ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
240<br />
—<br />
296 Datema 2009; AMW 2006; 2008; 2009.<br />
een constructie in of op de wal. Onder de<br />
wallen was het oude bodemprofiel bewaard<br />
gebleven.<br />
In 1970 was in de wand van de zandgroeve aan<br />
de zuidzijde van de Brunssummerheide een<br />
profiel van De Landgraaf te zien. De gracht was<br />
ter plaatse circa 2 m diep en ongeveer 6 m<br />
breed. De gracht had een schone vulling met<br />
afwisselend zones van schone en humeuze<br />
grond. Naar boven toe werd de vulling steeds<br />
vuiler. De wallichamen waren slechts rudimentair<br />
aanwezig.<br />
De beide onderzoeksplaatsen liggen circa 5 km<br />
uit elkaar, maar de breedte en diepte van de<br />
spitsvormige gracht zijn identiek. Dit suggereert<br />
een eenheid in planning en uitvoering van de<br />
aanleg van De Landgraaf. In 1979 en 1980 heeft<br />
de ROB een veldcontrole uitgevoerd, nabij de<br />
Heksenberg. In een dwarsprofiel over de landweer<br />
was een spitsgracht te zien. Het wallichaam<br />
was zwak ontwikkeld. De wallen waren plaatselijk<br />
verstoven en de gracht was op enkele plaatsen<br />
van een dam voorzien of ingestoven.<br />
Tussen 2006 en 2009 heeft de Archeologische<br />
Monumentenwacht de landweer meerdere malen<br />
onderzocht.296 Een deel van het terrein nabij<br />
het Schutterspark binnen de gemeente<br />
Brunssum is aangetast door de herinrichting van<br />
het gebied sinds de jaren vijftig. Daarbij is onder<br />
meer op het westelijk wallichaam een 2 m breed<br />
asfaltpad aangelegd en is de oostelijke wal op<br />
enkele plaatsen doorgegraven ten behoeve van<br />
de afvoer van kwelwater. De gracht oogde gaaf<br />
en was maximaal 5 m breed. De noordpunt was<br />
recent vergraven.<br />
Het noordelijke einde van dit monument grenst<br />
vrijwel aan de Rode Beek. Het dal van deze beek<br />
vormde in de middeleeuwen een natuurlijke<br />
barrière en, samen met de landweer, een aaneengesloten<br />
verdedigingswerk. Langs en in de<br />
beek liggen afvalhopen van middeleeuwse pottenbakkers<br />
(Brunssum-Schinveldaardewerk).<br />
Ten zuiden van het eigendom van<br />
Natuurmonumenten is De Landgraaf in ernstig<br />
mate aangetast. De oostelijke wal is oudtijds<br />
verlaagd en hierin staat een (vervallen) afrastering.<br />
Bij de aanleg van een brasserie met terras is<br />
een gedeelte van De Landgraaf geëgaliseerd. In<br />
de speeltuin van het Schutterspark is een deel<br />
vrij gaaf bewaard. In het zuidelijk deel ontbreekt<br />
het oostelijke wallichaam.<br />
Ten slotte heeft RAAP Archeologische Adviesbureau<br />
in 2009 een onderzoek verricht om de<br />
exacte ligging van de landweer vast te stellen. In<br />
het westelijke en centrale deel van De Landgraaf<br />
heeft zich een haarpodzol ontwikkeld. In verschillende<br />
boringen werd een gaaf podzolprofiel vastgesteld.<br />
Buiten de wallichamen ontbrak de haarpodzol<br />
(afgetopt tot in de C-horizont). Plaatselijk<br />
was sprake van secundaire podzolisatie.<br />
RAAP stelde vast dat het totale complex van De<br />
Landgraaf nog circa 21 m breed was en uit twee<br />
wallen en een gracht bestond. De zuidelijke wal<br />
was circa 8 m breed en 20 cm hoog bewaard; de<br />
noordelijke wal was circa 5 m breed en tot 30 cm<br />
hoog. Elders werd een dikte van 5 tot 60 cm<br />
vastgesteld.<br />
Aan de zuidzijde waren heideplaggen gebruikt<br />
om de wal op te werpen. Deze waren afkomstig<br />
van de uitgegraven gracht. De noordelijke<br />
wal bestond uit opgeworpen C-materiaal. De<br />
gracht vertoonde globaal een V-vormig profiel.<br />
De grachtvulling bestond uit gevlekt, vies gelig<br />
zand. Opvallend was de slechte gaafheid van<br />
De Landgraaf. Tijdens het onderzoek van<br />
Bloemers uit 1967 (zie boven) waren de wallen<br />
nog circa 50 cm hoog, nu nog slechts 5-30 cm.<br />
Alleen in het westelijke deel waren de wallen<br />
nog 60 cm hoog. Berekeningen tonen aan dat<br />
de wallen oorspronkelijk 1-2 m hoog moeten<br />
zijn geweest. De wallen zijn waarschijnlijk deels<br />
in de gracht en deels aan de buitenzijde afgeschoven.<br />
In een deel van het tracé zijn de wallen<br />
geheel onderbroken. Ook de grachtvulling<br />
is plaatselijk geheel verdwenen. De maximale<br />
diepte van de gracht lag 2,5 m onder het oorspronkelijk<br />
maaiveld (bij de aanleg van de<br />
landweer).<br />
22.2.3 Gespecificeerde archeologische<br />
verwachting<br />
Binnen de beide onderzoeksgebieden worden<br />
de resten van een landweer verwacht in de<br />
vorm van een dubbele wal met ertussen een<br />
spitsvormige gracht. Vermoedelijk zal de landweer<br />
binnen het plangebied grotendeels in<br />
haar oorspronkelijke omvang bewaard zijn<br />
gebleven.<br />
De landweer heeft door erosie en begroeiing<br />
schade geleden. Desondanks zijn de wallen en<br />
de gracht vermoedelijk nog (goed) herkenbaar.<br />
De diepte en hoogte van de verschillende elementen<br />
van de landweer zijn niet overal gelijk.