06.09.2013 Views

advies - ACVZ

advies - ACVZ

advies - ACVZ

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2. Op de voortzetting van de bewaring op een andere grond is het eerste lid van overeenkomstige<br />

toepassing.<br />

Artikel 5.4<br />

1. De bewaring op grond van artikel 59 van de Wet wordt ten uitvoer gelegd op een politiebureau,<br />

in een huis van bewaring of een ruimte of plaats als bedoeld in artikel 6, tweede<br />

lid, of artikel 58, eerste lid van de Wet. Bij de tenuitvoerlegging van de bewaring<br />

wordt de vreemdeling niet verder beperkt in de uitoefening van grondrechten dan wordt<br />

gevorderd door het doel van deze maatregel en de handhaving van de orde en de veiligheid<br />

op de plaats van tenuitvoerlegging.<br />

2. Indien de tenuitvoerlegging van de bewaring een aanvang neemt op een politiebureau<br />

of in een cel van de Koninklijke marechaussee, wordt zodra dit redelijkerwijs mogelijk is<br />

de tenuitvoerlegging voortgezet in een huis van bewaring of een ruimte of plaats als<br />

bedoeld in artikel 6, tweede lid of artikel 58, eerste lid van de Wet.<br />

3. De bewaring wordt opgeheven zodra er geen grond meer aanwezig is.<br />

Artikel 5.5<br />

1. Gedurende de tenuitvoerlegging van een vrijheidsontnemende maatregel ingevolge<br />

artikel 6, tweede lid, 58, eerste lid, of 59, eerste lid, van de Wet, kan de vreemdeling voor<br />

korte duur naar elders worden gebracht, wanneer dit redelijkerwijs nodig is voor de toepassing<br />

van de Wet.<br />

2. Van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsontnemende maatregel als bedoeld in het<br />

eerste lid, wordt op verzoek van de vreemdeling zo spoedig mogelijk kennis gegeven aan<br />

diens naaste verwanten of aan een in Nederland gevestigde diplomatieke of consulaire<br />

vertegenwoordiging van de staat waarvan hij onderdaan is.<br />

3. In geval de vrijheidsontnemende maatregel een minderjarige betreft wordt daarvan,<br />

zo daartoe de gelegenheid bestaat, ambtshalve zo spoedig mogelijk kennis gegeven aan<br />

degenen die de ouderlijke macht of de voogdij over die minderjarige uitoefenen.<br />

Artikel 5.6<br />

Overeenkomstig door Onze Minister te geven algemene en bijzondere aanwijzingen<br />

stelt de korpschef Onze Minister tijdig vóór het verstrijken van de in artikel 94, eerste<br />

lid, van de Wet genoemde termijn van drie dagen en de in artikel 96, eerste lid, van de<br />

Wet genoemde termijn van vier weken in kennis van de bewaring dan wel het voortduren<br />

daarvan.<br />

Artikel 5.7<br />

1. De aanwijzing bedoeld in de artikelen 57, eerste lid en 58, eerste lid, van de Wet wordt<br />

zoveel mogelijk gegeven bij de beschikking waarbij de aanvraag tot het verlenen van de<br />

verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 28 van de Wet, is afgewezen. De aanwijzing<br />

wordt met redenen omkleed.<br />

2. Artikel 5.3 is van overeenkomstige toepassing indien de aanwijzing, bedoeld in het<br />

eerste lid, gegeven wordt bij afzonderlijke beschikking.<br />

Vreemdelingencirculaire 2000<br />

A5/5.3 Bewaring<br />

5.3.1 Het doel<br />

Vreemdelingenbewaring is een maatregel die ten doel heeft de uitzetting van een vreemdeling<br />

te effectueren. Indien een vreemdeling niet of niet langer rechtmatig in Nederland<br />

verblijft, dient hij in beginsel Nederland zelf te verlaten. Doet hij dat niet dan vindt<br />

66

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!