VOORLEZING VAN PAULUS's BRIEF AAN DE GALATEN,1531
VOORLEZING VAN PAULUS's BRIEF AAN DE GALATEN,1531
VOORLEZING VAN PAULUS's BRIEF AAN DE GALATEN,1531
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
moet noodzakelijk bij zijn een volkomen vreugde, die in de Heere volmaakt is, en<br />
een vrede des gemoeds, dit volgende vast en onwrikbaar stellende: Hoezeer ik een<br />
zondaar ben, in de wettische gerechtigheid, toch wanhoop ik daarom niet, daarom<br />
sterf ik niet, aangezien Christus leeft, Die mijn Gerechtigheid en mijn eeuwig en<br />
hemels Leven is. In die gerechtigheid en in dit leven heb ik geen zonde, noch<br />
benauwing der consciëntie, noch dood. Ik ben wel een zondaar volgens het tegenwoordige<br />
leven, en der wets-gerechtigheid, als een kind Adams. Daar beschuldigt mij<br />
de wet, heerst de dood, en zal mij eindelijk verslinden. Maar buiten en behalve dit<br />
leven, heb ik een andere Gerechtigheid, een ander Leven, welke Christus is, de Zoon<br />
van God, Die geen zonde noch dood kent, maar Gerechtigheid en het eeuwige Leven<br />
is, om Wiens wil ook dit mijn lichaam gestorven zijnde, en tot as gebracht, weder<br />
opgewekt zal worden, en verlost van de slavernij der wet, en der zonde, en tegelijk<br />
met de geest (of ziel) zal verenigd en geheiligd worden.<br />
Zodat die aardse en hemelse gerechtigheden, beide blijven, zolang wij hier leven. Het<br />
vlees wordt beschuldigd, wordt benard door aanvechtingen, wordt bedroefd, afgemat<br />
en versleten door de werkzame gerechtigheid der wet. Doch de geest overwint, wordt<br />
verblijd en behouden door de lijdelijke (aangebrachte) Gerechtigheid, omdat zij<br />
bewust is, een Heere te hebben, zittende aan de rechterhand des Vaders, Die de wet,<br />
zonde en dood vernietigd heeft, en alle rampen onder Zijn voeten vertreden,<br />
gevangen genomen, en daarover in Hemzelf getriomfeerd heeft, Kol. 2 : 14, 15.<br />
Dus is Paulus in deze Brief erop uit, opdat hij ons nauwkeurig onderwijze, versterke,<br />
en een volkomen kundigheid doe hebben van deze zeer uitmuntende en Christelijke<br />
Gerechtigheid. Want indien wij het Artikel van Rechtvaardigmaking kwijt zijn, of<br />
misvatten, zo is tegelijk verloren de ganse Christelijke Leer. En zovele mensen als er<br />
ook in de wereld zijn, die haar niet verstaan, zijn of Joden of Turken of Papisten, of<br />
Onrechtzinnígen. Aangezien tussen die twee gerechtigheden, namelijk de werkzame<br />
van de wet, en de lijdelijke van Christus, geen derde of middenweg is. Wie dus van<br />
de Christelijke Gerechtigheid afdwaalt, moet noodzakelijk vervallen tot de werkende,<br />
dat is: hij moet, daar hij Christus mist, noodwendig vervallen tot het vertrouwen op<br />
eigen werken.<br />
Dat zien wij in onze dagen in de dwaalgeesten, die uitvinders en voorstanders der<br />
sekten, die niets leren, noch recht kunnen leren van die Gerechtigheid der Genade.<br />
Zij hebben wel uit onze mond en geschriften de woorden aangehaald, en daarom zo<br />
spreken en schrijven zij ook maar alleen de. woorden, doch de zaak zelf kunnen zij<br />
niet voorstellen, aandringen, ophelderen, of inscherpen; aangezien zij die niet<br />
verstaan of verstaan kunnen, alzo zij maar blijven hangen aan de Gerechtigheid der<br />
wet. Zij zijn en blijven dus voorstanders van eigen werken, niet kunnende klimmen<br />
boven die werkzame gerechtigheid. Dus blijven zij dezelfden, die zij waren onder de<br />
Paus, behalve dat zij nieuwe namen voeren, en nieuwe werken verrichten; de zaak<br />
nochtans blijft dezelfde. Bijvoorbeeld, de Turken verrichten andere werken dan de<br />
Papisten, de Papisten doen andere werken dan de Joden, enz. Maar hoe uitmuntend<br />
ook de één boven de ander die werken verricht, hetzij dat die werkzaamheden<br />
voortreffelijker en moeilijker zijn, het is en blijft nochtans hetzelfde substantiële<br />
wezen van de zaak. De omstandigheid is maar anders, dat is: de werken veranderen<br />
slechts in schijn en naam, inderdaad zijn (en blijven) zij echter<br />
eigen-werkzaamheden, en die ze verrichten, zijn geen christenen, maar zijn en,<br />
blijven werkers van eigen-gerechtigheid, hetzij zij genoemd worden Joden,<br />
Mohammedanen, Papisten, Wederdopers, enz.