ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
12<br />
—<br />
5 Dit zijn terreinen die niet a priori binnen<br />
de beleidsregel vallen. Binnen het<br />
huidige programma zijn evenwel alleen<br />
terreinen geselecteerd die binnen de<br />
beleidsregel vallen en die kunnen<br />
rekenen op draagvlak voor<br />
(toekomstige) bescherming.<br />
6 Zoetbrood et al. 2006.<br />
onder staande selectiecriteria gehanteerd:<br />
1. Terreinen die niet passen binnen een van de<br />
categorieën die worden genoemd in (de toelichting<br />
van) de beleidsregel, vallen af, tenzij<br />
het een terrein betreft van zeer uitzonderlijke<br />
aard.5 Bij de beoordeling of een terrein voldoet<br />
aan de eis van de beleidsregel, is de publicatie<br />
Uit balans als referentie gebruikt.6<br />
2. Terreinen waarvan vaststaat of zeer aannemelijk<br />
is dat ze niet voldoen aan de eisen die de<br />
vigerende Kwaliteitsnorm voor de<br />
Nederlandse Archeologie (KNA) aan behoudenswaardigheid<br />
stelt, vallen af.<br />
3. Terreinen waarvan bekend is dat er bij de gemeente<br />
en eigenaar geen draagvlak voor bescherming<br />
bestaat, vallen af, tenzij het terreinen<br />
betreft van zeer uitzonderlijke aard.<br />
4. Terreinen waarvan bekend is dat er geen perspectief<br />
is op duurzaam behoud, bijvoorbeeld<br />
vanwege ongunstige ruimtelijke planontwikkelingen,<br />
ongunstige bestemmingen of ongunstig<br />
grondgebruik (degradatie), vallen af, tenzij het<br />
terreinen betreft van zeer uitzonderlijke aard.<br />
Stap 2. Het scoren van terreinen op de longlist<br />
Alle terreinen op de longlist zijn op basis van de<br />
beschikbare informatie beoordeeld aan de hand<br />
van negen criteria waaraan een weging is gegeven<br />
(overzicht 1.1). Per terrein zijn alle scores bij<br />
elkaar opgeteld tot een totaalscore van maximaal<br />
negentig punten.<br />
Stap 3. Rangschikken van terreinen<br />
De terreinen op de longlist zijn vervolgens gerangschikt.<br />
De longlist is daarvoor gesorteerd op<br />
de behaalde scores voor draagvlak eigenaar/gebruiker,<br />
draagvlak gemeente, voldoende veldonderzoek<br />
en behoudsperspectief (respectievelijk<br />
het derde, tweede, zevende en vierde selectiecriterium<br />
uit stap 2). Voor deze pragmatische rangschikking<br />
is gekozen om zo veel mogelijk (voor<br />
bescherming) kansrijke terreinen hoog op de lijst<br />
te krijgen. Draagvlak voor bescherming is daarbij<br />
cruciaal. Het selectiecriterium ‘voldoende veldonderzoek’<br />
is toegepast om onzekerheid over de<br />
behoudenswaardigheid van terreinen zo veel<br />
mogelijk uit te sluiten.<br />
Vervolgens is op basis van de gerangschikte<br />
longlist bepaald dat terreinen met een totaalscore<br />
van vijftig punten of hoger op de shortlist<br />
komen te staan. Terreinen met een lagere totaalscore<br />
zijn afgevallen. Dit betreft terreinen<br />
waar vooralsnog te weinig onderzoek is uitgevoerd<br />
om te kunnen vaststellen of ze monumentwaardig<br />
zijn. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd<br />
in een shortlist van 48 terreinen.<br />
Stap 4. (Veld)onderzoek<br />
Vervolgens hebben RCE-medewerkers de terreinen<br />
nader onderzocht. Waar mogelijk is overleg<br />
gevoerd met grondgebruikers, terreinbeheerders,<br />
eigenaren en gemeenten. Voor elk terrein<br />
is een bureauonderzoek uitgevoerd om vast te<br />
stellen of (aanvullend) veldonderzoek nodig was<br />
voor een juiste waardestelling en begrenzing van<br />
het monument. In totaal is op acht terreinen<br />
aanvullend veldwerk verricht.<br />
Binnen de beschikbare tijd zijn circa 35- van de<br />
48 terreinen van de shortlist in behandeling genomen.<br />
Uiteindelijk zijn 28 terreinen uitvoerig<br />
onderzocht en geschikt bevonden voor het aanwijzingsprogramma<br />
<strong>archeologie</strong> 2009-2012. De<br />
onderzoeksresultaten worden in de volgende<br />
hoofdstukken gepresenteerd. Er is gestreefd<br />
naar een uniforme beschrijving van ieder terrein.<br />
Gezien de diversiteit van de onderzochte<br />
terreinen en het bronnenmateriaal was enige<br />
variatie in de beschrijving (in termen van omvang,<br />
aanwezige <strong>archeologie</strong> en onderzoeksgeschiedenis)<br />
niet te voorkomen.<br />
Als alleen bureauonderzoek is uitgevoerd, dan<br />
zijn in ieder geval de volgende elementen opgenomen:<br />
administratieve gegevens, uitgevoerde<br />
onderzoeken, waardering van het terrein en een<br />
gespecificeerde omschrijving van het te beschermen<br />
monument.<br />
Voor de terreinen waar aanvullend veldonderzoek<br />
is uitgevoerd, zijn de volgende elementen<br />
opgenomen: administratieve gegevens, bureauonderzoek,<br />
gespecificeerde archeologische verwachting,<br />
onderzoeksvragen, methoden en resultaten<br />
van het veldwerk, waardering van het<br />
terrein en een gespecificeerde omschrijving van<br />
het te beschermen monument. Deze onderzoeken<br />
zijn uitgevoerd conform de KNA 3.2 en de<br />
terreinen zijn gewaardeerd op basis van het<br />
waarderingsschema in dezelfde KNA 3.2. Op basis<br />
van deze onderzoeken en waardering scoren<br />
alle terreinen hoog en zijn ze behoudenswaardig.<br />
De rapportages vormen feitelijk de inhoudelijke<br />
argumentatie en motivatie voor het voordragen<br />
van de terreinen. Elk hoofdstuk wordt afgesloten<br />
met een paragraaf waarin de archeologische resten<br />
van het betreffende terrein worden samengevat<br />
aangevuld met een voorstel van de be