StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1
StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1
StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
48 Milieu/natuur/water<br />
overtredingen niet worden geconstateerd, aldus<br />
appellant.<br />
Rechtsvraag<br />
Is het besluit met de vereiste zorgvuldigheid voorbe-<br />
reid?<br />
Uitspraak<br />
Naar aanleiding van een verzoek om handhaving<br />
van de voor een inrichting geldende milieuvergun-<br />
ning dient het bevoegd gezag te beoordelen of deze<br />
vergunning wordt nageleefd. Niet is gebleken dat<br />
het college bij de voorbereiding van de besluiten tot<br />
afwijzing van het handhavingsbezoek ter plaatse<br />
heeft onderzocht of de voor de inrichting geldende<br />
vergunningvoorschriften ter zake van geur en stof<br />
worden nageleefd. Volgt vernietiging van het besluit<br />
wegens schending van het zorgvuldigheidsbeginsel.<br />
artikel 3:2 Awb<br />
Procesverloop<br />
Bij besluit van 29 maart 2010 heeft het college acht ver-<br />
zoeken van [appellant] om handhaving van de aan [de<br />
firma] verleende milieuvergunning voor een inrichting aan<br />
de [locatie 1 en 2] en de [locatie 3] te [plaats], afgewezen.<br />
Bij besluit van 30 november 2010 heeft het college het<br />
door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond<br />
verklaard.<br />
(…)<br />
Overwegingen<br />
1. Het college stelt zich op het standpunt dat [appellant]<br />
door het indienen van vele verzoeken om handhaving en<br />
het instellen van rechtsmiddelen tegen de besluiten daarop<br />
een onevenredig beslag legt op het bestuurlijk en ambtelijk<br />
apparaat en daarom misbruik van procesrecht maakt.<br />
Het college kan hierin niet worden gevolgd. [appellant]<br />
heeft gebruik gemaakt van de hem toekomende mogelijk-<br />
heden om te verzoeken om handhaving en tegen de<br />
besluiten daarover rechtsmiddelen in te stellen. De mate<br />
waarin en de wijze waarop hij dit gedaan heeft, levert geen<br />
misbruik van procesrecht op.<br />
2. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen<br />
omgevingsrecht (hierna: de Wabo) in werking getreden.<br />
Bij de invoering van deze wet is een aantal andere wetten<br />
gewijzigd. Uit het overgangsrecht, zoals dat is opgenomen<br />
in artikel 1.6, eerste lid, van de Invoeringswet Wabo, volgt<br />
dat de wetswijzigingen niet van toepassing zijn op dit<br />
geding, omdat het besluit tot afwijzing van de verzoeken<br />
om handhaving voor de inwerkingtreding van de Wabo is<br />
genomen. In deze uitspraak worden dan ook de wetten<br />
aangehaald, zoals zij luidden voordat zij bij invoering van<br />
de Wabo werden gewijzigd.<br />
3. [appellant] betoogt dat het besluit tot afwijzing van zijn<br />
verzoeken om handhaving van de milieuvergunning<br />
onzorgvuldig is voorbereid en ondeugdelijk is gemotiveerd,<br />
nu het college zonder nader onderzoek heeft geoordeeld<br />
dat geluid-, geur- en stofoverlast niet aannemelijk zijn.<br />
Omdat steeds wordt afgezien van representatief onderzoek<br />
naar zijn klachten, kunnen overtredingen niet worden<br />
geconstateerd, aldus [appellant]. Dat aan het besluit tot<br />
afwijzing van zijn verzoeken om handhaving wederom de<br />
‘Eindrapportage geluidsmetingen [locatie 2] te [plaats]’<br />
van de gemeente Wûnseradiel van 16 oktober 2008<br />
(hierna: de Eindrapportage) ten grondslag is gelegd, is<br />
volgens [appellant] in strijd met de uitspraak van de Afde-<br />
ling van 12 september 2007 in zaak nr. 200702537/1.<br />
Voorts heeft het college door het afzien van representatief<br />
onderzoek het rechtszekerheidsbeginsel en het fair play<br />
beginsel geschonden, aldus [appellant]. Volgens [appellant]<br />
is het niet aan hem om te bewijzen dat overtredingen<br />
hebben plaatsgevonden.<br />
3.1. Wat geur en stof betreft, heeft het college aan de<br />
afwijzing van de verzoeken om handhaving ten grondslag<br />
gelegd dat aan de in de Wet geurhinder en veehouderij en<br />
de Wet milieubeheer gestelde normen voor onderscheiden-<br />
lijk geurhinder en luchtkwaliteit wordt voldaan. Wat geluid<br />
betreft, stelt het college zich op het standpunt dat uit de<br />
Eindrapportage blijkt dat wordt voldaan aan de grenswaar-<br />
den in de voorschriften van de voor de inrichting geldende<br />
milieuvergunning.<br />
3.2. Naar aanleiding van een verzoek om handhaving van<br />
de voor een inrichting geldende milieuvergunning dient het<br />
bevoegd gezag te beoordelen of deze vergunning wordt<br />
nageleefd. Uit de stukken is niet gebleken dat het college<br />
bij de voorbereiding van het besluit van 29 maart 2010<br />
en het besluit op bezwaar van 30 november 2010 ter<br />
<strong>StAB</strong> 1 / <strong>2013</strong>