opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
opmaak Tiecelij° - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Aantekeningen<br />
1. Mario Vargas Llosa, De eeuwigdurende orgie. Flaubert en Emma Bovary, Amsterdam,<br />
Meulenhoff, 1991, p. 31.<br />
2. Cyriel Buysse, Verzameld Werk, deel 5, Brussel, Manteau, 1979, p. 954-957 en p. 1129-<br />
1138. (Donder De Beul is ook een personage in Het recht van de sterkste.)<br />
3. Willem Frederik Hermans, Droogstoppel, een miskende verzetsheld, in: Boze Brieven van<br />
Bijkaart, Amsterdam, De Bezige Bij, 1977, p. 96. Vergelijk met de visie van Herman Pleij in<br />
zijn opstel ‘Het mecenaat van Droogstoppel’: ‘Wanneer Batavus het voor het zeggen krijgt,<br />
dan is het uit met oorspronkelijke kunst’ (in: Het Nederlandse onbehagen, Amsterdam,<br />
Prometheus, 1991, p. 138).<br />
4. Vergelijk met Rik van Daele, Van den vos Reynaerde. De vos die je ziet, ben je zelf, in: Dirk<br />
de Geest en Marc van Vaeck (red.), Brekende spiegels. Beeldveranderingen in de<br />
Nederlandse literatuur, Leuven, Uitgeverij Peeters/Afdeling Nederlandse Literatuur en volkskunde,<br />
K.U.Leuven, 1992, p. 20.<br />
5. Rik van Daele, Ruimte en naamgeving in Van den vos Reynaerde, Gent, Secretariaat van<br />
de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1994, p. 537. Nagenoeg<br />
dezelfde bewoordingen in Rik van Daele, Van den vos Reynaerde. De vos die je ziet, ben<br />
je zelf, p. 24.<br />
6. Die ‘herkenbaarheid’ verklaart gedeeltelijk waarom Van den vos Reynaerde herhaaldelijk is<br />
geïnterpreteerd als een sleutelroman (o.a. door Jozef de Wilde, Luk Wenseleers, Rudi<br />
Malfliet), maar ook waarom ‘de vos als collectief erfgoed uit de Germaans-Frankische<br />
mythologie’ is beschouwd. Het citaat is ontleend aan Joep Leerssen, De bronnen van het<br />
vaderland. Taal, literatuur en de afbakening van Nederland, 1806-1890, Nijmegen, Uitgeverij<br />
Vantilt, 2006, p. 79. In Leerssens boek krijgt de vos/Reynaert een centrale rol toebedeeld en<br />
wordt hij uiteindelijk omschreven als ‘een onbestemd en haast willekeurig vervormbaar,<br />
multi-inzetbaar symbool’ (p. 165).<br />
7. Joris Reynaert, Botsaerts verbijstering. Over de interpretatie van Van den vos Reynaerde,<br />
in: Hans van Dijk en Paul Wackers (red.), Pade crom ende menichfoude. Het Reynaertonderzoek<br />
in de tweede helft van de twintigste eeuw, Hilversum, Verloren, 1999, p. 280.<br />
8. Zie onder meer Jozef Janssens en Rik van Daele, Reinaerts streken. Van 2000 voor tot<br />
2000 na Christus, Leuven, Davidsfonds, 2001, p. 50-54 en passim. Vergelijk met Rik van<br />
Daele, Van den vos Reynaerde. De vos die ziet, ben je zelf, p. 25 e.v.<br />
9. Zie ook Rik van Daele, Ruimte en naamgeving in Van den vos Reynaerde, p. 524 (‘Willem<br />
moraliseert niet, maar hij schetst de domheid van de hofdieren door hun daden te beschrijven’).<br />
10. Joris Reynaert, Botsaerts verbijstering. Over de interpretatie van Van den vos Reynaerde,<br />
p. 279.<br />
11. Cyriel Buysses bespreking verscheen in De Amsterdammer op 31 december 1911. Ze is na<br />
te lezen in het Verzameld Werk, deel 7, Manteau, Brussel, 1982, p. 195-197.<br />
12. Werner Waterschoot, Reinaert over sinen vader, in: Hans van Dijk en Paul Wackers (red.),<br />
Pade crom ende menichfoude, p. 233-234.<br />
13. Over de pelgrimage als ‘een private regeling tussen’ vos en koning, zie: André Bouwman,<br />
Het dierenepos ‘Van den vos Reynaerde’ vergeleken met de Oudfranse ‘Roman de Renart’,<br />
Amsterdam, Prometheus, 1991, p. 320-321.<br />
14. Terloops wil ik erop wijzen dat oedipaal te duiden seksuele initiaties door of verhoudingen<br />
met tantes wel vaker voorkomen in de literatuur. Zo wordt Louis Seynaeve, het hoofdpersonage<br />
van Hugo Claus’ Het verdriet van België (1983), door zijn wellustige tante Nora seksueel<br />
ingewijd (p. 576 e.v.).<br />
15. Werner Waterschoot, Reinaert over sinen vader, p. 247.<br />
Sint-Niklaas, juli 2007<br />
403<br />
Tiecelijn, 20, 2007