atie te gebruiken. An<strong>de</strong>re bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen voor het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> doser<strong>in</strong>g-respons relatie wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het hoofdstuk <strong>risico</strong>karakterisatie bestu<strong>de</strong>erd. Meer <strong>in</strong>formatie omtrent <strong>de</strong> aanpak <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>risico</strong>-<strong>evaluatie</strong> is terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> het Advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> HGR 79476 . 20 Blootstell<strong>in</strong>gsschatt<strong>in</strong>g Een probabilistische aanpak werd gehanteerd waarbij variabiliteit b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> populatie <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g wordt gebracht. Hierbij wordt dus reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> distributies <strong>van</strong> <strong>de</strong> data, die op basis <strong>van</strong> literatuurgegevens geschat zijn voor kruiscontam<strong>in</strong>atie, on<strong>de</strong>rverhitt<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> doser<strong>in</strong>g-respons curven. De bereken<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>n gemaakt via het @RISK programma (Palisa<strong>de</strong>, UK). Als <strong>in</strong>put voor het @RISK programma wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> data (aan- of afwezigheidbepal<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Campylobacter <strong>in</strong> het <strong>de</strong>sbetreffend product), verzameld tij<strong>de</strong>ns FAVV surveillance studies (perio<strong>de</strong> 2002), aangewend: met name 9% <strong>van</strong> <strong>de</strong> monsters vertoont een contam<strong>in</strong>atieniveau > 100/g, <strong>in</strong> 24% <strong>van</strong> <strong>de</strong> monsters is Campylobacter aanwezig per 25 g maar <strong>in</strong> niveaus < 100/g en <strong>in</strong> 67% <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte monsters is Campylobacter niet aanwezig per 25 g (Figuur 2a). Door het ontbreken <strong>van</strong> het kwantitatieve karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze data, kunnen <strong>de</strong> monsters slechts ver<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> 3 categorieën. In eerste <strong>in</strong>stantie wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> beschikbare data omtrent contam<strong>in</strong>atie-gegevens <strong>van</strong> Campylobacter <strong>in</strong> kippenproducten, zoals hierboven vermeld, omgezet <strong>in</strong> cumulatieve probabiliteit <strong>van</strong> contam<strong>in</strong>atie en werd het neperiaans logaritme <strong>van</strong> <strong>de</strong> Campylobacter concentraties berekend (Figuur 2b). Voor <strong>de</strong>ze werkwijze werd aan <strong>de</strong> 3 meetpunten (die <strong>de</strong> grenzen <strong>van</strong> <strong>de</strong> categorieën bepalen) een normale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g ge t die gebruikt werd als <strong>in</strong>put <strong>van</strong> het @RISK programma. Van <strong>de</strong>ze situatie wer<strong>de</strong>n situatie 2,3,4,5 en 6 afgeleid. Deze situaties hou<strong>de</strong>n eenzelf<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> aan, maar versmallen <strong>de</strong> klokvorm <strong>van</strong> <strong>de</strong> normale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g steeds ver<strong>de</strong>r (Figuur 2c). Terwijl bij situatie 1 uit <strong>de</strong> geschatte normale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g blijkt dat 7,45% <strong>van</strong> <strong>de</strong> monsters een contam<strong>in</strong>atieniveau heeft <strong>van</strong> > 100 Campylobacter jejuni kve/g (kolonievormen<strong>de</strong> eenhe<strong>de</strong>n/g), stemt situatie 2, 3, 4, 5 en 6 overeen met een beperk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het aantal monsters, dat <strong>de</strong> limiet <strong>van</strong> >100/g overschrijdt tot respectievelijk 4,5%, 1,97%, 1,05%, 0,44% en 0,21%. Bij <strong>de</strong> situaties 2 tot en met 6 wordt er dus naar gestreefd het percentage monsters met <strong>de</strong> hoogste contam<strong>in</strong>atieniveaus te beperken.
a c 1-2500 cfu/25g 24% > 2500 cfu/25g 9% Figuur 2. Overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevolg<strong>de</strong> methodologie < 1 cfu/25g 67% Cumulative probability 0 -30 -20 -10 0 10 20 0,8 0,6 0,4 0,2 1 Crcmp (ln CFU/g) 21 b