De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
De Elf (Lucas 24,9.33 Hand 2,14) Jezus verscheen ... - JesusKing.info
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
92. (een leider<br />
‘prōtostates’<br />
(= ‘cohen’?)<br />
van de secte van<br />
de Nazarenen<br />
(van ‘Notzerim’)<br />
Peshitta: ayrun<br />
Netzer<br />
93. Vreemdelingen<br />
‘xenos’ en<br />
bijwoners<br />
‘parepidēmois’<br />
<strong>Hand</strong> <strong>24</strong>,5<br />
(Jes 8,1)<br />
Talmoed,<br />
Sanhedrim Fol.<br />
43. 1<br />
1Pe 1,1-7<br />
1Pe 2,11<br />
Heb 11,13<br />
1Pe 4,10<br />
waren, niet gebonden aan hun wijngaarden, land of vee.<br />
<strong>De</strong> Nazarenen van 325 AD (Concilie van Nicea) meenden dat<br />
<strong>Jezus</strong> niet God was (Epifanius, Panarion Haer 30, 16,4),<br />
aangezien ze nog steeds Joden waren, die niet konden geloven in<br />
een drie-ene God.<br />
‘Nazōraiōn’ = ‘Nazarenen’ stamt af van ‘Notzerim’: de<br />
Rekabieten; het woord ‘cohen’, gebruikt voor Jetro en Simon van<br />
Klopas, -- the voorvader, respectivelijk, bevelvoerder van de<br />
(oorspronkelijk Arabische) Rekabieten --, stamt af van een<br />
Arabische wortel die ‘een die voor een ander opkomt en zijn zaak<br />
behartigt’ betekent, dus een ‘cohen’ was een soort ‘voorman’,<br />
een ‘prōtostatēs’; dit Griekse woord wordt in het N.T. alleen hier<br />
gebruikt. (In de LXX kom thet voor in Job 15:<strong>24</strong> voor ‘athiyd’ =<br />
‘klaar/voorbereid’ (voor een veldslag met wapens)). Paulus en de<br />
Nazrenen waren Joodse Christenen. In de Babylonische Talmoed<br />
(Sanhedrim Fol. 43. 1) wordt één van de leerlingen van Christus<br />
Netzer genoemd (John Gill’s Expositor). In heel Palestina en<br />
Syrië (en zelfs in de hele wereld) wordt de naam ‘Notzrim’ nog<br />
steeds door Joden en Moslims voor de Christelijke Joden<br />
gebruikt.<br />
1 VAN PETRUS, apostel van <strong>Jezus</strong> Christus, aan de<br />
vreemdelingen (‘parepidēmois’) in de Verstrooiing (‘diasporas’)<br />
van Pontus, Galatie, Kappadocie, Asia en Bitynie, die zijn<br />
uitverkoren (‘eklektois’) 2 krachtens de voorbeschikking van<br />
God de Vader in de heiliging van de Geest tot gehoorzaamheid<br />
en besprenkeling met het bloed van <strong>Jezus</strong> Christus. Genade voor<br />
u en vrede in rijke overvloed! ... 7 Die dienen om de<br />
deugdelijkheid van uw geloof te bewijzen, dat zoveel kostbaarder<br />
is dan vergankelijk goud, dat toch ook door het vuur gelouterd<br />
wordt. Dan zal, wanneer <strong>Jezus</strong> Christus zich openbaart, lof,<br />
heerlijkheid en eer uw deel zijn. 1Pe 1,1-7<br />
Geliefden, ik vermaan u als bijwoners (‘paroikos’) en<br />
vreemdelingen (‘parepidēmois’), dat gij u onthoudt van de<br />
vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen uw ziel; 1Pe 2,11<br />
NBG<br />
In dat geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften<br />
verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en<br />
begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen (‘xenos’)<br />
en bijwoners (‘parepidēmois’) waren op aarde. Heb 11,13.<br />
Heb sprak hier zojuist over Abraham en Sara (Heb 11,8-12),<br />
die vreemdelingen en verblijvers waren (Gen 23,4), zoals<br />
bevestigd door David (1Kr 29,15). Om zich van vleselijke lusten<br />
te onthouden maakte deel uit van de discipline van de Essenen en<br />
Nazarenen.<br />
3 John 1:1.5 1 <strong>De</strong> oudste aan de geliefde Gajus, die ik in<br />
waarheid liefheb. … Geliefde, gij handelt trouw in alles wat gij<br />
aan de broeders doet, en dat nog wel aan vreemdelingen<br />
(‘xenos’).<br />
Rom 16,23: U groet Cajus (= Gajus), de gastheer (‘xenos’)<br />
van mij en van de gehele gemeente. U groet Erastus, de<br />
rentmeester (‘oikonomos’ – een huis-distributeur, beheerder<br />
(Gill) – Esseens?) der stad, en broeder Quartus. (Lei)<br />
Gajus runde een “openbaar hospital, ontvangst voor<br />
buitenlanders en reizigers” (Lightfoot). Was zijn gastvrijheid een<br />
Esseense gastvrijheid, die zowel heidense als Joodse Christenen<br />
(= broeders zoals Quartus,een Romein uit Rome), en<br />
vreemdelingen (= Rekabieten/Essenen) in het gemeeschapshuis<br />
van de locale kerk ontving?<br />
Erastus was waarschijnlijk niet de beheerder van de stad<br />
Korinthe maar van de kerk van de stad Korinthe. Iemand met zijn<br />
naam werd gerekend tot de zeventig leerlingen, als bisschop<br />
(‘episkopos’) van Paneas of van de Fillipenzen.<br />
1 Peter 4,10 Dient (‘diakoneo’) elkaar, als goede beheerders<br />
85