: “over mijn dienaars … zal Ik … mijn<br />
Geest uitstorten.” 16. Petrus spreekt over de belachelijk gemaakte Rekabieten als “deze<br />
mannen”, maar over de verzamelde apostelen van beide soorten als “wij allen”. 17. <strong>De</strong><br />
Rekabitische apostelen “leiden smaad”, opgesloten in hun eigen gevangenis en geslagen door<br />
hun eigen ondergeschikten. 18. Toen alle apostelen in de Zuilengang van Salomo waren<br />
durfden “de overigen” (van het tempelpersoneel) zich niet bij hen te voegen, maar het volk<br />
wel. 19. <strong>De</strong> apostelen zijn in staat om in Jeruzalem te blijven ondanks Paulus’ vervolging van<br />
alle leerlingen. 20. <strong>De</strong> apostelen sturen Simon Petrus en Johannes naar Samaria. 21. Nadat<br />
Barnabas Paulus naar de apostelen had meegenomen, zweert Paulus, na in de tempel te zijn<br />
40