ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
284<br />
—<br />
Tabel 25.2 Overige vondsten Bult van Marum<br />
Vnr. Boring Raai Minimaal cm -mv Maximaal cm -mv sxx svu oph vhl bks ods odx Datering Opmerkingen<br />
4 8 A 0 30 1 verbrand<br />
6 16 B 20 50 1<br />
7 16 B 50 60 4<br />
19 41 D 60 70<br />
20 45 D 170 180 1<br />
22 47 D 80 90 1 rund<br />
28 57 A 0 40 3 3 x bouwvoor<br />
29 57 A 40 65 12 x 1 x enkele svu verbrand<br />
30 57 A 65 95 1 9 x 4<br />
31 58 A 40 45 3<br />
31 58 A 40 45 3<br />
33 61 A 30 50 1?<br />
34 61 A 120 150 1 ME<br />
39 70 G 25 60 2 ME<br />
39 70 G 25 60 2<br />
48 76 G 30 70 5<br />
42 90 H 240 260 1 ME<br />
45 97 B 120 140 10 x x ME NTC nazak gracht<br />
47 97 B 140 170 1 9 x 10 x gruis, leisteen<br />
12 opp. n.v.t. 0 0 x<br />
24 opp. n.v.t. 0 0 5 basaltlava<br />
27 put 2 n.v.t. 165 175 x 10 x ME<br />
De grijs gemarkeerde velden zijn de vondsten afkomstig uit de bulkmonsters.<br />
gevonden aardewerkfragmenten dateren uit de<br />
late middeleeuwen. De overige twee scherven<br />
zijn mogelijk van prehistorische ouderdom,<br />
maar gezien de overige vondsten en de vondstcontext<br />
moeten deze als intrusief worden bestempeld.<br />
Een tweede bulkmonster is genomen in het centrum<br />
van de verhoging ten zuidoosten van de<br />
bult (boring 57). Tussen 40 en 90 cm -mv zijn de<br />
vondstnummers 29 en 30 verzameld. Opvallend<br />
is de relatief grote hoeveelheid vuursteen in dit<br />
monster. Artefacten zijn niet aanwezig; wel waren<br />
enkele stukken verbrand. Het materiaal is<br />
waarschijnlijk opspit. Verder bevat dit monster<br />
houtskool, veel fragmenten baksteenpuin, enkele<br />
aardewerkscherven, natuursteen en een<br />
stuk verbrande leem. Het aardewerk dateert uit<br />
de late middeleeuwen.<br />
Beide bulkmonsters geven niet direct een ander<br />
beeld dan uit de vondsten uit de boringen kan<br />
worden afgeleid. Opvallend is dat de grachtvulling<br />
relatief arm is aan zowel vondstmateriaal<br />
dat in verband kan worden gebracht met het gebruik,<br />
als aan materiaal dat zou kunnen samenhangen<br />
met de afbraak van het complex. Een<br />
mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen zijn<br />
dat de gracht in het verleden regelmatig is geschoond,<br />
waarbij vondstrijk slib is verwijderd.<br />
Een andere mogelijkheid is dat de gracht bewust<br />
niet als afvaldump is gebruikt, maar altijd<br />
schoon is gehouden. Dit verklaart evenwel niet<br />
waarom er vrijwel geen afbraakmateriaal in de<br />
gracht ligt, terwijl dit wel op de top en de flanken<br />
van de heuvel voorkomt.<br />
Ruimtelijke spreiding<br />
De verspreiding van het vondstmateriaal en<br />
archeologische indicatoren over het onderzoeksgebied<br />
laat een duidelijke concentratie op het<br />
hogere deel in het zuiden van het terrein zien