ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
90<br />
—<br />
Akkercomplexen en<br />
landgebruik uit de late<br />
prehistorie<br />
113 Gerritsen, Jongste & Theunissen 2005.<br />
114 Zoetbrood et al. 2006, 31, 36-37; Spek et<br />
al. 2009, 11.<br />
De inrichting van het prehistorisch cultuurlandschap<br />
is een intrigerend thema waarover nog<br />
niet veel bekend is.113 We kennen maar een paar<br />
opgravingen die ons een blik gunnen op de intensief<br />
gebruikte en dynamisch ingerichte arealen<br />
buiten de boererven. Vooral onderzoek naar<br />
bewoning in de bronstijd in Holocene regio’s leverde<br />
kennis op over dit onderwerp, zoals in het<br />
rivierengebied de nederzetting bij Zijderveld en<br />
in West-Friesland de nederzettingen bij Bovenkarspel<br />
en Enkhuizen, waar sporen van greppels,<br />
hekwerken en palissades bewaard zijn gebleven.<br />
Onze kennis is beperkt en ook ongelijk verdeeld.<br />
Grofweg kunnen we stellen dat het voor de oudere<br />
(laatneolithicum/vroege bronstijd) en jongere<br />
(ijzertijd) perioden en voor de zandgronden<br />
gaat om zeer moeilijk grijpbare complextypen.<br />
De ondiep ingegraven sporen zijn veelal verdwenen.<br />
De beste ingang voor de zandgronden vormen<br />
de raatakkers, ook wel ‘Celtic fields’ genoemd,<br />
die al wat langer in het<br />
monumentenbestand zijn vertegenwoordigd.<br />
Raatakkers zijn volgens de archeologische monumentenkaart<br />
met name op het Drentse zandgebied<br />
sterk vertegenwoordigd, met 55 van de<br />
77 terreinen.114 Zeven daarvan zijn wettelijk beschermd.<br />
Met andere woorden: voor de archeologische<br />
monumentenzorg van Nederland gaat<br />
het om een kleine, onevenredig over de zandgronden<br />
verdeelde voorraad.<br />
We kunnen stellen dat er nog tal van onderzoeksvragen<br />
openstaan, zowel over inrichting<br />
van het prehistorische cultuurlandschap als over<br />
het gebruik van de zones buiten de erven en de<br />
dynamiek in dit gebruik. Maar ook zijn er nog<br />
meer specifieke vragen: over het ontstaan van<br />
het akkersysteem, het gebruik en de gebruiksduur,<br />
en de ontwikkeling van het agrarisch systeem<br />
op de zandgronden in de ijzertijd.<br />
Vijf raatakkers op de zandgronden<br />
Akkercomplexen uit de prehistorie<br />
In de loop van de bronstijd, omstreeks 1200 v.<br />
Chr., begonnen boerengemeenschappen in de<br />
droge delen van ons land met het toepassen van<br />
een nieuwe vorm van landbouw: er werden raatakkers<br />
aangelegd. Het gaat om uitgestrekte akkercomplexen,<br />
in ruitvormige patronen, van vele<br />
tientallen hectaren. De aaneengesloten, vaak<br />
vierkante akkertjes van ongeveer 35 x 35 m zijn<br />
begrensd door 30 tot 100 cm hoge wallen. In de<br />
beginfase hadden de akkers deze walsystemen<br />
nog niet. De percelen werden toen omheind<br />
door vlechtwerkhekken. Na een periode van verbouw<br />
lagen deze akkers braak en werden andere,<br />
nieuwe veldjes in gebruik genomen. De<br />
belangrijkste gewassen die op de akkers zijn verbouwd,<br />
zijn emmer, pluimgierst, lijnzaad, huttentut<br />
en tuinboon.<br />
Wanneer een braakliggend veld opnieuw in cultuur<br />
werd gebracht, brandde men eerste de<br />
struik- en ruigtevegetatie plat en verwijderde<br />
vervolgens de zodenlaag. Het materiaal verplaatsten<br />
de boeren naar de rand van de akker,<br />
waar geleidelijk een lichte verhoging ontstond:<br />
de aanzet van de wallen. De akkerbouwers<br />
woonden in het akkerareaal en verplaatsten hun<br />
boerderijen na enkele decennia. Zo ‘wandelden’<br />
de boerderijen door de raatakker. Deze extensieve<br />
gebruiksfase duurde tot en met de middenijzertijd.<br />
Vanaf 300 v.Chr. gebruikten de boeren<br />
de veldjes langduriger en vaker. De<br />
braakperioden waren korter, de bemesting van<br />
de akkers zwaarder en de bodem zelf werd intensiever<br />
bewerkt met een zwaarder type eergetouw.<br />
De wallen, die inmiddels waren uitgegroeid<br />
tot 8 tot 12 m brede stroken, werden in<br />
deze fase zelf ook gebruikt als bouwland. De<br />
boeren bewerkten de brede wallen als een soort<br />
van akkerbed en verbouwden daar hun gewassen.<br />
Rond het begin van de jaartelling verscheen<br />
voor het eerst rogge als belangrijke graansoort<br />
op de akkers.<br />
Zichtbaar, maar ook verdwenen<br />
Raatakkers behoren – samen met de hunebedden<br />
en grafheuvels – tot de meest zichtbare<br />
overblijfselen van het prehistorisch verleden van<br />
onze Pleistocene gebieden. Eeuwenlange bewoning<br />
op de zandgronden moet hebben geleid tot<br />
de aanleg van vele akkercomplexen. Zeker in relatief<br />
onverstoorde gebieden die rijk zijn aan<br />
overblijfselen uit de late prehistorie, is de kans<br />
groot dat er nog akkers aanwezig zijn. Daarvan is<br />
slechts een klein deel bekend: het topje van de<br />
spreekwoordelijke ijsberg.<br />
Raatakkercomplexen hebben de laatste jaren<br />
meer aandacht gekregen. Niet alleen is er een<br />
toenemende belangstelling vanuit de archeologische<br />
wereld, ook bij terreinbeherende instanties<br />
zoals Staatsbosbeheer groeit de interesse<br />
voor deze cultuurhistorische elementen.<br />
Op luchtfoto’s en vandaag de dag ook op Google<br />
Earth zijn de rasterpatronen vooral in akkerland<br />
goed herkenbaar. De wallen zijn aangeploegd,