29.10.2014 Views

ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013

ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013

ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

46<br />

—<br />

42 Een stuk gewei van een edelhert heeft<br />

een 14C-datering van 6570 ± 40 BP<br />

(TUBE12 1 Poz-37348).<br />

43 Roymans & De Nutte in voorbereiding.<br />

44 De 14C-datering komt uit op 9650 ± 50<br />

BP (TUBE12 2 Poz-37349).<br />

45 De Jong et al. 2010.<br />

46 De Kort 2010.<br />

en bever. Daarnaast komt wild of gedomesticeerd<br />

paard voor. Op een aantal botten van wild<br />

of gedomesticeerd paard, oeros en edelhert zijn<br />

bewerkingssporen te zien. Evenals het aardewerk<br />

en (vuur)steen dateert het dierlijke materiaal<br />

uit verschillende perioden. Een 14C-datering<br />

van een geweifragment valt in het laatmesolithicum.42<br />

Resten van gedomesticeerde dieren duiden<br />

erop dat daarnaast materiaal uit het neolithicum<br />

of jongere perioden aanwezig is. Ook<br />

verschillen in conservering, kleur en het al dan<br />

niet voorkomen van slachtsporen lijken te wijzen<br />

op verschillen in ouderdom en/of herkomst van<br />

het botmateriaal. Aangenomen wordt dat het<br />

bot, dat oudtijds enigszins is afgerond door rollen<br />

in het water, afkomstig is uit de directe omgeving<br />

van de vindplaats. Fijne krassen, die<br />

eveneens zijn vastgesteld, kunnen het gevolg<br />

zijn van vertrapping.<br />

Het bot verkeert in redelijk goede staat, ondanks<br />

verlies van botmassa. Eventueel nog in de bodem<br />

aanwezig bot zal onder gelijke omstandigheden<br />

nog lange tijd in situ kunnen worden bewaard<br />

voordat het aan informatiewaarde zal<br />

inboeten.<br />

Op circa 10 m afstand van put 1 is bij definitieve<br />

herinrichting van het gebied in verstoorde context<br />

nog een beitel aangetroffen. Hij is gemaakt<br />

van een middenhandsbeen van een oerrund.<br />

Deze vondst dateert eveneens uit het laatmesolithicum.43<br />

Put 2<br />

In put 2 lagen op de overgang van beekafzettingen<br />

naar het veen bij elkaar resten van twee<br />

edelherten. Van het ene exemplaar, daterend uit<br />

het vroegmesolithicum,44 zijn de kop met fragmenten<br />

van de geweitakken, de hals en het<br />

voorste deel van de romp gevonden, van het andere<br />

exemplaar een onderkaak. Het gaat in totaal<br />

om 31 fragmenten.45 Het is niet eenduidig<br />

vastgesteld of de resten van het hert door natuurlijke<br />

processen ter plaatse zijn ‘begraven’ of<br />

dat ze een relict vormen van menselijke activiteiten.<br />

In de opgravingsput zijn geen artefacten<br />

aangetroffen.<br />

Profielen<br />

Tijdens de archeologische begeleiding door<br />

RAAP heeft de RCE enkele bodemprofielen beschreven<br />

en boringen gezet.46 In put 1 zijn twee<br />

profielen beschreven (afb. 3.4). Het bodemprofiel<br />

haaks op het beekdal bestaat van boven<br />

naar onder achtereenvolgens uit een laag opgebracht<br />

zand (S5001), een veenlaag die in de richting<br />

van de beekloop in dikte toeneemt<br />

(S5002-S5003), en een humeuze laag die is geïnterpreteerd<br />

als vertrapte beekafzettingen<br />

(S5004-S5006). Daaronder bevindt zich onverspoeld<br />

Pleistoceen zand (S5007). Het tweede<br />

profiel liet in het veen een duidelijke laag met<br />

ijzercarbonaat zien. Het veen zelf is vrij los van<br />

structuur en bestaat voornamelijk uit verspoelde<br />

houtresten. De top van het veen is tamelijk<br />

amorf. Ter hoogte van dit profiel is de top van<br />

het veen iets lemig, wat mogelijk samenhangt<br />

met het gebruik van het beekdal als beemd die<br />

periodiek overspoelde met slibrijk water.<br />

Het bodemprofiel in put 2 toont in vergelijking<br />

met het beschreven profiel in put 1 enige verschillen.<br />

De beekafzettingen zijn hier niet verrommeld<br />

en tonen een mooie gelaagdheid. Het veenpakket<br />

is hier dikker en bedraagt ten noorden van het<br />

aangetroffen edelhert minimaal 1,7 m.<br />

3.2.3 Gespecificeerde archeologische<br />

verwachting<br />

Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek<br />

en de archeologische begeleiding door<br />

RAAP in 2010 worden in het dal van de<br />

Tungelroysche Beek en ter plaatse van het onderzoeksgebied<br />

prehistorische organische resten<br />

verwacht, inclusief bewerkt bot en gewei<br />

(voorwerpen) en botten met snijsporen, en<br />

(vuur)stenen artefacten en aardewerk.<br />

Dergelijke resten kunnen overal in de dalbodem<br />

worden verwacht, in de vorm van losse verspreidingen<br />

en concentraties van vondstmateriaal<br />

onder de veenlaag. Ze dateren uit het mesolithicum<br />

en/of neolithicum (bot, gewei, (vuur)<br />

stenen artefacten) en uit de ijzertijd en/of<br />

Romeinse tijd (botmateriaal, aardewerk).<br />

Aangenomen kan worden dat deze resten onderdeel<br />

zijn van dumpzones en/of slachtplaatsen<br />

en in verband staan met activiteiten op de<br />

hoger gelegen dekzandruggen. In het beekdal<br />

zelf worden geen nederzettingen verwacht, met<br />

uitzondering van kampementen van jagers-vissers-verzamelaars<br />

op kleine zandopduikingen.<br />

Overblijfselen van dergelijke kampementen<br />

kunnen bestaan uit concentraties van stenen<br />

artefacten en/of opper vlaktehaarden of haardkuilen.<br />

De omvang van deze kampementen is

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!