ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
214<br />
—<br />
253 Kruysen 1974, 178; Smeets 1998, 36.<br />
254 Stoepker 1989; 1990.<br />
20.2.2 Archeologische en historische<br />
context<br />
De Mookerschans is een vierkante, vierpuntige<br />
schans met aan de noordzijde hele bastions en<br />
aan de zuidzijde halve bastions. De flanken<br />
van de bastions staan niet loodrecht op de<br />
coutine, wat erop wijst dat bij de bouw het<br />
verbeterde Oud-Nederlandse stelsel is gevolgd.<br />
Op basis van deze typomorfologische<br />
gronden kan de aanleg waarschijnlijk in de<br />
tweede helft van de zeventiende eeuw worden<br />
gedateerd.253<br />
Hoewel de naam een relatie met de slag op de<br />
Mookerheide op 14 april 1574 suggereert, is het<br />
onwaarschijnlijk dat het complex toen is aangelegd<br />
(zie hierboven). Concrete gegevens over de<br />
aanlegdatum zijn niet bekend, maar uit geschreven<br />
bronnen blijkt dat de schans in 1639 nog niet<br />
bestond. Een aanlegdatum ergens in de tweede<br />
helft van de zeventiende eeuw ligt het meest<br />
voor de hand.<br />
Naast de bouwdatum is ook de functie van de<br />
schans onduidelijk. Een optie is dat de Mookerschans<br />
deel heeft uitgemaakt van een serie geretrancheerde<br />
(verschanste) kampen. Een andere<br />
mogelijkheid is dat het gaat om een<br />
oefenkamp van Staatse troepen. In beide gevallen<br />
lijkt de aanleg verband te houden met de<br />
functie die de Mookerheide van de zestiende tot<br />
in de negentiende eeuw heeft vervuld. Zij fungeerde<br />
in die periode namelijk als een troepenverzamelplaats<br />
bij voorgenomen militaire operaties<br />
en als oefenterrein voor het leger van de<br />
Republiek en later van het Koninkrijk der<br />
Nederlanden.<br />
In december 1989 heeft de toenmalige Rijksdienst<br />
voor het Oudheidkundig Bodem onderzoek<br />
(ROB) op verzoek van de gemeente Mook<br />
een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Het<br />
doel was tot een verantwoorde restauratie<br />
dan wel consolidatie van het complex te kunnen<br />
komen.254 Daarbij werden vijf sleuven gegraven.<br />
Nadere gegevens over de datering of<br />
relevante vondsten leverde het onderzoek niet<br />
op. Wel bleek dat de wal wordt omringd door<br />
een 4 m brede spitsgracht met een diepte van<br />
170 cm. Aan de binnenzijde van de wal ligt een<br />
kleinere greppel met een diepte van 40-80 cm.<br />
De hoogte van de aarden wallen bedroeg<br />
slechts 80-100 cm. Op maaiveldniveau was de<br />
basis van de wal 2,5 tot 4,5 m breed.<br />
De restauratie en consolidatie vonden plaats in<br />
1992. Bij deze werkzaamheden is de greppel aan<br />
de binnenzijde niet hersteld. De gracht aan de<br />
buitenzijde is wel aangepakt.<br />
20.2.3 Gespecificeerde archeologische<br />
verwachting<br />
Op het Archeologisch Hoogtebestand Nederland<br />
(AHN) ziet de schans er behoorlijk gaaf uit.<br />
Vermoedelijk zal zij nagenoeg in haar geheel bewaard<br />
zijn gebleven, zij het dat onderdelen ervan<br />
vooral door erosie kunnen zijn aangetast.<br />
Het gaat hierbij om resten van spitsgrachten,<br />
wallen en greppels. Daarnaast kunnen worden<br />
aangetroffen:<br />
• sporen van het gebruik van de schans, zoals<br />
sporen van lichte bebouwing en/of tenten,<br />
waterputten, afvalkuilen, latrines en haardvlekken<br />
van kampvuren;<br />
• vondstmateriaal dat met het gebruik van de<br />
schans te maken heeft gehad, zoals aardewerk,<br />
glas, loden kogels, musketflinten en<br />
dergelijke;<br />
• resten die verband houden met het houden en<br />
stallen van paarden.<br />
20.2.4 Onderzoeksvragen<br />
Voor het veldonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen<br />
opgesteld:<br />
1. Wat zijn de aard, omvang, diepteligging en<br />
datering van de archeologische resten?<br />
2. Wat is de exacte locatie van de omgrachting?<br />
3. Wat is de stratigrafische opbouw van de omgrachting?<br />
4. Wat is de uitstulping aan de zuidzijde van de<br />
schans die op het AHN te zien is? Is dat een<br />
recente ingreep of een fout in het AHN?<br />
5. Leveren het booronderzoek en de metaaldetectie<br />
aanwijzingen op voor gebruik van het<br />
binnenterrein en waar bestaan deze uit?<br />
6. Wat is de aard van het gebruik van het binnenterrein<br />
dat op basis van het booronderzoek<br />
en de metaaldetectie kan worden vast<br />
gesteld?<br />
7. Hoe gaaf is het object en hoe is het geconserveerd?