Voedselveiligheid: tot welke prijs - Favv
Voedselveiligheid: tot welke prijs - Favv
Voedselveiligheid: tot welke prijs - Favv
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
22<br />
(behoorlijk veilig) als een lage (zeer onveilig) score krijgen. Dit betekent dat twee panelleden de<br />
veiligheid van dit product heel verschillend inschatten. Tegelijk kunnen verschillende panelleden<br />
een product als even onveilig inschatten (als voorbeeld nemen we weer fi let américain). Voor het<br />
ene panellid is dit geen reden om het product niet te kopen, terwijl een ander panellid dit product<br />
juist daarom in de schappen van de winkel laat liggen. In deze sectie zetten we de redenen bijeen<br />
die panelleden aanvoeren voor hun inschatting van een product als meer of minder veilig. In de<br />
volgende sectie zullen we kijken <strong>welke</strong> factoren hun bereidheid om een risico al dan niet te lopen<br />
beïnvloeden.<br />
De factor vertrouwen in de winkelier of bereider speelt in de perceptie van vlees als ‘onveilig’<br />
product een belangrijke rol. Rond de productie van vlees heeft een deelnemer te veel vragen. Beuling<br />
wordt door een andere deelnemer nooit gekocht omdat hij daarvoor naar een andere slager<br />
moet dan waar hij al zijn ander vlees koopt. Het uitzicht van een homp vlees aan een spie doet één<br />
deelneemster al direct besluiten om kebab niet te kopen. Ze heeft vragen bij de bereidingswijze<br />
(‘Hoe lang hangt dit daar al?’) en de temperatuursverschillen waaraan zo’n stuk vlees bloot wordt<br />
gesteld in de winkel. Bij haar in de buurt werd een kebabzaak ooit gesloten ‘omwille van de ratten<br />
en de kakkerlakken’. Of de uitspraak: ‘Toevoegingen zorgen ervoor dat een stuk vlees er goed<br />
uitziet, maar zodra men het bakt wordt het kleiner.’ Van gehakt vlees (fi let américain, preparé en<br />
hotdog) weet de consument niet wat er uiteindelijk in zit. Er zijn vragen zoals: ‘Hebben de restjes<br />
vlees die in salami verwerkt zijn een constante kwaliteit, is dat wel traceerbaar?’ Deelnemers stellen<br />
zich verder vragen bij de bewaring van oesters die vaak uitgestald worden in het raam van een<br />
restaurant of van vis op de markt (‘Hoe lang ligt die vis daar al?’). Een aantal panelleden hebben<br />
vragen bij ‘fastfood’. ‘Je hebt geen informatie over het vet en de sauzen staan daar zo maar open<br />
in een frietkraam’. ‘Softijs moet heel koud bewaard worden maar die installaties staan vaak uren<br />
in zon’. Bij verse groenten gaat het om de bekommernis omtrent de bewaring en de versheid van<br />
het product. ‘Ik heb één keer gezien dat iemand in een warenhuis alle vergeelde blaadjes van de<br />
spruitjes weghaalde om ze er terug vers uit te laten zien. Sindsdien koop ik er niet meer’. Sommige<br />
deelnemers stellen zich vragen bij de ernst waarmee een verkoper/bereider hygiënische<br />
voorschriften respecteert. ‘Een smoske brood wordt bereid door een persoon die achteraf het geld<br />
in ontvangst neemt’. Tenslotte missen sommige panelleden informatie over de houdbaarheidstermijn.<br />
‘Ik heb wel vertrouwen in de producten die ik koop bij de slager, maar ik weet niet hoe lang ik<br />
het product mag bewaren, want ik mis informatie over de bewaringstermijn’. Of ze vertrouwen de<br />
informatie niet: ‘Etiketten met de versheidsdatum worden overplakt’.<br />
Ook de factor vervreemding van het product en de productieketen (door technologisering,<br />
grootschaligheid, mondialisering) speelt een rol in de perceptie. Iemand koopt nooit kip die uit<br />
het buitenland komt. De invoer van dergelijk vlees maakt de voedselketen volgens hem nodeloos<br />
lang. De lijst aan additieven op het etiket van kant-en-klare industrieel bereide voeding doet een<br />
bepaalde deelnemer al besluiten om dergelijke producten niet te kopen. Hij voelt zich ook veel<br />
‘energieker’ sinds hij dergelijke maaltijden niet meer consumeert. Margarine is voor een deelnemer<br />
‘een weinig duidelijk product’. Ze verkiest olie of boter als ‘natuurlijke’ vetstoff en. Fruit wordt door<br />
een deelneemster als ‘redelijk onveilig beschouwd’ omdat fruit nu eenmaal wordt bespoten. Resten<br />
van pesticiden zullen volgens deze deelneemster altijd terug te vinden zijn op het fruit. Ze vertrouwt<br />
ook niet helemaal de normen die hierover zijn opgesteld (vertrouwen in wetenschappelijke<br />
experten en in controlebeleid). Als consument kan je het meeste fruit wel schillen maar je verliest<br />
hierdoor ook de meeste vitaminen (gebrek aan eigen controle). De banaan wordt als voorbeeld<br />
van ‘redelijk onveilig’ exotisch fruit aangehaald. Dit fruit wordt met allerlei producten bewerkt om<br />
het rijpen/rotten tijdens het vliegtuigtransport tegen te gaan. De controle in de landen van her-