opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Roques 1951: La Chievre, auteur van een verloren roman over Tristan.<br />
Dufournet-Méline 1985 vragen zich af: de roman, geschreven door de heer La<br />
Chièvre is niet bewaard; heeft hij wel ooit bestaan?<br />
Tregenza, in een klein artikeltje (MLR 1924) maakt het wel erg bont: hij meent dat<br />
zowel Béroul, de Tristanauteur, als Pierre de Saint-Cloud een verloren Tristanroman<br />
gekend hebben, geschreven door La Chièvre (omdat er enkele gelijkenissen tussen<br />
de Tristan van Béroul en de Renart zouden zijn).<br />
Williams (BBSIA 1972) meent dat Le Chèvre (sic) geen persoon, maar een titel is.<br />
Strubel 1999, p. 1104, verwijzend naar het artikel van Lodge in Romania 1983,<br />
vraagt zich af of we que of qui moeten lezen. Met que gaat het over een verloren<br />
werk over Tristan, geschreven door een onbekende auteur La Chèvre. Maar als we<br />
qui lezen, gaat vers 5 over Tristan die ‘de geit deed’, d.w.z. Tristan die, waanzin<br />
veinzend, zich als geit vermomde om ongezien zijn geliefde Yseut te kunnen ontmoeten,<br />
want ook in de Folie Tristan vermomt hij zich. Lodge: Tristan hangt de zot<br />
uit, speelt de geit, een gek beest.<br />
Een onbekende auteur, een onbekend werk, een onbekende vermomming. Ik<br />
geloof er niets van. Waarom zo moeilijk doen? Voor mij is de oplossing zonneklaar.<br />
Als we gewoon met de manuscripten lezen:<br />
De Tristan qui la chievre fist,<br />
312<br />
d.w.z. met Tristan als auteur en Chèvre = Chèvrefeuille als verhaal, dan is dit een<br />
verwijzing naar Tristan die Chèvrefeuille, Oudfrans Chievrefeuil, geschreven heeft,<br />
zoals gemeld door Marie de France, de oudst bekende Franse dichteres, die circa<br />
1165 een verhalenbundel uitbracht, de Lais, bestaande uit twaalf liefdessprookjes.<br />
Marie de France zegt zelf dat haar verhalende lais gebaseerd zijn op lyrische lais<br />
(het woord lai is verwant met ‘lied’). Verhaaltjes die verwijzen naar vroegere, verloren<br />
gegane liedjes.<br />
Chievrefeuil, het kortste lai, gaat over Tristan die eens te meer op een stiekeme<br />
manier zijn geliefde koningin Yseut wil ontmoeten en daartoe een kamperfoelie, un<br />
chèvrefeuille, op haar weg legt, verstrengeld in een hazelaar. Zijn symbolische<br />
boodschap is: kamperfoelie en hazelaar leven in symbiose; wij ook:<br />
Ma belle amie si est de nus<br />
Ni vus sans moi ni moi sans vus. [vv. 77-78]<br />
Mooie vriendin, zo vergaat het ons<br />
U niet zonder mij, ik niet zonder u.<br />
Op het einde van dit lai zegt Marie de France dat ze het navertelt naar Tristan, die<br />
als vaardig harpspeler het lied voor het eerst gecomponeerd heeft, om de vreugde<br />
van het weerzien met zijn geliefde te herdenken:<br />
Tristram ki bien saveit harper<br />
En aveit fet un nuvel lai. [vv. 112-0113]<br />
Dat lai, voegt Marie de France eraan toe, heet in het Engels Gotelef = Goat + leaf;<br />
in het Frans chievrefeuil = kamperfoelie = etymologisch ‘geitenblad’. Tristan was<br />
Tiecelijn, 20, 2007