22.09.2013 Views

StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1

StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1

StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

10 Artikel<br />

percentage dan 2% voor rekening van aanvrager kan blijven. Belangrijke consequentie van deze uitspraak is mijns inziens<br />

dat artikel 6.2 Wro functioneert als een zelfstandige norm waarbij een percentage hoger dan 2% voor risico van aanvrager<br />

kan blijven. 21 Dit betekent ook dat lid 1 van toepassing is wanneer lid 2 dat niet is. Het bestuursorgaan zal eerst moeten<br />

onderzoeken of en zo ja, in hoeverre de schade binnen het normale risico valt en krachtens lid 1 voor rekening van aan-<br />

vrager dient te blijven. De 2%-norm kan dan ook gezien worden als een ondergrens waarmee bagatelzaken eenvoudig<br />

afgedaan kunnen worden, hetgeen ook de bedoeling was van de wetgever.<br />

Concrete invulling van het normaal maatschappelijk risico<br />

In de belangwekkende uitspraak van 29 februari 2012 heeft de Afdeling enkele criteria geformuleerd die behulpzaam<br />

kunnen zijn bij het invullen van het begrip normaal maatschappelijk risico. De Afdeling overweegt dat in beginsel de vraag<br />

wat tot het normaal maatschappelijk risico behoort, beantwoord dient te worden aan de hand van alle omstandigheden<br />

van het geval. Een typisch ‘juristenantwoord’ op een open norm. De Afdeling formuleert vervolgens enkele omstandigheden<br />

die relevant kunnen zijn bij de invulling van het normaal maatschappelijk risico. De Afdeling overweegt als volgt:<br />

‘Van belang is onder meer of de planologische ontwikkeling als een normale maatschappelijke ontwikkeling kan worden<br />

beschouwd waarmee benadeelde rekening had kunnen houden in die zin dat die ontwikkeling in de lijn der verwachting<br />

lag, ook al bestond geen concreet zicht op omvang waarin, de plaats waar en het moment waarop deze ontwikkeling<br />

zich zou kunnen voordoen. Omstandigheden die in acht worden genomen zijn verder de aard van de maatregel en de<br />

aard en omvang van het daardoor veroorzaakte nadeel.’ 22<br />

Het criterium ‘in de lijn der verwachting’ is eerder toegepast in de planschadejurisprudentie. In de jurisprudentie omtrent<br />

artikel 49 WRO werd bekeken of een bepaalde ontwikkeling al dan niet in de lijn der verwachting lag. De keuze voor dit<br />

criterium is niet vreemd aangezien de wetgever duidelijk weer aansluiting heeft gezocht bij het égalitébeginsel. Van den<br />

Broek heeft in haar dissertatie al gesignaleerd dat het criterium van de lijn der verwachting van belang kan zijn als concretisering<br />

van het égalitébeginsel. 23<br />

De Afdeling formuleert in een uitspraak van 5 september 2012 nog enkele criteria als aanvulling op de uitspraak van<br />

29 februari 2012. De Afdeling overweegt als volgt:<br />

‘In dit verband [of een planologische ontwikkeling in de lijn der verwachting lag; RV] komt betekenis toe aan de mate<br />

waarin de ontwikkeling naar haar aard en omvang binnen de ruimtelijke structuur van de omgeving en het gevoerde<br />

planologische beleid past. Omstandigheden die verder van belang kunnen zijn, zijn de afstand van de locatie waar de<br />

ontwikkeling heeft plaatsgevonden tot de onroerende zaak van de aanvrager en de aard en de omvang van het door<br />

de ontwikkeling veroorzaakte nadeel.’ 24<br />

21 Zie voor een voorbeeld hiervan Rb. Roermond 8 juni 2012, LJN BW8686. De rechtbank oordeelde dat een waardevermindering van 3,7% voor rekening<br />

van aanvrager kon blijven. De gehele waardevermindering behoorde tot het normaal maatschappelijk risico, omdat wie een woning verwerft aan een slechts<br />

aan een zijde bebouwde straat, zich kan realiseren dat op enig moment van de bestaande infrastructuur gebruikgemaakt gaat worden om ook aan de<br />

overzijde van de straat woningen te bouwen.<br />

22 ABRvS 29 februari 2012, LJN BV7254, r.o. 2.11.1.<br />

23 Van den Broek 2002, p. 180.<br />

24 ABRvS 5 september 2012, zaaknr. 201113115. Deze overweging heeft de Afdeling herhaald in ABRvS 21 november 2012, LJN BY3737; ABRvS<br />

21 november 2012, LJN BY3738 en ABRvS 21 november 2012, LJN BY3739. Vgl. Van den Broek 2002, p. 182 e.v. Van den Broek noemt drie omstan-<br />

digheden die behulpzaam kunnen zijn om vast te stellen of schade in de lijn der verwachting lag, te weten de structuur van het gebied, maatschappelijke<br />

ontwikkelingen en ruimtelijk beleid.<br />

<strong>StAB</strong> 1 / <strong>2013</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!