ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
99<br />
—<br />
3. De volgende fase is te plaatsen in de middenijzertijd.<br />
Deze fase is teruggevonden zowel in<br />
de wallen als in de veldjes en kenmerkt zich<br />
door de aanwezigheid van grote fragmenten<br />
houtskool. Onderzoek heeft uitgewezen dat<br />
het voornamelijk afkomstig is van hout en<br />
derhalve wijst op het afbranden van kleine<br />
boompjes en struiken. Dit duidt op een relatief<br />
traag omslagstelsel waarbij landbouwgronden<br />
gedurende lange tijd braak liggen.<br />
Door deze regelmatig terugkerende praktijk<br />
van kaalbranden zijn geen pollen bewaard gebleven<br />
die kunnen aangeven wat er gedurende<br />
deze periode is verbouwd.<br />
4. Deze fase wordt in twee subfasen ingedeeld:<br />
4a en 4b.<br />
a. De eerste subfase, gedurende de late ijzertijd-vroeg-Romeinse<br />
tijd, vertoont relatief<br />
grote hoeveelheden pollen en slechts zeer<br />
geringe hoeveelheden fijn houtskool. Dit<br />
wijst erop dat het schoonbranden van<br />
braakliggende akkers minder heftig was en<br />
minder vaak voorkwam dan in de voorgaande<br />
periode. Waarschijnlijk heeft dit te<br />
maken met het korter braak laten liggen<br />
van de akkers, zodat boompjes en struiken<br />
niet de kans hadden om zich te ontwikkelen.<br />
De concentratie van graspollen is mogelijk<br />
te verklaren uit het gebruik van de<br />
veldjes als weidegronden. Verder is pollen<br />
van rogge aangetroffen.<br />
b. De tweede subfase, gedurende de vroeg-<br />
Romeinse tijd, vertoont een sterke intensivering<br />
van het gebruik van het raatakkercomplex.<br />
Zo zijn sterk verhoogde<br />
concentraties van organisch materiaal aangetroffen.<br />
Dit bestaat voornamelijk uit humus<br />
afkomstig van vruchtbare gronden die<br />
elders moeten hebben gelegen. Ook zijn<br />
sterk verhoogde concentraties fosfaten<br />
aangetroffen in het niveau dat bij deze fase<br />
behoort. Dit wijst op een systeem van bemesting<br />
dat lijkt op het uit de middeleeuwen<br />
bekende systeem van potstalbemesting.<br />
Het is opmerkelijk dat deze fase slechts<br />
is terug te vinden in het wallichaam van het<br />
akkercompex. Het is dan ook waarschijnlijk<br />
dat, zoals al eerder is verondersteld, in de<br />
laatste gebruiksfasen de wallen werden gecultiveerd<br />
en niet meer de veldjes zelf. De<br />
wallen waren in deze fase breed genoeg,<br />
ongeveer 8 tot 12 m. De veldjes daarentegen<br />
waren door het proces van leegruimen<br />
steeds lager komen te liggen, waardoor ze<br />
snel te nat werden om ze nog te bewerken.<br />
5. Het einde van het gebruik van het raatakkercomplex<br />
valt in de laat-Romeinse tijd. Ook het<br />
niveau dat bij deze fase hoort, is alleen aangetroffen<br />
in de wal. Dit niveau vertoont een<br />
minder intensief gebruik voor landbouwwerkzaamheden.<br />
Hierna werd het akkercomplex verlaten en voltrok<br />
zich in de bodem een proces van podzolering.<br />
Het gebied veranderde in een groot heideveld,<br />
zoals we dat tegenwoordig nog kennen.<br />
8.3 Conclusies en waardering<br />
8.3.1 Waardering<br />
Het raatakkercomplex is te beschouwen als een<br />
uitsnede uit een intensief gebruikt cultuurlandschap<br />
dat een gelaagd verleden herbergt. In het<br />
aan te wijzen terrein staan sporen van bewonen,<br />
begraven en beakkeren uit de late prehistorie<br />
centraal (de periode van het laatneolithicum tot<br />
aan de ijzertijd), maar het bodemarchief bevat<br />
ook oudere én jongere overblijfselen (vanaf het<br />
laatpaleoliticum tot in de Romeinse tijd).<br />
Het fysiek gave raatakkercomplex vormt de basis<br />
voor deze aanwijzing.<br />
Op basis van de gebundelde resultaten van alle<br />
voorgaande onderzoeken is de vindplaats gewaardeerd<br />
volgens de normen van de KNA<br />
(tabel 8.1).<br />
Beleving<br />
De wallichamen zijn in het open heidelandschap<br />
ongemarkeerd goed zichtbaar. Een deel is in het<br />
recente verleden opgehoogd en gerestaureerd.<br />
Op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN)<br />
is het rasterpatroon goed herkenbaar, hoewel<br />
het proefsleuvenonderzoek door de RCE heeft<br />
aangetoond dat het onderzochte perceel een<br />
keer is omgeploegd tot een diepte van 50 cm.<br />
Fysieke kwaliteit<br />
Deze is hoog. De wallichamen zijn goed zichtbaar<br />
en intact. Onder de wallen zijn de prehistorische<br />
akkerlagen nog aanwezig. Hierin is het<br />
stuifmeel bewaard gebleven. Het bodemprofiel<br />
is intact.123<br />
Er zijn nederzettingssporen aanwezig, in ieder<br />
123 Het deel van de raatakker dat in de<br />
huidige akker ligt wordt vanwege de lage<br />
fysieke niet opgenomen in het te<br />
beschermen areaal.