VOORLEZING VAN PAULUS's BRIEF AAN DE GALATEN,1531
VOORLEZING VAN PAULUS's BRIEF AAN DE GALATEN,1531
VOORLEZING VAN PAULUS's BRIEF AAN DE GALATEN,1531
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
worden. Daarbij heb ik het niet eens over de goddeloze monniken, die hun buik voor<br />
hun god houden en verschrikkelijke zonden gedaan hebben, die ik liever niet noem,<br />
ik spreek over de besten onder hen, zoals ik er zelf een geweest ben met vele<br />
anderen, die heilig geleefd en met veel pijn en moeite geprobeerd hebben, door het<br />
houden van de orderegel, de toorn van God te verzoenen en vergeving van zonden en<br />
eeuwig leven te verdienen. Die krijgen allemaal het woord te horen, dat de zonen van<br />
de dienstmaagd uit het huis moeten worden gezet, samen met hun moeder, de<br />
dienstmaagd. (...)<br />
Als het pausdom nu nog even heilig en nauwgezet zou leven als in de tijd van de<br />
vaderen - ik denk aan Hiëronymus, Ambrosius, Augustinus en anderen - toen de<br />
geestelijken nog niet in zo'n kwaad gerucht geraakt waren wegens simonie, weelde,<br />
wellust, rijkdom, hoererij, sodomie en talrijke andere zonden, toen zij, zoals iedereen<br />
kon zien, volgens de ordeningen en regels van de vaderen godsdienstig en heilig<br />
leefden en zich ook nog aan het celibaat hielden, wat zouden wij dan nog tegen het<br />
pausdom kunnen aanvoeren? Het celibaat, dat de geestelijken in de tijd van de<br />
vaderen heel nauwgezet in acht namen, is voor de wereld iets voortreffelijks en<br />
maakt van een mens een engel. Daarom spreekt Paulus in Kolossenzen 2:18 over 'de<br />
dienst der engelen'; en de pausgezinden zingen over maagden: een engelachtig leven<br />
hadden ze op aarde geleefd, omdat ze een leven buiten het vlees geleefd hadden.<br />
Verder wekt dat leven, dat men contemplatief noemt en waaraan geestelijken zich<br />
met achterstelling van alle politieke en economische taken volkomen toegewijd<br />
hebben, de schijn van grote heiligheid. Vandaar dat als het aanzien van het oude<br />
pausdom ook tegenwoordig nog zo zou bestaan, dan zouden we met onze leer van<br />
het geloof tegen dit pausdom weinig uitrichten. Vooral omdat wij nu reeds maar<br />
weinig kunnen bereiken en dat terwijl die oude vroomheid en strenge tucht, die er<br />
toch zo duidelijk waren, allang uitgedoofd zijn en er in het pausdom niets anders te<br />
zien is dan een poel van ongerechtigheid.<br />
Maar stel het geval, dat de vroomheid en de tucht van het pausdom nog zouden<br />
bestaan zoals ze vroeger waren, dan moesten wij nochtans naar het voorbeeld van<br />
Paulus, die de valse apostelen aanpakt, die voor het oog zo heilige en goede mannen,<br />
tegen de werkheiligen van het pausdom strijden en zeggen: al leven jullie nog zo kuis<br />
en in onthouding, al is jullie wandel ook nog zo nederig en engelachtig geestelijk, al<br />
matten jullie je lichamen af door talrijke oefeningen, dan zijn jullie toch slaven van<br />
de wet, van de zonde en van de duivel, moeten jullie toch het huis uit, omdat jullie<br />
gerechtigheid en heil zoeken door je werken en niet door Christus.<br />
Daarom moet men de ogen niet zo zeer op het verdorven leven van de pausgezinden<br />
richten, maar veeleer op hun goddeloze leer en op hun huichelarij, en die bestrijden<br />
wij ook vooral. (...) Ook de satan verdedigt tegenwoordig het verdorven leven van de<br />
pausgezinden niet meer, dat de meer ontwikkelden onder hen zelf verafschuwen. Hij<br />
strijdt tegenwoordig voor de demonische leer, voor de huichelarij en werkheiligheid,<br />
die verdedigd en gehandhaafd moet worden. En dan voert hij de autoriteit van de<br />
concilies en het voorbeeld van de heilige vaderen aan, van wie hij beweert, dat zij de<br />
stichters van de heilige orden en de inzettingen daarvan zijn, enz. Daarom strijden<br />
wij tegenwoordig niet tegen het duidelijk goddeloze en verdorven pausdom, maar<br />
tegen zijn voortreffelijke heiligen, die denken dat ze een engelachtig leven leiden,<br />
doordat zij dromen dat ze niet alleen voldoen aan de goddelijke geboden, maar ook<br />
de aanbevelingen van Christus opvolgen en de niet -geboden werken doen, die<br />
werken dus die overbodig zijn. Tot hen zeggen wij, dat alle moeite vergeefs is, als zij