29.10.2014 Views

ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013

ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013

ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

67<br />

—<br />

AMK-terrein 20G-001:<br />

Archismonumentnr. 1696<br />

AMK-terrein 20G-002:<br />

Archismonumentnr. 1697<br />

Toponiem<br />

Swifterbant S51<br />

Toponiem<br />

Swifterbant S2<br />

Kaartblad<br />

20G<br />

Kaartblad<br />

20G<br />

Gemeente<br />

Lelystad<br />

Gemeente<br />

Dronten<br />

Centrumcoördinaat 167.553/511.117<br />

Centrumcoördinaat 168.130/510.737<br />

Oppervlakte<br />

19,5 ha<br />

Oppervlakte<br />

20,7 ha<br />

Grondgebruik<br />

bos/grasland<br />

Grondgebruik<br />

bos/grasland<br />

Complextype<br />

nederzetting<br />

Complextype<br />

nederzetting, grafveld<br />

Periode<br />

Cultuur<br />

vroegneolithicum<br />

B-middenneolithicum A<br />

Swifterbantcultuur<br />

Periode<br />

Cultuur<br />

vroegneolithicum<br />

B-middenneolithicum A<br />

(laatneolithicum B-vroege bronstijd)<br />

Swifterbantcultuur<br />

AMK-terrein 20G-004:<br />

Archismonumentnr. 1699<br />

Toponiem<br />

Kaartblad<br />

Gemeente<br />

Swifterbant S3, S4, S5, S6 en S31<br />

20G<br />

Dronten<br />

Centrumcoördinaat 168.273/510.175<br />

Oppervlakte<br />

Grondgebruik<br />

Complextype<br />

Periode<br />

Cultuur<br />

12,8 ha<br />

agrarisch: akker<br />

nederzetting, akkercomplex<br />

(begraving)<br />

vroegneolithicum<br />

B-middenneolithicum A<br />

Swifterbantcultuur<br />

onderzoek zijn ook twee 14C-dateringen verricht<br />

waarmee de resten in Swifterbant voor het eerst<br />

absoluut werden gedateerd. De uitkomsten van<br />

deze dateringen liggen omstreeks 4100 v.Chr.60<br />

Overigens heeft Raemaekers de datering aan het<br />

skeletmateriaal recentelijk verworpen vanwege<br />

een te grote invloed van het visreservoireffect.61<br />

In 1971 is een plan ontwikkeld voor systematische<br />

opgravingen van de Swifterbantsites door<br />

verschillende onderzoeksinstituten. Het<br />

Biologisch Archeologisch Instituut (BAI) van de<br />

Rijksuniversiteit Groningen coördineerde de opgravingen<br />

en verrichtte de analyse van het<br />

archeologische, paleobotanische en archeozoölogisiche<br />

onderzoek. Het geologische en paleogeografische<br />

onderzoek werd uitgevoerd door<br />

de RIJP in samenwerking met de universiteit van<br />

Utrecht. Het fysisch-antropologische onderzoek<br />

werd uitgevoerd door het Instituut voor<br />

Antropobiologie van de Universtiteit Utrecht.<br />

Later kwamen daar nog andere instituten bij: de<br />

universiteiten van Michigan en Wisconsin voerden<br />

in 1974 onderzoek uit op de rivierduinen<br />

S11-13 (kavel H34) en in 1976 op S21-S23 (kavel<br />

H46), en het Instituut voor Prae- en Protohistorie<br />

(IPP) van de Universiteit van Amsterdam<br />

droeg bij aan statistische analyses.<br />

De opgravingen van het BAI op S2 startten in<br />

1971. Deze werden voortgezet in 1975, aangezien<br />

de opgegraven skeletten boven het grondwaterniveau<br />

lagen en voor ernstige degradatie van het<br />

skeletmateriaal werd gevreesd.<br />

In 1972-1973 werd onderzoek gedaan op site S3<br />

(kavel G43). Gedurende de opgraving verrichtte<br />

het Instituut voor Geografie van de Universiteit<br />

Utrecht intensief boringen op kavel G43 en aangrenzende<br />

kavels. Uit boringen in de westoever<br />

van een smalle verbindingsgeul (uitmondend in<br />

de brede geul waar S2 aan gelegen is) bleek dat<br />

er sprake was van verschillende kleine vindplaatsen.<br />

Site S3 werd geselecteerd voor een integrale<br />

opgraving, niet alleen omdat S3 de dikste cultuurlaag<br />

had, maar ook omdat deze vindplaats<br />

werd bedreigd door diepploegen.<br />

In 1974 werd een deel onderzocht van S4, een<br />

vindplaats gelegen op dezelfde oeverwal als S3.<br />

De cultuurlaag van S4 is veel dunner. Op geologische<br />

gronden wordt verondersteld dat S4 gelijktijdig<br />

is met de laatste bewoningsfase van S3.<br />

In 1975 werd S5, een opgravingsput dwars door<br />

de kreek, onderzocht. S5 maakt deel uit van<br />

vindplaats S3.<br />

De cultuurlagen op S3 en S5 worden afgedekt<br />

door 10 tot 20 cm dikke kleiafzettingen behorende<br />

tot het Laagpakket van Wormer, die een<br />

60 GrN-5443: houtskool uit cultuurlaag<br />

5300 ± 40 BP en GrN- 5606: collageen<br />

van skeletmateriaal 5540 ± 65 BP.<br />

61 Raemaekers 2005.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!