advies - ACVZ
advies - ACVZ
advies - ACVZ
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bijlage 2:<br />
Relevante artikelen uit de Vreemdelingenwet<br />
2000, Vreemdelingenbesluit 2000 en de<br />
Vreemdelingencirculaire 2000<br />
Vreemdelingenwet 2000<br />
Art. 59 Bewaring<br />
1. Indien het belang van de openbare orde of de nationale veiligheid zulks vordert kan,<br />
met het oog op de uitzetting, door Onze Minister in bewaring worden gesteld de vreemdeling<br />
die:<br />
a. geen rechtmatig verblijf heeft;<br />
b. die rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8, onder f, g en h.<br />
2. Indien de voor de terugkeer van de vreemdeling noodzakelijke bescheiden voorhanden<br />
zijn, dan wel binnen korte termijn voorhanden zullen zijn, wordt het belang van de<br />
openbare orde geacht de bewaring van de vreemdeling te vorderen, tenzij de vreemdeling<br />
rechtmatig verblijf heeft gehad op grond van artikel 8, onder a tot en met e, en l.<br />
3. Bewaring van een vreemdeling blijft achterwege indien en wordt beëindigd zodra hij<br />
te kennen geeft Nederland te willen verlaten en hiertoe voor hem ook gelegenheid<br />
bestaat.<br />
4. Bewaring krachtens het eerste lid, onder b, of het tweede lid duurt in geen geval langer<br />
dan vier weken. Indien voorafgaande aan de beslissing op de aanvraag toepassing is<br />
gegeven aan artikel 39, duurt de bewaring krachtens het eerste lid. onder b, in geen geval<br />
langer dan zes weken.<br />
Vreemdelingenbesluit 2000<br />
Hoofdstuk 5. Vrijheidsbeperkende en vrijheidsontnemende maatregelen<br />
§ 2. Vrijheidsontnemende maatregelen<br />
Artikel 5.2<br />
1. Voordat de vreemdeling op grond van artikel 59 van de Wet in bewaring wordt<br />
gesteld, wordt hij gehoord.<br />
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien:<br />
a. de vreemdeling reeds op een andere grond in bewaring gesteld is, of<br />
b. het voorafgaande gehoor van de vreemdeling niet kan worden afgewacht.<br />
3. Slechts in het geval bedoeld in het tweede lid, onder b, wordt de vreemdeling zo spoedig<br />
mogelijk na de tenuitvoerlegging van de bewaring gehoord.<br />
4. Van het gehoor wordt proces-verbaal opgemaakt.<br />
5. Aan de vreemdeling wordt tijdig mededeling gedaan van de hem toekomende<br />
bevoegdheid zich bij het gehoor te doen bijstaan door zijn raadsman.<br />
Artikel 5.3<br />
1. De maatregel waarbij de bewaring op grond van artikel 59 van de Wet wordt opgelegd<br />
wordt gedagtekend en ondertekend; de maatregel wordt met redenen omkleed. Aan de<br />
vreemdeling op wie de maatregel betrekking heeft, wordt onmiddellijk een afschrift<br />
daarvan uitgereikt.<br />
65