22.09.2013 Views

StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1

StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1

StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De rechtbank overweegt als volgt. De inrichting van eiseres<br />

verrichtte in de zomer van 2011 activiteiten met betrekking<br />

tot het bouwproject “Sporen in Arnhem”. Verweerder heeft<br />

toen vastgesteld dat de inrichting ook gedurende nachte-<br />

lijke uren in gebruik was, buiten de in artikel 1.4.1 van de<br />

milieuvergunning van 22 november 2010 toegestane<br />

bedrijfstijden. Dit is tussen partijen ook niet in geschil.<br />

Uit het verhandelde ter zitting is de rechtbank gebleken<br />

dat verweerder met het opleggen van de last onder<br />

dwangsom niet zozeer het oog had op het stilleggen van<br />

de werkzaamheden doch meer op een signaal aan de<br />

buitenwereld dat dit soort situaties niet gedoogd wordt.<br />

Desgevraagd is ter zitting door de gemachtigde van ver-<br />

weerder immers verklaard dat de oplegging van de last<br />

onder dwangsom niet gericht was op het stilleggen van<br />

de activiteiten van de inrichting van eiseres. De activiteiten<br />

moesten doorgaan, gelet op het grote maatschappelijke<br />

belang dat met de voortgang van het bouwproject “Sporen<br />

in Arnhem” was gemoeid, aldus de gemachtigde. Ook de<br />

hoogte van de opgelegde dwangsom duidt er naar het<br />

oordeel van de rechtbank op dat verweerder veeleer een<br />

signaal heeft willen afgegeven dan daadwerkelijk de<br />

werkzaamheden stilleggen.<br />

De rechtbank is van oordeel dat verweerder zijn<br />

bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwang-<br />

som aldus voor een ander oogmerk heeft gebruikt dan<br />

waarvoor die bevoegdheid door de wetgever is bedoeld.<br />

Het handelen van verweerder was immers niet gericht op<br />

het beëindigen van de overtreding. Hieruit volgt dat ver-<br />

weerder heeft gehandeld in strijd met het in artikel 3:3<br />

van de Awb neergelegde verbod van détournement de<br />

pouvoir. Nu reeds hieruit voortvloeit dat het bestreden<br />

besluit voor vernietiging in aanmerking komt, kan hetgeen<br />

door eiseres verder nog naar voren is gebracht, onbespro-<br />

ken blijven.<br />

De rechtbank ziet, in aanmerking genomen deze vernieti-<br />

gingsgrond, aanleiding om ten aanzien van het bestreden<br />

besluit met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, onder<br />

c, van de Awb zelf in de zaak te voorzien. De rechtbank<br />

zal het bezwaar tegen de last gegrond verklaren en de<br />

opgelegde last herroepen.<br />

Milieu/natuur/water<br />

13-07<br />

ABRvS 24 oktober 2012, nr.<br />

201101092/1/A4 (GS Noord Brabant)<br />

(LJN: BY1068)<br />

Casus<br />

Afwijzing van verzoeken om handhavend op te tre-<br />

den tegen het zonder vergunning krachtens de<br />

Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet 1998) ont-<br />

trekken van grondwater in de omgeving van Natura<br />

2000-gebieden. Appellante stelt zich op het stand-<br />

punt dat geen beroep kan worden gedaan op de<br />

uitzondering van de vergunningplicht voor bestaand<br />

gebruik als bedoeld in artikel 19d, derde lid, van de<br />

Nbw 1998. Voorts heeft het college zich volgens<br />

appellante ten onrechte op het standpunt gesteld<br />

dat concreet zicht op legalisatie bestaat.<br />

Rechtsvragen<br />

1. Is er sprake van een uitzondering van de vergun-<br />

ningplicht?<br />

2. Bestaat concreet zicht op legalisatie voor zover<br />

wel in strijd met de NB-wet 1998 wordt gehandeld?<br />

Uitspraak<br />

31<br />

Niet in geschil is dat het onttrekken van grondwater<br />

gevolgen heeft voor de Natura 2000-gebieden en<br />

dat het onttrekken van grondwater op de locaties<br />

waarop de handhavingsverzoeken zien, bestaand<br />

gebruik is als omschreven in de NB-wet 1998 (oud).<br />

Volgens jurisprudentie van de Afdeling kan ech-<br />

ter bij bestaand gebruik dat kan worden aangemerkt<br />

als de exploitatie van een project in de zin van de<br />

Habitatrichtlijn geen beroep worden gedaan op de<br />

uitzondering van de vergunningplicht wanneer voor<br />

dit gebruik niet reeds vóór de referentiedatum van<br />

10 juni 1994 voor Vogelrichtlijngebieden toestem-<br />

ming is verleend dan wel anderszins niet vaststaat<br />

dat dit gebruik vóór die datum rechtmatig tot stand<br />

is gebracht. Dit houdt verband met het bepaalde in<br />

de Habitatrichtlijn. De hier betrokken gebieden zijn<br />

vóór 10 juni 1994 aangewezen als Vogelrichtlijnge-<br />

bieden. Er is niet gebleken dat de grondwateronttrek-<br />

kingen vóór 10 juni 1994 rechtmatig tot stand zijn<br />

<strong>StAB</strong> 1 / <strong>2013</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!