VOORLEZING VAN PAULUS's BRIEF AAN DE GALATEN,1531

More documents

Recommendations

Info

tradities; dat tonen o.a. zijn aflaten en bullen aan, waarin hij niet de gelovigen vrijspreekt, maar de rouwklagers die hun schuldbelijdenis afleggen en zeggen mee te willen werken. Op deze manier heeft hij genoegzaam betuigd, dat Christus eenvoudig tevergeefs gestorven is en dat de genade van nul en generlei waarde is. Daarom zijn de gruwelen en lasteringen van het pausdom zo schandelijk, en toch blijven de blinde en verharde sofisten - die toch in het licht der waarheid staan - bij hun goddeloze en geheel ijdele meningen, en zeggen dat de menselijke natuur in de grond goed is en de mensen zichzelf door hun goede werken en verdiensten tot de genade zouden kunnen toebereiden; en wat hun ontbreekt, is dat zij hun goddeloze leer en dwaling erkennen, dat zij die ook tegen hun geweten in verdedigen. Als mijn zaligheid aan Christus zoveel gekost heeft, dat Hij genoodzaakt was voor mijn zonden te sterven, dan is het zonneklaar, dat mijn werken en mijn gerechtigheid uit de wet tegenover een dergelijke hoge prijs van nul en generlei waarde zijn. Als ik voor een jas honderdduizend guldens moet neertellen, dan kan ik met mijn stuivertje wel thuisblijven. Nu is echter de wet, om van veel geringere zaken maar te zwijgen, met al haar werken en gerechtigheden, nauwelijks een afgesleten half centje tegenover Christus, door Wiens dood en opstanding mijn dood overwonnen is en aan mij gerechtigheid en eeuwig leven geschonken zijn. (...) Als Paulus hier spreekt over de gerechtigheid, dan moet men wel bedenken, dat hij zich op hoog niveau beweegt, niet op het politieke of economische, dat wil zeggen, hij spreekt niet over de burgerlijke gerechtigheid, die Gods inzetting is en waarvan Hij eist die te volbrengen, waarvoor Hij beloningen uitlooft en die men redelijkerwijs ook wel volbrengen kan. Paulus spreekt hier over de gerechtigheid tegenover God, door welke wij van de wet, van de zonde, van de dood en van alle kwaad bevrijd worden, om de genade, de gerechtigheid en het leven deelachtig te worden en door welke wij heersers over de hemel en de aarde en over alle schepselen worden. Deze gerechtigheid kan geen menselijke en geen Goddelijke wet tot stand brengen. De wet is immers boven het verstand uit als extra aan de mens gegeven, om hem te verlichten, te ondersteunen en te tonen wat hij doen en wat hij laten moet. Niettemin kan de mens met al zijn kracht en met al zijn verstand toch niet gerechtvaardigd worden, ook niet als deze Goddelijke weldaad, namelijk de wet, erbij komt. Als het beste, wat de mensen op aarde hebben (namelijk de wet, die als een soort zon aan het aardse licht, aan de zwakschijnende toorts van het menselijk verstand is toegevoegd, om dat te verlichten en te leiden) niet kan rechtvaardigen, wat zou dan het verstand zonder de wet? Ja wat? Niets anders, dan wat de paus samen met zijn universiteiten en monniken gedaan heeft, die door de menselijke tradities ook het licht van het eerste gebod verduisterd hebben. Daarom kunnen die allemaal, met hoevelen zij ook mogen zijn, niet een enkele letter van de wet recht verstaan, maar gaan zij hun weg in de volslagen duisternis van hun verstand. En dat is een veel verderfelijker dwaling, gemeten aan die andere dwaling, die uit de leer van de werken der wet voortkomt. En zo zijn het uitermate sterke woorden, als de apostel zegt: 'Indien de rechtvaardigheid door de wet is, zo is dan Christus tevergeefs gestorven.' Hij zwijgt over de menselijke krachten, over het verstand, over de wijsheid, hoe groot die ook moge zijn (hoe groter die is, des te gemakkelijker en vlugger legt zij de mens lasten op), maar hij zegt heel eenvoudig: 'Indien de rechtvaardigheid door de wet is, enz.' Daarom kan het menselijk verstand, ook als het door de wet en nog wel door de Goddelijke wet ondersteund wordt, niet de gerechtigheid brengen, maar het trekt van de gerechtigheid af en verwerpt Christus. Want als het gerechtigheid zou kunnen verschaffen, dan zou Christus tevergeefs gestorven zijn. Zet daarom maar heel eenvoudig de dood van Christus tegenover alle wetten en weet met Paulus niets
anders dan Christus en Dien gekruisigd, zodat niets helderder kan zijn dan Hij. Zo zult u vol kennis, rechtvaardig en heilig zijn en de Heilige Geest ontvangen, Die u in de zuiverheid van het Woord en het geloof bewaren zal. Als echter Christus uit het gezicht verdwijnt, dan is alles tevergeefs. (...)
Page 1 and 2:
Verklaard en bevestigd in een verha
Page 3 and 4:
VOORREDE Ik kan nauwelijks zelf gel
Page 5 and 6:
ij de kop wordt gevat. Want wie hee
Page 7 and 8:
INLEIDING TOT DE BRIEF AAN DE GALAT
Page 9 and 10:
om voor ons te verkrijgen die Godde
Page 11 and 12:
moet noodzakelijk bij zijn een volk
Page 13 and 14:
ge mij niet aanraken. Want ik ben g
Page 15 and 16:
veel list en geweld bestrijden en h
Page 17 and 18:
ingedrongen had. Tegen hen verdedig
Page 19 and 20:
omwille van onze gerechtigheid opge
Page 21 and 22:
esmeurd respectievelijk geheiligd d
Page 23 and 24:
hart op Zich zou richten en zo ook
Page 25 and 26:
Maar overweeg zorgvuldig de afzonde
Page 27 and 28:
voordoet, en door met een of andere
Page 29 and 30:
Paulus had de Galaten een beetje on
Page 31 and 32:
want hij heeft een verontschuldigin
Page 33 and 34:
manier samen in het geweten heersen
Page 35 and 36:
1:10 Want predik ik nu de mens of G
Page 37 and 38:
Voor zover wij er zo onzeker en onb
Page 39 and 40: 1:14 ... zijnde overvloediglijk ijv
Page 41 and 42: geen wet is. O, wie hier toch goed
Page 43 and 44: HOOFDSTUK 2 1 Daarna ben ik, na vee
Page 45 and 46: liefde gedaan had, opdat het geloof
Page 47 and 48: heeft afgewezen. Niet opdat hij daa
Page 49 and 50: hen verkrijgen kunnen, willen wij v
Page 51 and 52: ouwen, en het hebben van de voorhui
Page 53 and 54: erkend wordt dat God alleen uit lou
Page 55 and 56: aangenomen zou hebben. Daar zij er
Page 57 and 58: Nu Petrus zich op een afstand houdt
Page 59 and 60: de modder van dit lichamelijke leve
Page 61 and 62: weerspreekt Paulus alles wat tegen
Page 63 and 64: hij meende, dat deze verschrikkelij
Page 65 and 66: overigens uit eigen kracht onderhou
Page 67 and 68: Zo begint de zaligheid, zo worden w
Page 69 and 70: De wet is goed, rechtvaardig en hei
Page 71 and 72: Paulus beschuldigt hier heel nadruk
Page 73 and 74: Een bedienaar van de zonde is niets
Page 75 and 76: God, Christus echter verzoent ons m
Page 77 and 78: gevangenschap tegenover gevangensch
Page 79 and 80: Christus, 'Die voor ons tot zonde g
Page 81 and 82: en met Christus gekruisigd en met H
Page 83 and 84: elkaar verbonden zijn. Nee, het gel
Page 85 and 86: handelt, lijdt en eenvoudig alles d
Page 87 and 88: dat de Zoon van God is overgegeven
Page 89: wereld weggerukt van Christus, Die
Page 93 and 94: verontwaardiging en hartstocht of u
Page 95 and 96: kunnen terwijl alle anderen blind e
Page 97 and 98: Men moet werkelijk schrikken, als m
Page 99 and 100: zonder ervoor te werken - dezelfde
Page 101 and 102: wij waren verblind in de wereld, da
Page 103 and 104: orde, jullie hadden de zuivere leer
Page 105 and 106: Als zij samen met ons, zoals zij oo
Page 107 and 108: Abraham zegt, dat hij uit het onvru
Page 109 and 110: enz. Zo rechtvaardigt u en gelooft
Page 111 and 112: Maar hij kon de rechtvaardiging, de
Page 113 and 114: geestdrijvers doen) aan het kind da
Page 115 and 116: Christus als een geschenk aanvaarde
Page 117 and 118: alleen niet houden, maar ook nog zo
Page 119 and 120: houden die wet toch ook niet. Maar
Page 121 and 122: moraalfilosofie niet God tot onderw
Page 123 and 124: Mens en omdat deze Mens deel heeft
Page 125 and 126: gerechtigheid en van het heil gemaa
Page 127 and 128: (...) Het werk der wet is tenslotte
Page 129 and 130: werk hartgrondig verwaarloost, vera
Page 131 and 132: gehele wereld stort zich met alle k
Page 133 and 134: moet worden door het Woord van God
Page 135 and 136: Paulus in één keer alles gezegd.
Page 137 and 138: kunnen geven. Daarom staat de belof
Page 139 and 140: Tot zover het belangrijkste van de
Page 141 and 142:
egeert de duivel oppermachtig op de
Page 143 and 144:
geworden was, ophield, kwam er het
Page 145 and 146:
mij verschrikt en mij de toorn en h
Page 147 and 148:
opdat wij niet sterven!' En zo zien
Page 149 and 150:
als de wet de mensen alleen maar sl
Page 151 and 152:
ontelbare menselijke wetten, tradit
Page 153 and 154:
aanmatiging, wil onderwerpen, opdat
Page 155 and 156:
gedoopt is, maar de zonde vecht ook
Page 157 and 158:
3:24 Zo dan, de wet is onze tuchtme
Page 159 and 160:
van al wat onze krachten denken te
Page 161 and 162:
3:28 Daarin is noch Jood noch Griek
Page 163 and 164:
HOOFDSTUK 4 1 Doch ik zeg, zo lange
Page 165 and 166:
geheiligd. Maar omdat wij nog niet
Page 167 and 168:
echtvaardig, goed, geestelijk, godd
Page 169 and 170:
gebracht, dat Hij bloed zweette, ui
Page 171 and 172:
4:6 En overmits gij kinderen zijt,
Page 173 and 174:
overtuiging hebben zij de leer van
Page 175 and 176:
voor ons met onuitsprekelijke zucht
Page 177 and 178:
Christus' wil, ik ben bemind om des
Page 179 and 180:
Zich afgeworpen heeft, omdat Hij Zi
Page 181 and 182:
Wie een zoon is, moet ook een erfge
Page 183 and 184:
van de duivel, die op een wonderlij
Page 185 and 186:
Christus' wil, enz. Maar dan voeren
Page 187 and 188:
God in ons, Die Zijn Woord geeft da
Page 189 and 190:
Daarom, wie het geloof loslaat en d
Page 191 and 192:
en niet de slaaf ervan mag zijn. Wa
Page 193 and 194:
een bescheiden wijze. Maar zodra zi
Page 195 and 196:
voor de Galaten geweest; Paulus hee
Page 197 and 198:
4:15 ... Want ik geef u getuigenis,
Page 199 and 200:
vernietigt de ware godsdienst, de t
Page 201 and 202:
Op bedekte wijze doelt Paulus tegel
Page 203 and 204:
geloofsgerechtigheid tegenover de w
Page 205 and 206:
zoals Hagar, maar tot vrijheid. Dit
Page 207 and 208:
hij, voor God is zij de vruchtbare.
Page 209 and 210:
verrichten ook wel goede werken, ma
Page 211 and 212:
toekwamen. Daarom heeft hij Izak ge
Page 213 and 214:
worden. Daarbij heb ik het niet een
Page 215 and 216:
HOOFDSTUK 5 1 Staat dan in de vrijh
Page 217 and 218:
En al zou de wet ons aanklagen en d
Page 219 and 220:
nut doet. En als Paulus, wat toch z
Page 221 and 222:
het geweten tot vrede komt, zoals P
Page 223 and 224:
en verdoemelijk de pauselijke leer
Page 225 and 226:
daarop is onze hoop gevestigd. En z
Page 227 and 228:
de nauwe verwantschap die zij met e
Page 229 and 230:
als zij de verschrikking van de zon
Page 231 and 232:
hiervoor gesproken, toen hij onderw
Page 233 and 234:
navolgen, maar uw leven komt noch m
Page 235 and 236:
tegen het argument van de mensen, d
Page 237 and 238:
Daarom, zoals ik al zo dikwijls ver
Page 239 and 240:
worden, terwijl het immers van de g
Page 241 and 242:
moeten liefhebben, dat ze bereid be
Page 243 and 244:
Dit gebod heb ik ergens anders zorg
Page 245 and 246:
andere, enz. Tenslotte waren er in
Page 247 and 248:
gerechtigheid in dit leven. Maar in
Page 249 and 250:
vromen lijden, de een meer, de ande
Page 251 and 252:
mij niet met zoveel pijn gefolterd
Page 253 and 254:
heeft hij de grootst mogelijke besc
Page 255 and 256:
5:19 ... overspel, hoererij, onrein
Page 257 and 258:
dachten dat hij sprak over de grove
Page 259 and 260:
Als Paulus hier het geloof tot de v
Page 261 and 262:
die in het ambt van het Woord staan
Page 263 and 264:
vijanden, die het Evangelie openlij
Page 265 and 266:
schuldig ben aan de tweespalt, als
Page 267 and 268:
Daarin zien wij afdoende, dat de ve
Page 269 and 270:
De eergierigen verenigen drie zonde
Page 271 and 272:
Maar dat is een ander onderwerp. Pa
Page 273 and 274:
van onze goederen uitgesloten zijn.
Page 275 and 276:
overtuigen, voegt hij eraantoe: 'Wa
Page 277 and 278:
dan onnuttige arbeid en de verdoeme
Page 279 and 280:
Tenslotte onderwijst Paulus ons, ho
Page 281 and 282:
Daarom maakt de verandering in de k
Page 283:
worden mij, buiten mijn wil, door d
show all

VOORLEZING VAN PAULUS's BRIEF AAN DE GALATEN,1531

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?