De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
en ongetwijfeld latere overlevering is, en een opzettelijke verbetering van de vaagheid van het<br />
origineel’ (noot 509 en 511 in het commentaar op Eusebius 2,23,17 van de Christian Classics<br />
Ethereal Library 18 ). Maar de ‘default’ en beste veronderstelling is dat zowel Hegesippus’ en<br />
Epifanius’ verhaal exact is en dat Simon de zoon van Klopas een ‘cohen’ van de Rekabieten<br />
was en één van de handhavers van de tempelorde, bijv. als één van de bevelhebbers van de<br />
tempel.<br />
En dat Simon de zoon van Klopas volgens Hegesippus een priester (‘cohen’) was van de<br />
Rekabieten, klopt exact met mijn stelling dat hij de leidinggevende en vertegenwoordiger was<br />
van de <strong>Elf</strong>, want de Rekabieten blijken gedurende vele eeuwen de officieren van de<br />
tempelgevangenis te zijn geweest (zie fig. 2 voor de structuur van het bewijs).<br />
<strong>De</strong> Rekabieten waren leden van een Arabische nomadenstam, de Kenieten, die<br />
‘zich hadden verzet tegen het zich vestigen en landbouw te bedrijven. Ze waren ook<br />
overeengekomen om zich te onthouden van het drinken van wijn. <strong>De</strong> meeste geleerden zijn eens<br />
over het gelijkstellen van de Jonadab, zoon van Rechab, die genoemd wordt als de leider die deze<br />
restricties had ingesteld, met dezelfde Jonadab die Jehu assisteerde bij zijn religieuze zuivering<br />
van Baalisme na de regering van Ahab.’ (voetnoot 3 bij Jer 35,1-19 NET Bible; vgl. 2Kon<br />
10,15.23-<strong>24</strong>). 19<br />
Jonadab, de zoon van Rekab, leefde ongeveer driehonderd jaar eerder dan de profeet Jeremia.<br />
Maar toen Jeremia in 603 voor Christus de Rekabieten probeerde te verleiden om wijn te<br />
drinken, weigerden ze dit nog steeds en zij werden door God gezegend, die zei<br />
Nimmer zal het Jonadab, de zoon van Rekab, ontbreken aan een man, die voor mijn aangezicht<br />
staat al de dagen. (Jer 35,19 NBG51)<br />
<strong>De</strong> uitdrukking “voor mijn aangezicht staan” verwijst naar<br />
‘het bedienen, of dienen van een hogergeplaatste, een koning, of de Heer. Het wordt zowel<br />
gebruikt met betrekking tot profeten (bijv. 1Kon 17,1) als priesters (bijv. <strong>De</strong>ut 10,8) die de Heer<br />
dienen. Het meest gewone gebruik is om te verwijzen naar de priesterlijke dienst. <strong>De</strong> aard van de<br />
dienst is in dit geval niet nader gedefiniëerd, hoewel verschillende commentaren wijzen op een<br />
Mishnaische overlevering dat de Rekabieten later de taak hadden gekregen om hout voor het altaar<br />
te brengen.’ (voetnoot 29 bij Jer 35,1-19 NET Bible). 20<br />
Maar de taak om hout te brengen was geen taak waarin zij feitelijk ‘voor het aangezicht van<br />
de Heer stonden’. Want het hout werd niet elke dag of elke week gebracht, maar werd<br />
eenmaal per jaar verzameld binnen een bepaald tijdsbestek, dat eindigde op de 15 e van de<br />
maand Ab:<br />
18 http://www.ccel.org/ccel/schaff/npnf201.iii.vii.xxiv.html<br />
19 vertaling van: “had resisted settling down and taking up farming. They had also agreed to abstain from<br />
drinking wine. Most scholars agree in equating the Jonadab, son of Rechab, mentioned as the leader who had<br />
instituted these strictures, with the same Jonadab who assisted Jehu in his religious purge of Baalism following<br />
the reign of Ahab” zich hadden verzet tegen het zich vestigen en landbouw te bedrijven. Ze waren ook<br />
overeengekomen om zich te onthouden van het drinken van wijn. <strong>De</strong> meeste geleerden zijn eens over het<br />
gelijkstellen van de Jonadab, zoon van Rechab, die genoemd wordt als de leider die deze restricties had<br />
ingesteld, met dezelfde Jonadab die Jehu assisteerde bij zijn religieuze zuivering van Baalisme na de regering<br />
van Ahab.”<br />
20 Vertaling van: “attending on, or serving a superior, a king, or the Lord. It is both used with respect to prophets<br />
(e.g., 1 Kgs 17:1) and priests (e.g., <strong>De</strong>ut 10:8) serving the Lord. Its most common use is to refer to priestly<br />
service. The nature of the service is not defined any further in this case, though several of the commentaries<br />
point out a Mishnaic tradition that the Rechabites were later given the function of bringing wood for the altar”<br />
16