27.09.2013 Views

VOORLEZING VAN PAULUS's BRIEF AAN DE GALATEN,1531

VOORLEZING VAN PAULUS's BRIEF AAN DE GALATEN,1531

VOORLEZING VAN PAULUS's BRIEF AAN DE GALATEN,1531

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wie een zoon is, moet ook een erfgenaam zijn. Eenvoudig door geboren te worden,<br />

verdient hij erfgenaam te zijn. Geen werk, geen verdienste geeft hem die erfenis,<br />

maar alleen de geboorte. En zo valt de erfenis hem zuiver passief toe, niet door actief<br />

handelen. Dat wil zeggen: het geboren worden zelf maakt hem tot erfgenaam, niet<br />

het voortbrengen, het werken, het zorgen, enz. maakt hem tot erfgenaam. Hij draagt<br />

er immers niets toe bij, dat hij geboren wordt; hij ondergaat dat slechts. Zo komen<br />

wij op een passieve wijze, niet door actief handelen, tot dat eeuwig goed, vergeving<br />

van de zonden, de gerechtigheid, de heerlijkheid van de opstanding en het eeuwige<br />

leven. Daar komt niets tussen, maar het geloof alleen heeft besef van die aangeboden<br />

belofte. Zoals men in het burgerlijk leven alleen door geboorte erfgenaam wordt, zo<br />

maakt hier alleen het geloof tot zonen Gods, die uit het Woord geboren worden. Dat<br />

is het Goddelijke moederlichaam, waarin we ontvangen en gedragen worden en<br />

waaruit wij geboren worden; dat Woord neemt daarna ook onze opvoeding op zich.<br />

En door deze geboorte, door dit passieve ondergaan, waardoor we christen worden,<br />

worden wij dus ook zonen en erfgenamen. (...)<br />

Dat gaat het menselijk verstand ver te boven, dat wij erfgenamen genoemd worden;<br />

niet erfgenamen van een of andere zeer rijke of zeer machtige koning of keizer, niet<br />

erfgenamen van de wereld, maar erfgenamen van de almachtige God, van de<br />

Schepper aller dingen. De erfenis is dus, zoals Paulus ergens anders zegt<br />

'onuitsprekelijk' (2 Korinthe 9:15). En als iemand dat met een vast en zeker geloof<br />

zou kunnen aannemen en de grootheid ervan zou kunnen beseffen, namelijk dat hij<br />

zoon en erfgenaam van God mag zijn, dan zou hij alles, wat er aan macht en schatten<br />

in alle koninkrijken der wereld is, voor slijk en vuilnis kunnen houden in vergelijking<br />

met zijn hemelse erfenis. Wat de wereld aan hoogheid en heerlijkheid te bieden<br />

heeft, zou hem doen walgen. En hoe groter de wereld en de heerlijkheid van de<br />

wereld is, des te meer afkeer zou hij er van hebben. (...)<br />

Tenslotte zou hij vurig wensen met Paulus ontbonden te worden en met Christus te<br />

zijn. Niets zou hem meer welkom zijn dan een vroegtijdige dood; hij zou die in vrede<br />

en blijdschap omhelzen, hij zou immers weten, dat zulk een dood het eind van alle<br />

kwaad zou zijn en dat hij daardoor aan zijn erfenis zou komen. Ja, een mens, die dat<br />

echt zou geloven, zou niet lang blijven leven, want hij zou spoedig door de<br />

overmatige blijdschap worden weggerukt.<br />

Maar de wet, die in onze leden tegen de wet des Geestes strijdt, maakt dat het geloof<br />

niet volkomen is. Daarom hebben wij de hulp en de troost van de Heilige Geest<br />

nodig, Die in de benauwdheden voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen bidt, zoals<br />

eerder werd uiteengezet. (...)<br />

Deze strijd van het vlees tegen de Geest voelde ook Paulus en daarom riep hij uit: 'Ik<br />

ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods' (Romeinen 7:24).<br />

Daar klaagt hij zijn lichaam aan, dat hij nochtans moet liefhebben en noemt het met<br />

de lelijkste naam 'dood', alsof hij zei: mijn lichaam slaat mij meer temeer en bezwaart<br />

mij meer dan de dood zelf. Het verstoorde namelijk de vreugde van de Geest voor<br />

hem, zodat zijn gedachten over de komende hemelse erfenis niet altijd lieflijk en<br />

aangenaam waren, bij tijd en wijle was er in zijn geest ook droefheid, schrik, enz.<br />

Uit het gezegde blijkt duidelijk, hoe moeilijk het geloof is, het is niet zo gemakkelijk<br />

en zo vlug te leren en aan te grijpen, zoals de zelfvoldane en trotse geesten dromen,<br />

die zich in één keer te buiten gaan aan alles wat de Heilige Schrift bevat. Hun<br />

zwakheid en de strijd van het vlees tegen de geest in de heiligen betuigt genoegzaam,<br />

hoe zwak hun geloof nog altijd is.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!