opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Moraal. Aldus beval Christus zijn schapen ter bewaking aan bij de kerkelijke geestelijkheid.<br />
De schapen van Christus stierven echter door het slechte voorbeeld en<br />
de verwaarlozing door de meerderheid van die leiders, die zodoende verantwoordelijk<br />
zijn voor zoveel doden, die als gevolg van hun slechte voorbeeld blootgesteld<br />
werden aan de gevaren van de dood. Zo zal de huisvader, die over de zijnen rekenschap<br />
moet afleggen bij de Heer van alle dingen, zien dat dergelijke mensen, zoals<br />
ook de Wolven, in de hel worden opgehangen.<br />
Commentaar<br />
Ysigrinus wordt, zoals hierboven, in de tweede druk van Hervieux’ werk met naam<br />
genoemd. Dat vermeldt J. C. Jacobs in zijn Engelse vertaling. In de eerste druk<br />
heet hij gewoon wolf.<br />
Over de Vos die zijn zonden opbiecht bij de Haan<br />
(De Vulpe quae confitebatur peccata sua Gallo)<br />
Tegen de gulzigaards<br />
Op een keer was het de Vos gelukt in het kippenhok te komen. Mensen, gewapend<br />
met stokken kwamen erop af en knuppelden er vreselijk op los, maar de Vos kon<br />
door een gat ontsnappen; hij ging weg, liet zich op een hooihoop vallen en begon<br />
luid te kermen. Hij vroeg de kapelaan bij hem te komen om zijn zonden te aanhoren.<br />
Daarop kwam Cantecleer, stel je voor een haan, die kapelaan van de dieren<br />
was. Nogal bevreesd wegens de reputatie van Reynaert ging hij op enige afstand<br />
zitten. Reynaert biechtte zijn zonden op, maar intussen ging hij met zijn bek steeds<br />
dichter op de kapelaan toe. En de kapelaan vroeg: ‘Waarom heb jij mij benaderd?’<br />
Daarop antwoordde de Vos: ‘Een ernstige ziekte dwong mij dat te doen. Vergeef<br />
mij.’ Opnieuw vertelde hij hem zijn zonden en met open bek bracht hij zijn kop<br />
steeds dichter bij de Haan. Toen greep hij hem en verslond hem.<br />
Moraal. Zo zijn er veel monniken die verondersteld worden te gehoorzamen en veel<br />
leken die veinzen ziek of kreupel te zijn, maar altijd erop bedacht zijn de kapelaans<br />
en hun meerderen te verslinden.<br />
Commentaar<br />
Niet in Reynaerts historie.<br />
275<br />
Tiecelijn, 20, 2007