ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
ram213-beschermingsprogramma-archeologie-2013
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
52<br />
—<br />
ding. Op het aangrenzende, hoger gelegen deel<br />
van perceel 713 heeft geen ontgronding plaatsgevonden<br />
en is de dekzandrug nog relatief intact,<br />
mede gezien de aanwezigheid van een<br />
(dun) plaggendek. Onder het plaggendek zijn<br />
resten gevonden van een (verploegde) gleybodem.<br />
In het beekdal zelf zijn venige afzettingen<br />
aangetroffen, afgewisseld met meer zandige lagen.<br />
Het betreft hier beekafzettingen en verlandingsafzettingen.<br />
Op de flank van het beekdal is<br />
in boring 30 een beekeerdgrond vastgesteld.<br />
Het beekdal is vanaf raai A-A’ tot en met raai<br />
C-C’ tamelijk diep (tot 22,95 m NAP). De mate<br />
van venigheid van de beekafzettingen wisselt<br />
sterk. De basis is doorgaans sterk gelaagd, waarna<br />
een veniger pakket volgt met minder of zonder<br />
zandlagen. Het is onbekend hoe oud deze<br />
beek- en verlandingsafzettingen zijn. Ter hoogte<br />
van raai D-D’ is het dal minder diep, waardoor<br />
het een ideale locatie lijkt voor een doorwaadbare<br />
plaats.<br />
2. In welke zone kunnen eventueel organische resten<br />
worden verwacht?<br />
In de zone ten zuiden van de boringen 37, 13, 24<br />
en 30 kunnen organische resten worden verwacht<br />
(afb. 3.10). Deze zone correspondeert met<br />
de dalbodem van de Tungelroysche Beek en kadastraal<br />
gezien met perceel 711 en het zuidelijke,<br />
lager gelegen deel van perceel 713.<br />
3. Welke condities zijn bepalend geweest voor het behoud<br />
van het botmateriaal in het door RAAP onderzochte<br />
deel van het beekdal?<br />
De hoge grondwaterstand en de kalkrijke kwel<br />
hebben geleid tot goede conserverende omstandigheden<br />
voor het botmateriaal.<br />
4. Wat is de gaafheid van de bodem en het landschap<br />
(onder andere reliëf) in het beekdal, op de flank van<br />
het beekdal naar de dekzandrug en op deze rug zelf?<br />
De gaafheid van de westelijke percelen (percelen<br />
89 en 107) is laag, die van het oostelijke perceel<br />
713 matig (afb. 3.11). De gaafheid van het beekdal<br />
is, met uitzondering van de recent vergraven delen,<br />
hoog.<br />
Bovendien is vastgesteld dat op enkele meters<br />
van het beekdal een vindplaats met vuursteenmateriaal<br />
is gelegen. De vindplaats kan mogelijk<br />
worden gedateerd in het laatmesolithicum,<br />
maar is niet begrensd. Het type vindplaats (complextype)<br />
en de diepteligging zijn evenmin vastgesteld.<br />
184000 184250<br />
184500<br />
184000 184250<br />
184500<br />
361250 361250<br />
11<br />
11<br />
10<br />
10<br />
9<br />
9<br />
8<br />
87<br />
7<br />
6<br />
6<br />
5<br />
5<br />
4<br />
4<br />
3<br />
3<br />
2<br />
2<br />
11<br />
11<br />
37 37 38 38 39<br />
39<br />
Spoorlijn Weert-Roermond<br />
Spoorlijn Weert-Roermond<br />
20<br />
20<br />
19<br />
19<br />
18<br />
18<br />
17<br />
17<br />
16<br />
16<br />
15<br />
15<br />
29<br />
29<br />
28<br />
28<br />
27<br />
27<br />
26<br />
26<br />
25<br />
25<br />
34 24<br />
34 24<br />
22<br />
14<br />
23 22<br />
21<br />
14<br />
13<br />
23 21<br />
13<br />
12<br />
12<br />
36<br />
36<br />
35<br />
35<br />
T u n g e l r o y s c h e B e e k<br />
T u n g e l r o y s c h e B e e k<br />
33<br />
33<br />
32<br />
32<br />
31<br />
31<br />
30<br />
30<br />
0<br />
0<br />
100 m<br />
100 m<br />
Boorpunt<br />
Begrenzing organische resten<br />
Boorpunt<br />
Begrenzing organische resten<br />
Afb. 3.10 Mildert: de grens (rode stippellijn) ten zuiden waarvan organische resten kunnen worden verwacht.