De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
87. Het veld van de<br />
pottenbakker/s<br />
mid<br />
(vgl. de<br />
“pottenbekker”<br />
(‘yotzer’) in het<br />
huis des Heren<br />
Zach 11,13)<br />
vreemdelingen<br />
‘xenos’<br />
de verblijvers te<br />
Jeruzalem<br />
hun eigen taal<br />
(Aramees, de taal<br />
van het<br />
Evangelie van de<br />
Nazarenen/Hebre<br />
eën en van de<br />
Peshitta)<br />
tempel<br />
Jeruzalem<br />
Matt 27,6-9<br />
(Zach 11,13)<br />
<strong>Hand</strong> 1,19<br />
hogepriester in de hof van de hogepriester (in Antonia, zoals ik in<br />
een ander artikel beargumenteer).<br />
6 <strong>De</strong> hogepriesters raapten de geldstukken op en zeiden: ‘Wij<br />
mogen die niet bij de tempelschat doen, wat het is bloedgeld.’<br />
7 En zij besloten er het land van de pottenbakker (‘kerameus’)<br />
mee te kopen om daar de vreemdelingen (‘xenos’ = Hebrew ‘ger’<br />
= Rekabieten?) te begraven.<br />
8 Daarom kreeg dit stuk land de naam van Bloedakker en zo<br />
heet het nog.<br />
9 Aldus ging in vervulling wat de profeet Jeremia gezegd had:<br />
Zij namen de dertig zilverlingen, de prijs waarop Hij geschat is,<br />
geschat is door zonen van Israel,<br />
10 en gaven die voor de akker van de pottenbakker (vgl. Zach<br />
11,13 “pottenbakker” = ‘yotser’ = pottenbakker/smid), zoals de<br />
Heer mij opgedragen had.<br />
Volgens de Talmoed Bava Batra 5 (91b) waren de ‘yotzerim’ de<br />
Rekabieten.<br />
Dit werd bekend aan alle inwoners (katoikew = ‘toshab’ = de<br />
Rechabieten) van Jeruzalem, zodat die akker in hun taal (dus de<br />
Rekabitische ‘inwoners’ hadden hun eigen taal, dus het was niet<br />
de Hebreeuwse taal van de Joden, of de talen van alle andere<br />
volkeren waaraan de Rekabieten wapens verkochten) Akeldama<br />
(dit is Aramees – de taal van de naam Tofet voor de ‘plaats van<br />
verbranding’ die in het zuiden van het Hinnomdal was, de taal<br />
van het Evangelie van de Hebreeërs en van de Peshitta), dat is<br />
bloedakker heet (‘Aceldama’ correspondeert met ‘cheleq’, wat<br />
‘gedeelte’, ‘toegeloot (terrein)’ betekent en niet<br />
noodzakelijkerwijs ‘akker’).<br />
Rekabieten kunnen Akeldama hebben bezeten/gebruikt als een<br />
begraafplaats, want zij schijnen toestemming te hebben gehad om<br />
een ongecultiveerd terrein te bezitten om er slechts te kamperen<br />
in tenten of in grotten te wonen:<br />
“Jullie mogen geen huizen bouwen, jullie mogen niet zaaien,<br />
geen wijnstokken planten of in eigendom hebben. Altijd moeten<br />
jullie in tenten wonen; dan zullen jullie lang leven in het land<br />
waar jullie als vreemdeling verblijven.” Al deze bevelen van<br />
onze vader Jonadab, zoon van Rekab, hebben wij opgevolgd. …<br />
wij hebben geen wijngaarden, geen akkers (‘sadeh’, een<br />
onomheind gecultiveerd veld (Easton)), geen zaaigoed;” Jer 35,7-<br />
9<br />
<strong>De</strong> overeenkomsten tussen de “pottenbakkers” (‘yotzerim’) en de<br />
Rekabitische smeden (1Kr 4,23 e.a.):<br />
‘yotzerim’ Rekabitische smeden<br />
Veld van de ‘yotzer’:<br />
begraafplaats waarschijnlijk<br />
hetzelfde als Tofet<br />
(verbrandingsplaats (van<br />
afval en de vuren van de<br />
smeden) en begraafplaats<br />
(begraafplaats voor)<br />
“vreemdelingen” Mt 27,6<br />
Taal van de “verblijvers” is<br />
Aramees (‘Aceldama’)<br />
Aramees van “Tofet”<br />
Poort voerend naar Tofet is<br />
de Afvalpoort, gerepareerd<br />
door de Rekabieten<br />
(bekend bij alle)<br />
“bewoners”/”verblijvers”<br />
<strong>Hand</strong> 2,19<br />
Aramees: van het Evangelie<br />
van de Hebreeën en van de<br />
Peshitta<br />
plaats Tofet genaamd plaatsen genaamd Charoset,<br />
Nazaret<br />
Het veld van de “pottenbakker” werd de begraafplaats die<br />
Bloedveld werd genoemd, en Tofet (Jeruzalem’s<br />
verbrandingsplaats) werd de begraafplaats die Dal van Slachting<br />
werd genoemd (Jer 7,32 19,6); de poort die naar Tofet voerde en<br />
82