advies - ACVZ
advies - ACVZ
advies - ACVZ
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Mening <strong>ACVZ</strong>:<br />
De <strong>ACVZ</strong> beveelt aan om, in de hierboven door haar aanbevolen centra over te gaan tot<br />
het aanstellen van vreemdelingenconsulenten met het takenpakket zoals in het VRISrapport<br />
beschreven. Voorts kunnen zij worden belast met de coördinatie en de bewaking<br />
van de voortgang van de voorbereiding van de uitzetting.<br />
Landelijke vervolgingsrichtlijn voor artikel 197 Sr<br />
VRIS-rapport:<br />
De stuurgroep VRIS concludeerde dat het strafrechtelijk vervolgen op basis van artikel<br />
197 Sr in het geval van zogenaamde niet-uitzetbare vreemdelingen, indien dit voortvloeit<br />
uit het gedrag van de vreemdeling zelf, zinvol is. De niet-uitzetbaarheid heeft dan<br />
vaak een directe relatie met het niet meewerken van betrokkene aan het vaststellen van<br />
de identiteit. Hierdoor moet de vreemdelingenbewaring vaak worden opgeheven (er is<br />
immers geen zicht op uitzetting). Het VRIS-project leert dat als de betrokkene meewerkt,<br />
uitzetting over het algemeen mogelijk is. Consequente vervolging bij overtreding<br />
van artikel 197 Sr kan volgens het VRIS-rapport hier indirect invloed op hebben, doordat<br />
het voor betrokkene onaantrekkelijk wordt gemaakt nog langer in Nederland te verblijven.<br />
Ongewenst verklaren van vreemdelingen krijgt pas betekenis wanneer er sprake is van<br />
een geloofwaardig en consequent strafrechtelijk sluitstuk. Vreemdelingen die ongewenst<br />
zijn verklaard dienen daarom consequent te worden vervolgd. Zeker wanneer zij,<br />
na te zijn uitgezet illegaal terugkeren. Hiertoe dient de vervolging ex artikel 197 Sr te<br />
worden aangescherpt, ook door verhoging van de maximum straf voor overtreding van<br />
artikel 197 Sr.<br />
Stand van zaken:<br />
De Staatssecretaris van Justitie heeft in 2001 aan de Tweede Kamer aangegeven het strafmaximum<br />
van artikel 197 Sr niet te willen verhogen.<br />
In november 2000 heeft het College van PG’s het project “(il)legale vreemdeling in de<br />
strafrechtsketen” vastgesteld waarin de implementatie van een aantal VRIS-aanbevelingen<br />
is ondergebracht, waaronder de vaststelling van een landelijke vervolgingsrichtlijn<br />
artikel 197 Sr. Het project loopt tot april 2002, de uitkomst hiervan moet worden afgewacht.<br />
Mening <strong>ACVZ</strong>:<br />
De <strong>ACVZ</strong> heeft geconstateerd dat een landelijke vervolgingsrichtlijn omtrent overtreding<br />
van artikel 197 Sr tot op heden niet is gepubliceerd. Deze publicatie dient snel te<br />
worden gerealiseerd.<br />
De <strong>ACVZ</strong> sluit niet uit dat de aanbeveling van uit het VRIS-rapport om het strafmaximum<br />
terzake overtreding van 197 Sr te verhogen opnieuw in overweging te worden<br />
genomen. Onder de overtreders van het verbod om als ongewenst vreemdeling in<br />
Nederland te verblijven bevindt zich een groep van hardnekkige recidivisten en voorts<br />
komt het voor dat een ongewenst verklaarde vreemdeling na zijn verwijdering terugkeert<br />
naar Nederland. Voor dat soort situatie is het strafmaximum van 6 maanden<br />
gevangenisstraf mogelijk niet altijd toereikend. De <strong>ACVZ</strong> komt hierop terug in zijn<br />
<strong>advies</strong> inzake vreemdelingen en openbare orde.<br />
Overigens moet worden bedacht dat een vervolging ex artikel 197 Sr alleen tot veroordeling<br />
pleegt te leiden als blijkt dat de overheid voldoende inspanning heeft verricht om<br />
tot uitzetting te komen en tegelijkertijd niet is gebleken dat de vreemdeling daaraan alle<br />
medewerking heeft gegeven. Dit betekent dat ook voor de vervolgbaarheid ex. artikel 197<br />
Sr. het vreemdelingrechtelijk voortraject van cruciale betekenis is.<br />
48