StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1
StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1
StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
13-27<br />
ABRvS 14 november 2012, nr.<br />
201201949/1/R1<br />
(Zaanstad/bestemmingsplan ‘C100’) (LJN:<br />
BY3067)<br />
Een anterieure overeenkomst kan niet leiden tot een<br />
verplichting van de raad om een planregel vast te<br />
stellen die de raad niet in overeenstemming met<br />
een goede ruimtelijke ordening zou achten. Dit zou<br />
zich immers niet verdragen met de door de wetgever<br />
in artikel 3.1 Wro aan de raad toegekende<br />
bevoegdheid om, in het belang van een goede<br />
ruimtelijke ordening, bestemmingsplannen vast te<br />
stellen na het volgen van de daartoe in deze wet<br />
dwingend voorgeschreven en met waarborgen<br />
omklede procedure. De definitieve beslissing over<br />
de vaststelling van het bestemmingsplan kan mede<br />
afhankelijk van alle in de loop van de procedure<br />
naar voren gekomen feiten en belangen – ook de<br />
mogelijke belangen van derden – anders uitvallen<br />
dan van gemeentewege bij het sluiten van de over-<br />
eenkomst is ingeschat. Dat een overeenkomst is<br />
gesloten, is wel een omstandigheid die de raad bij<br />
de vaststelling van het plan in zijn overwegingen<br />
dient te betrekken.<br />
artikel 3.1 Wro<br />
1. Het plan voorziet in de bouw van 64 woningen in het<br />
gebied aan het einde van de Cypressehout. Het betreft<br />
een globaal plan met uitwerkingsplicht.<br />
3. Ymere betoogt dat de raad artikel 3, lid 3.1, onder m,<br />
van de planregels niet heeft mogen vaststellen, gelet op<br />
de tussen de gemeente en haar op 11 november 2009<br />
gesloten anterieure exploitatieovereenkomst. Daartoe<br />
voert Ymere aan dat partijen zijn overeengekomen dat in<br />
het plangebied uitsluitend vrije sector woningen worden<br />
gerealiseerd. Volgens Ymere is het onjuist dat de raad<br />
vanwege het gemeentelijk beleid genoodzaakt was om af<br />
te wijken van de exploitatieovereenkomst, omdat gelet op<br />
artikel 12.1 van de exploitatieovereenkomst zij zich heeft<br />
verplicht het aandeel sociale woningbouw, zijnde ten min-<br />
ste 30 % van het totaal aantal woningen op de locatie<br />
Ruimtelijke ordening<br />
C100, te realiseren op de nabijgelegen locatie “Torens 3<br />
en 4”. Voorts voert Ymere aan dat de raad met het vast-<br />
stellen van lid 3.2, onder m, beoogd heeft om haar onder<br />
druk te zetten teneinde een exploitatieovereenkomst aan<br />
te gaan voor de locatie “Torens 3 en 4”.<br />
3.1. De raad stelt dat in de op 11 november 2009 met<br />
Ymere gesloten anterieure exploitatieovereenkomst de<br />
beleidsnorm is losgelaten ten aanzien van sociale<br />
woningbouw voor de locatie “C100” onder de voorwaarde<br />
dat in een ander door Ymere te ontwikkelen gebied, de<br />
locatie “Torens 3 en 4”, compensatie plaatsvindt, waardoor<br />
het aandeel sociale woningbouw over beide locaties<br />
gezamenlijk ten minste 30 % bedraagt. Nu Ymere tot op<br />
heden een overeenkomst inzake de exploitatie van de<br />
locatie “Torens 3 en 4" niet heeft ondertekend, was de<br />
raad gezien het gemeentelijk beleid genoodzaakt voor de<br />
locatie “C100” een plan vast te stellen dat in overeenstem-<br />
ming is met het beleid ten aanzien van het aandeel aan<br />
sociale huurwoningen. Van het gebruik van een bevoegd-<br />
heid voor een ander doel dan waarvoor zij is verleend is<br />
geen sprake, aldus de raad.<br />
De raad voert voorts aan dat zodra op enigerlei wijze de<br />
compensatie van sociale woningbouw op een alternatieve<br />
locatie voldoende zeker is gesteld, de gemeente bereid<br />
is om af te wijken van de 30 %-norm voor de locatie<br />
“C100”. Daartoe voorziet de in artikel 3.2, onder n, van<br />
de planregels aan het college van burgemeester en wet-<br />
houders toegekende bevoegdheid.<br />
75<br />
3.2. Ymere en de gemeente hebben op 11 november<br />
2009 een anterieure exploitatieovereenkomst gesloten<br />
inzake de ontwikkeling van de locatie “C100”. De overeen-<br />
komst bevat de volgende bepalingen<br />
– Artikel 12, eerste lid: “In het exploitatiegebied zullen<br />
de volgende woningbouwcategorieën worden gereali-<br />
seerd die nader zijn beschreven in bijlage 10: 64 vrije<br />
sector woningen;<br />
– Het aandeel sociale huur- en koopwoningen, zijnde<br />
ten minste 30 % van het totaal aantal woningen op de<br />
locatie C100, zal gerealiseerd worden op de van de<br />
gemeente te kopen c.q. gekochte grond, plaatselijk<br />
bekend “Torens 3 en 4” (kadastraal bekend gemeente<br />
Zaandam, sectie K, nr. 12154), eveneens gelegen<br />
aan de Cypressehout te Zaandam.”<br />
– Artikel 12, tweede lid: “De exploitant is zich ervan<br />
bewust dat het bepaalde in dit artikel en artikel 13<br />
<strong>StAB</strong> 1 / <strong>2013</strong>