StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1
StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1
StAB Jurisprudentietijdschrift 2013, 1
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
38 Milieu/natuur/water<br />
sende beoordeling van de gevolgen voor het gebied<br />
waarbij rekening wordt gehouden met de instandhoudings-<br />
doelstelling van dat gebied.<br />
Ingevolge artikel 19g, eerste lid, kan, indien een passende<br />
beoordeling is voorgeschreven op grond van artikel 19f,<br />
eerste lid, een vergunning als bedoeld in artikel 19d, eer-<br />
ste lid, slechts worden verleend indien gedeputeerde sta-<br />
ten zich op grond van de passende beoordeling ervan<br />
hebben verzekerd dat de natuurlijke kenmerken van het<br />
gebied niet zullen worden aangetast.<br />
Ingevolge artikel 19kd, eerste lid, betrekt het bevoegd<br />
gezag bij besluiten over het verlenen van een vergunning<br />
als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, niet de gevolgen die<br />
een handeling kan hebben door het veroorzaken van stik-<br />
stofdepositie op voor stikstof gevoelige habitats in een<br />
Natura 2000-gebied in de volgende gevallen:<br />
a. de handeling is gebruik dat op de referentiedatum werd<br />
verricht en is sedertdien niet of niet in betekenende mate<br />
gewijzigd, en heeft sedertdien per saldo geen toename<br />
van stikstofdepositie op de voor stikstof gevoelige habitats<br />
in een Natura 2000-gebied veroorzaakt;<br />
b. de handeling is een activiteit die na de referentiedatum<br />
is begonnen, of een gebruik dat na de referentiedatum in<br />
betekenende mate is gewijzigd, waarbij is verzekerd dat,<br />
in samenhang met voor die activiteit getroffen maatrege-<br />
len, de stikstofdepositie op de voor stikstof gevoelige<br />
habitats in een Natura 2000-gebied als gevolg van die<br />
activiteit of dat gebruik per saldo niet is toegenomen of<br />
zal toenemen.<br />
Ingevolge artikel 19kd, derde lid, dient onder “referentie-<br />
datum” als bedoeld in het eerste lid te worden verstaan:<br />
a. 7 december 2004, of<br />
b. de datum waarop het desbetreffende gebied is aange-<br />
wezen ter uitvoering van de Vogelrichtlijn dan wel, ingeval<br />
dit eerder is, de datum waarop het desbetreffende gebied<br />
door de Europese Commissie tot een gebied van commu-<br />
nautair belang is verklaard ter uitvoering van de Habitat-<br />
richtlijn, voor zover die aanwijzing, onderscheidenlijk ver-<br />
klaring plaatsvindt na 7 december 2004.<br />
Vergunningsituatie<br />
5. Bij besluit van 25 mei 1976 is voor de nertsenhouderij<br />
een oprichtingsvergunning op grond van de Hinderwet<br />
verleend voor het houden van 3.000 nertsen in traditionele<br />
huisvesting met een ammoniakemissie van 1.740 kg per<br />
jaar.<br />
Bij besluit van 21 juni 2004 is voor de nertsenhouderij een<br />
revisievergunning op grond van de Wet milieubeheer ver-<br />
leend voor het houden van 2.999 nertsen in een Groen<br />
Label-stal met nummer BB 94.02.013 met een ammoniak-<br />
emissie van 750 kg per jaar.<br />
Voor de exploitatie van de nertsenhouderij is niet eerder<br />
een vergunning op grond van de Nbw 1998 of de<br />
Natuurbeschermingswet (oud) verleend. De thans voorlig-<br />
gende vergunningaanvraag ziet op de exploitatie van de<br />
veehouderij zoals die op 21 juni 2004 krachtens de Wet<br />
milieubeheer is vergund.<br />
Bestaand gebruik<br />
6. MOB betoogt dat het college ten onrechte heeft aange-<br />
nomen dat de uitzondering op de vergunningplicht voor<br />
bestaand gebruik zich voordoet. Zij voert aan dat de<br />
bedrijfsvoering van de nertsenhouderij langdurig is<br />
gestaakt en dat ook een wijziging van het huisvestingsys-<br />
teem heeft plaatsgevonden. Voorts voert zij aan dat door<br />
de verbeteringen in de bedrijfsvoering het aantal pups per<br />
worp groter is geworden en dat daarmee het aantal nert-<br />
sen in het bedrijf en de totale ammoniakemissie van het<br />
bedrijf is toegenomen.<br />
6.1. Het college stelt zich op het standpunt dat de<br />
exploitatie van de nertsenhouderij een handeling is die op<br />
1 oktober 2005 werd verricht en sindsdien niet in bete-<br />
kende mate is gewijzigd. Het college heeft hiertoe overwo-<br />
gen dat het veebestand sinds 1 oktober 2005 niet is<br />
gewijzigd. Het college stelt zich voorts op het standpunt<br />
dat de door MOB bedoelde wijziging van het huisvesting-<br />
systeem geen wijziging in betekenende mate is, omdat<br />
deze wijziging leidt tot een afname van de ammoniakemis-<br />
sie en daarom een positief effect heeft op de instandhou-<br />
dingsdoelstellingen. Hetzelfde geldt volgens het college<br />
voor de tijdelijke onderbreking van de bedrijfsvoering in<br />
de periode van oktober 2003 tot en met juni 2004.<br />
6.2. Niet in geschil is dat de nertsenhouderij in beginsel<br />
vergunningplichtig is op grond van artikel 19d, eerste lid,<br />
<strong>StAB</strong> 1 / <strong>2013</strong>