ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
188<br />
—<br />
Crevasse op restgeul, kleiig<br />
Crevasse op restgeul, kleiig met veenlaag<br />
Kronkelwaard, grofzandig<br />
Kronkelwaard, zand >1,5 m<br />
AWN 1984 AWN 1983 -1984<br />
Kronkelwaard, zand >2,0 m<br />
Restgeul, kleiig<br />
Restgeul, kleiig met veenlaag<br />
RMO 1950<br />
AWN 1984<br />
AWN 1985<br />
Restgeul, kleiig op zand<br />
plangebied<br />
Archeo Media<br />
2006<br />
AWN 1978<br />
eerder onderzoek<br />
topografie<br />
boringen Archeomedia (1e fase)<br />
+ 2e fase (2002/2005)<br />
?<br />
aangetroffen beschoeiingen<br />
AWN<br />
boringen AWN<br />
vermoedelijke loop beschoeide restgeul<br />
Profiel<br />
Sum(Area(Object, "sq m"))<br />
Restgeul, kleiig op zand 3.860,37<br />
Kronkelwaard, zand >1,5 m 10.517,24<br />
Kronkelwaard, zand >2,0 m 1.718,14<br />
Kronkelwaard, grofzandig 3.219,47<br />
0 20 M<br />
Crevasse op restgeul, kleiig 424,511<br />
Restgeul, kleiig 9.303,43<br />
Crevasse op restgeul, kleiig met veenlaag 108,976<br />
Restgeul, kleiig met veenlaag 4.341,4<br />
Afb. 17.2 In verleden uitgevoerd onderzoek geprojecteerd op een geologische ondergrond (Dijkstra 2011).<br />
219 Holthausen 2003.<br />
220 Wagner & Depuydt 2009.<br />
archeologische resten voorkomen vanaf 40 cm<br />
onder het huidig maaiveld (-mv). Vondsten uit<br />
de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen<br />
kunnen ter plaatse van de (rest)geulen tot een<br />
diepte van ruim 3 m -mv voorkomen. De vondsten<br />
uit de Romeinse tijd zijn mogelijk afkomstig<br />
van het nabijgelegen Roomburg: de vondsten<br />
bestaan namelijk grotendeels uit<br />
bouwmateriaal, zoals tufsteen, schist en mortel<br />
of specie. Bewoningssporen uit de<br />
Romeinse tijd zijn echter op deze locatie niet<br />
uit te sluiten.<br />
De grote hoeveelheid hout die in enkele boringen<br />
is aangetroffen, wijst op de aanwezigheid<br />
van aanzienlijke houten constructies. In twee<br />
boringen is een dikke laag grind waargenomen<br />
die mogelijk in verband kan worden gebracht<br />
met een laag grind die Braat tijdens het onderzoek<br />
in 1950 heeft waargenomen en die zich als<br />
een 4 m brede strook in het opgravingsvlak aftekende.219<br />
In 2003 volgde een proefsleufonderzoek (afb. 17.2).<br />
In drie werkputten zijn zowel op het tennispark als<br />
op het Samsonveld beschoeiingen aangetroffen.<br />
De constructiewijze verschilt: de beschoeiingen<br />
in het tennispark zijn aan de onderzijde verstevigd<br />
met stenen, terwijl voor de beschoeiingen<br />
op het Samsonveld alleen hout is gebruikt.<br />
Het hout van een van de beschoeiingen op het<br />
Samsonveld is dendrochronologisch gedateerd<br />
in het begin van de negende eeuw. Ten zuidoosten<br />
van deze beschoeiingen zijn sporen van<br />
landinrichting en landgebruik waargenomen in<br />
de vorm van noordoost-zuidwestgerichte greppels<br />
of sloten. De sloten lopen evenwijdig aan<br />
elkaar en hebben een onderlinge afstand van<br />
circa 30 m. In de geulvulling op het Samsonveld<br />
zijn onder andere menselijke skeletresten aangetroffen<br />
van vier individuen. Dit kan een aanwijzing<br />
zijn voor een grafveld in de nabijheid van<br />
het plangebied.<br />
Een tweede verschil tussen de vondsten van het<br />
tennispark en het Samsonveld betreft de ruimtelijke<br />
verspreiding van Karolingische bewoningssporen<br />
en oudere grondsporen en vondsten.<br />
Dit kan erop wijzen dat de nederzetting in<br />
de loop van de vroege middeleeuwen naar het<br />
oosten is opgeschoven. Een andere verklaring<br />
zou kunnen zijn dat in het oostelijke deel van het<br />
plangebied oudere bewoningssporen grotendeels<br />
zijn verdwenen door omvangrijke verstoringen.220<br />
Op grond van bovengenoemde onderzoeken in<br />
het plangebied ‘De Plantage’ en omgeving kan