ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
148<br />
—<br />
Het is onduidelijk of het fragment roodbakkend<br />
geglazuurd aardewerk in boring 37 daadwerkelijk<br />
in het bemonsterde traject thuishoort of dat<br />
het hier terecht is gekomen als gevolg van onzorgvuldige<br />
bemonstering. In het eerste geval<br />
zou dit betekenen dat het afdekkend kleipakket<br />
van betrekkelijk recente datum is. De auteurs<br />
gaan ervan uit dat dit niet het geval is en dat het<br />
monster is gecontamineerd met materiaal uit<br />
het bovenliggende, opgebrachte zand.<br />
13.3.3 Datering<br />
Om de veenafdekking van het reliëfrijke landschap<br />
beter te kunnen dateren heeft het<br />
Centrum voor Isotopen Onderzoek, Rijksuniversiteit<br />
Groningen enkele 14C-dateringen<br />
uitgevoerd (tabel 13.1). Bij de tweede fase van<br />
het booronderzoek zijn veenmonsters genomen,<br />
die op kwaliteit zijn onderzocht door de RCE.<br />
Gecombineerd met een houtskoolmonster uit<br />
een boring uit de eerste fase van het onderzoek<br />
geven de uitkomsten van het 14C-onderzoek een<br />
indicatie voor de ouderdom en de conserveringsgraad<br />
van de archeologische resten op de<br />
strandwal en in de strandvlakte. De locaties van<br />
de monsters zijn weergegeven in de profielen. In<br />
tabel 13.1 zijn gegevens over de vier bulkmonsters<br />
opgenomen. De uitkomsten van de<br />
14C-dateringen (tabel 13.2, afb. 13.11) laten zien<br />
dat specifieke delen van het onderzoeksgebied<br />
in de periode tussen het laatneolithicum en de<br />
vroege bronstijd door veen is overgroeid. Het<br />
houtskool geeft daarnaast een goede terminus<br />
ante quem-datering in het laatneolithicum. Dit<br />
duidt op de aanwezigheid van menselijke bewoning<br />
in deze periode in het onderzoeksgebied.<br />
Bij de beantwoording van de onderzoeksvragen<br />
onder 13.4.1 zal verder op de dateringen en implicaties<br />
hiervan worden ingegaan.<br />
13.4 Conclusies en waardering<br />
13.4.1 Beantwoording van de<br />
onderzoeksvragen<br />
In het PvA is een aantal onderzoeksvragen<br />
geformuleerd. Deze worden hieronder<br />
beantwoord.<br />
1. Wat zijn de oriëntatie en de diepteligging van de<br />
te verwachten strandwal en de strandvlakte?<br />
De oriëntatie van de strandwal van Heemstede-<br />
Spaarnwoude is zuidwest-noordoost, zoals ook<br />
al op de geologische kaart is aangegeven. Door<br />
het booronderzoek is duidelijk geworden dat de<br />
strandwal op sommige punten smaller en steiler<br />
Tabel 13.1 De geselecteerde bulkmonsters ten behoeve van 14C-datering<br />
(positie betreft de locatie van de boring ten opzichte van het nulput).<br />
Vnr. Boornr. Raai Positie (m) Boven (cm) Onder (cm) Datum Materiaal Monstertype<br />
8 15 B 60 115 150 21-06-11 houtskool MA<br />
17 42 D 110 190 200 21-11-11 veen 14C<br />
19 43 D 140 105 115 21-11-11 veen 14C<br />
20 45 D 195 215 225 21-11-11 veen 14C<br />
MA = monster algemeen, 14C = monster specifiek genomen ten behoeve van 14C-onderzoek<br />
Tabel 13.2 De resultaten van de AMS-14C-dateringen.<br />
Vnr. Labnummer BP Cal BC<br />
HALI 11-08 GrA-52505 4145 +/- 30 2876-2623<br />
HALI 11-17 GrA-52563 3865 +/- 35 2466-2208<br />
HALI 11-19 GrA-52594 3595 +/- 30 2029-1885<br />
HALI 11-20 GrA-52615 4075 + 35-30 2859-2491