advies - ACVZ
advies - ACVZ
advies - ACVZ
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 4<br />
Vreemdelingen in de strafrechtsketen<br />
4.1 Inleiding<br />
Uit het vorige hoofdstuk blijkt dat om tot uitzetting te kunnen komen de vreemdeling<br />
niet voor onbepaalde duur in vreemdelingenbewaring gesteld kan worden. De <strong>ACVZ</strong><br />
heeft onderzocht welke andere mogelijkheden een effectieve uitzetting kunnen bewerkstelligen.<br />
In dit hoofdstuk beziet de <strong>ACVZ</strong> met name de uitkomsten van het proefproject<br />
genaamd “De vreemdeling in de strafrechtsketen (VRIS) ”. Dit project heeft in 1998 en<br />
1999 plaatsgevonden in opdracht van het Ministerie van Justitie en de korpsleiding van<br />
de politieregio Rotterdam-Rijnmond. De aanleiding van dit project was het onderzoeken<br />
hoe een bijdrage kon worden geleverd aan het terugdringen van de overlast veroorzaakt<br />
door legale en illegale vreemdelingen die stelselmatig strafbare feiten plegen.<br />
Dit project heeft geleid tot een rapport dat een aantal aanbevelingen bevat die betrekking<br />
hebben op de vraag hoe illegale vreemdelingen die wegens een misdrijf tot vrijheidsstaf<br />
zijn veroordeeld, na het uitzitten daarvan, aansluitend het land kunnen worden uitgezet.<br />
Geconcludeerd werd dat betere informatie-uitwisseling en samenwerking van de ketenpartners<br />
kan leiden tot een substantiële toename van het aantal ongewenst verklaringen<br />
en uitzettingen.<br />
De toenmalige Staatssecretaris van Justitie heeft als reactie op het VRIS-rapport in zijn<br />
brief aan de Tweede Kamer van 20 april 2000 51 toegezegd het merendeel van de aanbevelingen<br />
over te nemen en uit te voeren. 52<br />
De <strong>ACVZ</strong> is nagegaan wat de stand van zaken daarvan thans is.<br />
Hierover heeft de <strong>ACVZ</strong> gesprekken gevoerd met:<br />
- de politie: korpschef/ portefeuillehouder vreemdelingenzaken van de Raad van<br />
Hoofdcommissarissen, hoofden en medewerkers van een aantal vreemdelingendiensten;<br />
- het Openbaar Ministerie: de PG-portefeuillehouder vreemdelingenzaken en stafmedewerkers;<br />
- de IND: de directeur uitvoeringsbeleid en een stafmedewerker;<br />
- het Projectbureau vreemdelingenketen: hoofd en enkele stafmedewerkers;<br />
- landelijk bureau vreemdelingenrechtspraak: de voorzitter;<br />
- de Dienst Justitiële Inrichtingen: plv. sectordirecteur gevangeniswezen;<br />
- de Directie vreemdelingenbeleid van het Ministerie van Justitie: directeur en de<br />
clustercoördinator terugkeer alsmede enkele stafmedewerkers;<br />
- de Taakorganisatie Vreemdelingen van de politie (TOV): de directeur.<br />
In dit hoofdstuk wordt in 4.2. ingegaan op die aanbevelingen uit het VRIS-rapport die<br />
naar het oordeel van de <strong>ACVZ</strong> voor het onderwerp van het nu voorliggende <strong>advies</strong> relevant<br />
zijn en – voor zover de <strong>ACVZ</strong> heeft kunnen nagaan – (nog) niet of niet geheel zijn<br />
geïmplementeerd.<br />
Voor zover de aanbevelingen uit het VRIS-rapport wel zijn uitgevoerd, worden deze<br />
niet nader besproken. Evenmin gaat de <strong>ACVZ</strong> in op aanbevelingen die naar haar oordeel<br />
niet bijdragen aan een oplossing voor de problematiek waarop dit <strong>advies</strong> van de <strong>ACVZ</strong><br />
zich thans richt.<br />
51 Kamerstukken II 1999/00, 19 637 en 26 646, nr 523<br />
52 Voor een volledig overzicht van de aanbevelingen wordt verwezen naar p. 22 en verder van het VRIS rapport.<br />
42