Masterscriptie - NIP
Masterscriptie - NIP
Masterscriptie - NIP
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
P-E MISFIT EN INNOVATIEF WERKGEDRAG BIJ STUDENTEN. 8<br />
doorheen de tijd om zo een betere fit te verkrijgen met de karakteristieken van de<br />
organisatie. Dit zou leiden tot een verbeterde P-E fit.<br />
Het meten van fit.<br />
Het conceptualiseren en meten van de Persoon-Omgeving fit is afhankelijk van<br />
twee cruciale factoren (Caplan, 1987). Ten eerste moeten zowel de omgeving als de<br />
persoon gezamenlijk beschouwd worden en de overeenkomstige meeteenheden moeten<br />
gebruikt worden in de analyse. Zo moeten de meeteenheden die gebruikt worden om de<br />
eigenschappen in te schatten van zowel de persoon als de omgeving op dezelfde manier<br />
geschaald worden zodat een directe vergelijking mogelijk is. Ten tweede zullen de<br />
eigenschappen van de persoon en de omgeving gemeten worden zodat ze matchen op<br />
een geschikte manier. Als de behoeftes van het individu in kaart worden gebracht dan<br />
moeten de hulpmiddelen die aangeboden worden door de omgeving op dezelfde manier<br />
gemeten worden (Caldwell, Chatmen & O’Reilly, 1991). Wanneer de individuele<br />
vaardigheden gemeten worden, moeten de overeenkomstige eisen van de omgeving in<br />
kaart worden gebracht.<br />
Een tweede belangrijk onderscheid in de fitliteratuur is het verschil tussen de<br />
drie manieren om een fit te meten namelijk, de objectieve,subjectieve en waargenomen<br />
fit. (Johnson, Kristof-Brown & Zimmerman, 2005). De objectieve manier bestaat uit het<br />
samenbrengen van informatie over organisatiekenmerken volgens het individu evenals<br />
volgens de andere leden uit de omgeving. Daarna gaat men de congruentie na. Dit is de<br />
enige manier van fit waar men ook anderen gaat bevragen in plaats van enkel het<br />
betrokken individu. De subjectieve fit vervolgens, bestaat uit het direct bevragen van het<br />
individu. Men gaat na of het individu vindt of hun karakteristieken wel of niet passen<br />
bij de kenmerken van de omgeving. Men gaat hier peilen naar de fit die ze ervaren. Als<br />
laatste is er de waargenomen fit. Hier vraagt men eerst aan het individu een beschrijving<br />
te geven van zijn eigen karakteristieken. Daarna wordt gevraagd om de organisatie en<br />
diens kenmerken te beschrijven. De mate van fit wordt dan berekend door de<br />
congruentie te bekijken tussen de zelfbeschrijving en de beschrijving van de organisatie.<br />
Elke methode levert unieke informatie op over de fit (Caplan, 1987). In deze studie zal<br />
de subjectieve P-E fit gemeten worden aangezien het hier vooral belangrijk is hoe de<br />
student zich voelt in zijn studie. De subjectieve fit peilt ook meer naar attitudes en<br />
beslissingen van de student. Hoe de fit gepercipieerd wordt door de student zelf.