16.12.2012 Views

Jaarverslag 2006, Politieacademie

Jaarverslag 2006, Politieacademie

Jaarverslag 2006, Politieacademie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

In 2005 is inderdaad het programma “evaluatie en ijking” van start gegaan, met een uitgebreide<br />

interne en externe oriëntatie. Deze oriëntatiefase heeft geresulteerd in een plan van aanpak voor het<br />

onderzoek op basis waarvan eind 2005 een Europese aanbestedingsprocedure is gehouden om een<br />

onderzoekspartner te contracteren. In december 2005 is het onderzoek gegund aan Twijnstra en<br />

Gudde i.s.m. het Ivlos (Universiteit Utrecht). In <strong>2006</strong> is het onderzoek gehouden : vragenlijsten zijn bij<br />

studenten en (medewerkers en leidinggevenden van) Korpsen en de <strong>Politieacademie</strong> uitgezet.<br />

Eind <strong>2006</strong> was de evaluatie van het Politieonderwijs in een fase terecht gekomen, waarin de vele<br />

gegevens konden worden verwerkt, geanalyseerd en in rapportages worden vervat. Het<br />

samenvattend eindrapport van de evaluatie wordt rond 1 april 2007 verwacht.<br />

Onderzoek Algemene Rekenkamer<br />

Eind 2005 streek de Algemene Rekenkamer (AR) neer op de concernlocatie van de <strong>Politieacademie</strong><br />

in het kader van zijn meerjarig Rijksbreed onderzoek naar verantwoording en toezicht bij<br />

rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s), waaronder de Korpsen en de <strong>Politieacademie</strong>.<br />

Het meerjarig onderzoeksprogramma is gericht op het verkrijgen van inzicht in hoe de Minister<br />

toezicht houden op RWT’s en omgekeerd : hoe RWT’s verantwoording afleggen over de door hen<br />

bestede publieke gelden, hun bedrijfsvoering en de geleverde prestaties . Het onderzoek bij de<br />

<strong>Politieacademie</strong> was tevens een zogeheten verdiepend onderzoek met naast verantwoording en<br />

toezicht speciale aandacht voor bedrijfsvoering en<br />

De belangrijkste aanbeveling is het in meer toesnijden van verantwoordingsinformatie op de diverse<br />

stakeholders c.q. doelgroepen : de Minister van BZK als opdrachtgever, Korpsen en studenten als<br />

directe afnemers van de diensten en de maatschappelijk belanghebbenden meer in het algemeen. De<br />

algemene conclusies t.a.v. de Politie-academie zijn positief. De verantwoording over prestaties wordt<br />

rijksbreed zelfs als best-practice gezien.<br />

2. Verdeelvraagstuk 2007 : samenspel Minister – Korpsen - <strong>Politieacademie</strong><br />

Eind 2003 heeft de Minister de meerjarige budgettaire kaders voor het Politieonderwijs vastgesteld.<br />

Vanaf 2004 geldt binnen het totale budget voor Politieonderwijs een onderscheid tussen het<br />

sterktebudget en het loopbaanbudget voor professionalisering van de Politie, dat houdt in :<br />

• het sterktebudget is bestemd voor de opleiding van nieuw Politiepersoneel, met als doel<br />

uitbreiding en vervanging bij de Politie. Het sterktebudget heeft de vorm van een “produktieafspraak”<br />

van de Minister met de Korpsen en de <strong>Politieacademie</strong> en is gebaseerd op een<br />

jaarlijkse instroom van 2.000 aspiranten ;<br />

• het loopbaanbudget is bestemd voor de ontwikkeling van zittend Politiepersoneel, dat jaarlijks<br />

(virtueel) wordt verdeeld over de Korpsen volgens de BVS+-systematiek.<br />

Als Korpsen een specialistische opleidingsvraag hebben, die hun (virtuele) aandeel in het<br />

loopbaanbudget te boven gaat, dan voorziet de <strong>Politieacademie</strong> desgewenst in datzelfde onderwijs,<br />

maar dan op contractbasis tegen betaling van de integrale kostprijs.<br />

De werkwijze om dit budget van de Minister, de vraag van Korpsen en de opleidingscapaciteit van de<br />

<strong>Politieacademie</strong> op elkaar af te stemmen is sinds een aantal jaren dezelfde.<br />

Op basis van het advies van de Politieonderwijsraad stelt de <strong>Politieacademie</strong> een intekenlijst voor het<br />

onderwijs in daaropvolgende kalenderjaar op en verzendt die in april aan alle Korpsen. De intekenlijst<br />

bevat de door de Minister vastgestelde opleidingen, leergangen, kernopgaven en functiegerichte<br />

applicaties (incl. bijbehorende kostprijzen en duur van de leergang), met een eerste globale planning<br />

van hun uitvoering in <strong>2006</strong>. In de periode april - juni inventariseren de Korpsen intern de vraag en<br />

dienen die in via die intekenlijsten. De <strong>Politieacademie</strong> sloot deze periode van inventarisatie af rond<br />

15 juni 2005, waarna ze totaalvraag in kaart bracht en daarover rapporteerde aan de Korpsen en het<br />

departement. De Minister deelt, op advies van de Politieonderwijsraad, in het najaar de<br />

opleidingsplaatsen toe en de cyclus wordt aan het eind van het kalenderjaar afgesloten met<br />

overeenkomsten tussen de Korpsen en de <strong>Politieacademie</strong>.<br />

De voorziene instroom initieel onderwijs 2007 is erg groot : ruim 3100 studenten, waarvan een kleine<br />

2600 te bekostigen uit het sterkte-budget (dus o.a. exclusief de Vrijwillige Politie). Binnen het<br />

postinitieel onderwijs is, zoals verwacht, voor het tweede achtereenvolgende jaar de vraag naar<br />

recherche-onderwijs sterk gestegen. De in 2007 benodigde opleidingscapaciteit binnen het domein<br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!